Kabinet-Heemskerk Azn.
Het kabinet-Heemskerk Azn. was een Nederlands kabinet dat regeerde van 1883 tot 1888. Voorzitter van de ministerraad was de Amsterdamse liberaal Jan Heemskerk Azn. Politieke kwesties en beleidDit conservatief-liberale kabinet wist in 1887 een Grondwetsherziening tot stand te brengen. Deze leidde tot kiesrechtuitbreiding van een kleine groep mannen, met het zogenaamde caoutchouc-artikel, dat vage grenzen aanlegt voor de geschiktheid als kiezer. Tegelijk werden vrouwen nadrukkelijk uitgesloten van het actief en passief kiesrecht, als reactie op een arrest van de Hoge Raad waar een vrouw het kiesrecht werd geweigerd met een juridisch uiterst zwakke argumentatie.[1] Ook opende de herziening de weg voor het oplossen van de zogenaamde onderwijskwestie omdat het ruimte bood scholen subsidie te verlenen. Op andere gebieden, met name op financieel terrein, kon het kabinet niet veel bereiken. Enkele ministers moesten voortijdig het veld ruimen. In april 1886 diende het kabinet zijn ontslag in, nadat de Tweede Kamer met 43 tegen 42 stemmen het voorstel voor een nieuw Grondwettelijk onderwijsartikel had verworpen. De koning hield het verzoek in beraad. Nadat de antirevolutionair Æneas Mackay jr. weigerde een formatieopdracht te aanvaarden, werd niet het kabinet ontslagen, maar werd de Tweede Kamer door de koning ontbonden. Na de verkiezingen, die liberale winst opleveren, bleef het kabinet aan. Ambtsbekleders
MutatiesAl kort na het aantreden van het kabinet werd de conservatieve minister Van Bloemen Waanders van Koloniën door de Tweede Kamer gedwongen af te treden. In 1885 nam minister Grobbée ontslag, vanwege grote tegenstand tegen zijn belastingvoorstellen. Het kabinet telde liefst vier opeenvolgende ministers van Marine. Twee daarvan, Geerling en Gericke, zagen plannen tot vlootuitbreiding door de Tweede Kamer afgewezen worden. Minister Van Erp Taalman Kip vertrok vanwege zijn gezondheid. Ook de ministers van Buitenlandse Zaken en van Waterstaat, Handel en Nijverheid namen om die reden ontslag. Van het oorspronkelijke acht ministers tellende kabinet zaten slechts drie de gehele periode van vijf jaar uit. Bronnen, noten en/of referenties
|