Kabinet-Biesheuvel II
Het kabinet-Biesheuvel II was het Nederlandse kabinet van 9 augustus 1972 tot 11 mei 1973. Het kabinet werd gevormd door de politieke partijen Katholieke Volkspartij (KVP), Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en de Christelijk-Historische Unie (CHU) na de val van het kabinet-Biesheuvel I op 19 juli 1972. Het kabinet-Biesheuvel II was een rompkabinet dat als belangrijkste taak had om de voorbereidingen van de vervroegde verkiezingen te organiseren. Het kabinet-Biesheuvel II was het laatste Nederlandse kabinet tot het kabinet-Schoof waarbij de grootste partij in de coalitie niet de minister-president leverde.[1] VerloopNa de breuk in het kabinet-Biesheuvel I benoemt koningin Juliana op 22 juli 1972 minister-president Barend Biesheuvel tot formateur. Hij stuurt aanvankelijk aan op voortzetting van zijn kabinet zonder DS'70. Omdat er een financiële meevaller blijkt te zijn van 70 miljoen wordt herstel van de breuk mogelijk geacht. Op 28 juli 1972 schakelt de formateur voormalig minister van Justitie Ynso Scholten in om hem te adviseren over herstel van de breuk. Vanwege de weigering om het loon- en prijsbeleid te veranderen, laat DS'70 echter op 3 augustus 1972 weten niet voor herstel van de coalitie te voelen. Op 9 augustus 1972 komen de demissionaire bewindslieden daarop terug op hun verzoek tot ontslag. Het kabinet-Biesheuvel regeert verder zonder DS'70 als kabinet-Biesheuvel (informeel is sprake van Biesheuvel II, omdat de grondslag van het kabinet na 21 juli 1972 was gewijzigd). Het kabinet-Biesheuvel II beschouwt zichzelf hoewel het een minderheidskabinet is vanaf 9 augustus 1972 als een volwaardig kabinet. Het kabinet wordt op de dag van de verkiezingen, 29 november 1972 demissionair. Door de lange duur van de formatie in 1972-1973 neemt het kabinet verdergaande beslissingen dan gebruikelijk is voor een demissionair kabinet.[2] Personele wijzigingenOp 16 september 1972 treedt staatssecretaris van Defensie Adri van Es (ARP) af door een meningsverschil met minister van Defensie Hans de Koster (VVD) over de wijze waarop het ministerie moet worden gereorganiseerd. Staatssecretaris Adri van Es wil dat er afzonderlijke onderdelen blijven voor land- en luchtmacht en de marine terwijl minister Hans de Koster een allesomvattende organisatie wil. Op 1 januari 1973 treedt minister van Landbouw en Visserij Pierre Lardinois (KVP) af, nadat hij was benoemd tot eurocommissaris. Minister van Sociale Zaken Jaap Boersma (ARP) neemt de functie waar tot het aantreden van het nieuwe kabinet op 11 mei 1973. Op grond van de Grondwettelijke bepalingen moeten verschillende staatssecretarissen kiezen tussen het het afmaken van hun termijn in het kabinet of het Tweede Kamerlidmaatschap. Om die reden treden in maart de staatssecretarissen van Buitenlandse Zaken Tjerk Westerterp (KVP), Financiën Willem Scholten (CHU) en Fons van der Stee (KVP), Verkeer en Waterstaat Roelof Kruisinga (CHU) af, gevolgd in april door de staatssecretarissen van Sociale Zaken Koos Rietkerk (VVD) en Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk Henk Vonhoff (VVD). Ambtsbekleders
Kabinetsformatie
Reden ontslagaanvraag Zie Kabinetscrisis uit 1972 over het financieel-economisch beleid voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Zie ookBronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Cabinet Biesheuvel II van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|