Von Manstein werd geboren als tiende zoon van generaal van de artillerie Eduard von Lewinski. Kort na zijn geboorte werd hij door zijn ouders aan zijn kinderloze oom, generaal Georg von Manstein, en tante gegeven en nam hij de naam van zijn pleegouders aan. Hij werd hiermee een adoptief kleinzoon van generaal Albrecht Gustav von Manstein. Zijn andere tante van moeders kant was getrouwd met veldmaarschalk en later president Paul von Hindenburg.
Von Manstein wordt door militaire experts gezien als een van de bekwaamste bevelhebbers van zijn tijd. Het strategische concept van de zogenaamde Blitzkrieg-aanval op Frankrijk (Fall Gelb) is grotendeels door hem uitgedacht. Na de door de Duitsers verloren slag om Stalingrad stabiliseerde hij het oostfront. Met de strategische inzichten van Hitler kon Von Manstein zich vaak niet verenigen. Zo wilde Von Manstein in de slag om Koersk, de grootste tankslag ooit, meteen aanvallen, maar moest hij van Hitler wachten op versterkingen. Ook had Von Manstein onvrede met Hitlers beslissing om op het einde van die slag tanks terug te roepen om tegen de invasie in Sicilië te vechten.
De veldmaarschalk was geen voorstander van de vernietiging van Joden en communisten in de bezette gebieden, maar wel behept met de in zijn kringen gebruikelijke vooroordelen ten aanzien van "Joden en bolsjewieken". Hij verzette zich niet of nauwelijks tegen de executies achter de frontlinies en hield zich afzijdig. In zijn persoonlijke contacten toonde hij zich cynisch t.o.v. het nazisme. Zo leerde hij zijn teckel de Hitlergroet te brengen. De generaal nam geen deel aan de aanslag op Hitler in juli 1944. Hitler wantrouwde Von Manstein omdat hij een Pruis was en van adel was.
Omdat onder zijn commando aan het oostfront diverse oorlogsmisdaden hadden plaatsgevonden (waaronder de slechte behandeling van krijgsgevangenen, samenwerking met Einzatsgruppe D en het toepassen van de tactiek van de verschroeide aarde) werd hij eind 1949 veroordeeld tot 18, later 12 jaar gevangenisstraf. Hiertegen rees, ook van Britse zijde, veel protest. Winston Churchill pleitte voor hem omdat de Britten en de Amerikanen zijn competentie en expertise ter zake weleens konden gebruiken indien het op een treffen met de Sovjets zou uitdraaien. Op grond van zijn slechte gezondheid kwam Von Manstein al in mei 1953 vrij. Later verwierf hij een belangrijke adviesfunctie bij de West-Duitse regering voor de opbouw van een nieuw leger (de Bundeswehr).
Persoonlijk
Manstein huwde in 1920 Jutta Sibylle von Loesch (1900–1966). Ze kregen samen een dochter (Gisela 1921–2013), en twee zonen Gero (1922 – gesneuveld in 1942 als luitenant aan het oostfront) en Rüdiger (1929–2019).
Antony Beevor, De Tweede Wereldoorlog, Vert. Uitg. Ambo, 2012.
(de) Erich von Manstein: Verlorene Siege; Erinnerungen 1939-1944. Bernard & Graefe Verlag, Koblenz, 1987, ISBN 3-7637-5253-6
(de) Scherzer, Veit. Die Ritterkreuzträger 1939–1945 Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena, Duitsland: Scherzers Miltaer-Verlag. 2007, ISBN 978-3-938845-17-2.
(de) Fellgiebel, Walther-Peer (2000). Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945 – Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller Wehrmachtsteile. Friedberg, Duitsland: Podzun-Pallas. ISBN 978-3-7909-0284-6.
(de) Thomas, Franz. Die Eichenlaubträger 1939–1945 Band 2: L–Z. Osnabrück, Duitsland: Biblio-Verlag. 1998, ISBN 978-3-7648-2300-9.
(en) Kursietis, Andris J. (1999). The Wehrmacht at War 1939-1945; The Units and Commanders of the Ground Forces during World War II. Aspekt, 19, 20, 28, 276, 287. ISBN 90-75323-38-7. Geraadpleegd op 16 september 2019.