1. Leib-Husaren-Regiment Nr. 1 Infanterie-Regiment 9 (Wehrmacht)
Bevel
Stafchef van de 2. Kavalleriedivision (Reichswehr) Infanterie-Regiment 9 (Wehrmacht) XXII Armee-Korps (mot.) 1 september 1939 - 5 maart 1940[2] Panzergruppe Kleist 5 maart 1940 - 22 juni 1941[2] Pantsergroep 1 22 juni 1941 - 5 oktober 1941[2] 1e Pantserleger 5 oktober 1941 - 21 november 1942[2] Heeresgruppe A 21 november 1942 - 25 maart 1944[2]
Geboren uit een aristocratische familie genoot Von Kleist zijn opleiding in een Duitse militaire school. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bereikte hij de rang van regionaal commandant. Na de oorlog leidde hij een cavaleriedivisie van 1932 tot 1935. In augustus 1939 werd hij op zijn achtenvijftigste terug in actieve dienst geroepen.
Tijdens de Poolse Veldtocht werd hij commandant van het XXII pantserkorps. Tijdens de invasie van Frankrijk was hij commandant van de Panzergruppe Kleist die bestond uit het XLI en het XIX (onder Guderian) pantserkorps. Deze twee korpsen bevonden zich op het meest zuidelijke punt in de Duitse race naar Het Kanaal.
In maart 1944 werd hij door Hitler persoonlijk van zijn commando ontheven nadat hij het Duitse Achtste Leger bevel had gegeven zich terug te trekken toen dit dreigde vernietigd te worden door het oprukkende Rode Leger.
Von Kleist werd in 1945 in Beieren door Amerikanen gearresteerd en aan Joegoslavië uitgeleverd, waar hij in 1946 veroordeeld werd tot 15 jaren gevangenis vanwege gepleegde oorlogsmisdrijven in dat land. In 1948 echter werd hij uitgeleverd aan de Sovjet-Unie, en werd daar opnieuw veroordeeld voor oorlogsmisdrijven begaan aan het oostfront. Ditmaal luidde het oordeel zelfs levenslang. Op 13 of 16 november 1954 stierf hij achter de tralies in de stad Vladimir. Ewald von Kleist was de hoogste Duitse officier die als krijgsgevangene in de Sovjet-Unie overleed.
(de) Berger, Florian. Mit Eichenlaub und Schwertern. Die höchstdekorierten Soldaten des Zweiten Weltkrieges. Wenen, Oostenrijk: Selbstverlag Florian Berger. 1999, ISBN 978-3-9501307-0-6.
(de) Fellgiebel, Walther-Peer. Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945 – Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller Wehrmachtsteile. Friedberg, Duitsland: Podzun-Pallas. 2000, ISBN 978-3-7909-0284-6.
(en) Kemp, Anthony. German Commanders of World War II (#124 Men-At-Arms series). Osprey Pub., Londen. 1990 reprint, ISBN 0-85045-433-6.**
(en) Mitcham, Samuel. Hitler's Generals. 2003.
(de) Schaulen, Fritjof. Eichenlaubträger 1940 – 1945 Zeitgeschichte in Farbe II Ihlefeld - Primozic. Selent, Duitsland: Pour le Mérite. 2004, ISBN 978-3-932381-21-8.
(de) } Scherzer, Veit. Die Ritterkreuzträger 1939–1945 Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena, Duitsland: Scherzers Miltaer-Verlag. 2007, ISBN 978-3-938845-17-2.
(de) Thomas, Franz. Die Eichenlaubträger 1939–1945 Band 1: A–K. Osnabrück, Duitsland: Biblio-Verlag. 1997, ISBN 978-3-7648-2299-6.
(en) Kursietis, Andris J. (1999). The Wehrmacht at War 1939-1945; The Units and Commanders of the Ground Forces during World War II. Aspekt, pp. 275. ISBN 90-75323-38-7. Geraadpleegd op 11 september 2019.