Kabinet-Zijlstra
Het kabinet-Zijlstra was het Nederlandse kabinet van 22 november 1966 tot 5 april 1967. Het kabinet werd gevormd door de politieke partijen Katholieke Volkspartij (KVP) en Anti-Revolutionaire Partij (ARP) na de val van het kabinet-Cals op 14 oktober 1966. Het kabinet-Zijlstra was een rompkabinet dat als belangrijkste taak had om de voorbereidingen van de vervroegde verkiezingen te organiseren.[1] VerloopNadat het kabinet-Cals ten val komt als gevolg van de Nacht van Schmelzer benoemt koningin Juliana op 18 oktober 1966 KVP–Tweede Kamer fractievoorzitter Norbert Schmelzer tot informateur. Hij streeft naar een overgangskabinet van KVP en ARP aangevuld met politieke buitenstaanders. Schmelzer benadert voormalig minister van Economische Zaken Jan van den Brink (KVP) als minister-president, maar die weigert. Vervolgens komt Eerste Kamerlid en voormalig minister-president Jan de Quay (KVP) in beeld, maar die geeft aan alleen beschikbaar te zijn als vicepremier en schuift vervolgens Eerste Kamerlid en voormalig minister van Financiën Jelle Zijlstra (ARP) naar voren als kandidaat, maar partijleider van de ARP Barend Biesheuvel weerhoudt Jelle Zijlstra van medewerking. Nadat ook voorzitter van de Sociaal-Economische Raad en voormalig minister van Economische Zaken Jan de Pous (CHU) en minister van Defensie Piet de Jong (KVP) bedanken voor de functie geeft Schmelzer zijn opdracht terug. Op 4 november 1966 stelt koningin Juliana vice-president van de Raad van State en voormalig minister-president Louis Beel (KVP) aan als informateur. Beel weet Barend Biesheuvel wel te bewegen om Jelle Zijlstra te accepteren als minister-president. Op 16 november 1966 wordt Zijlstra benoemd tot formateur en vormt vervolgens een kabinet uit de demissionaire confessionele ambtsbekleders van het kabinet-Cals. Als concessie aan de ARP moet de KVP haar bezwaren tegen het belastingplan van het vorige kabinet deels inslikken.[2] Op 18 januari 1967 wordt de Omroepwet van kracht. Het wetsvoorstel was op 28 mei 1965 ingediend door voormalig minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk Maarten Vrolijk. Deze nieuwe wet moest het Nederlandse publieke omroepbestel toegankelijker maken voor nieuwe omroepenorganisaties. Ook werd de omroepstatus geïntroduceerd, waardoor omroeporganisaties hun financieringen op basis van ledental zouden ontvangen. Daarnaast maakte de wet het mogelijk om te adverteren via de uitzendkanalen van het publieke omroepbestel. Het kabinet handelt ook de rijksbegroting van 1967 af en neemt een besluit over de winning van aardgas op de Noordzee. Vanwege de toenemende werkloosheid, met name door enkele massaontslagen in de textielsector trekt minister-president en minister van Financiën Zijlstra meer geld uit voor werkgelegenheidsbevordering. Ambtsbekleders
Kabinetsformatie Zie Kabinetsformatie Nederland 1966 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Reden ontslagaanvraag Zie Nacht van Schmelzer voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Zie ookBronnen, noten en/of referenties
Zie de categorie Cabinet Zijlstra van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
|