De Geschiedenis van de Yuan of Yuanshi is een van de boeken uit de Vierentwintig Geschiedenissen, de verzameling officiële geschiedenissen van Chinese keizerlijke dynastieën. Het werk is tot stand gekomen in 1370, beschrijft de geschiedenis van de Yuan-dynastie en omvat de periode 1206-1369.
Ontstaan
In 1369 kreeg een groep historici van de Hongwu-keizer (1368-1398) opdracht om een geschiedenis samen te stellen van de Yuan-dynastie. De groep stond onder leiding van Song Lian (宋濂, 1310-1381), een van de belangrijkste prozaschrijvers uit de Ming-tijd. Het boek werd binnen één jaar samengesteld, sneller dan enige andere officiële dynastieke geschiedenis. Het werk werd gepresenteerd in 1370.
Ondanks de kwaliteiten van samensteller Song Lian was de gepresenteerde Yuanshi onvolledig en zeer onnauwkeurig. Dit geldt vooral voor de liezhuan. De tijd die aan de samenstelling van de Yuanshi was besteed, was eigenlijk te kort. Desondanks vormt de Yuanshi nog steeds een belangrijke bron voor de bestudering van de geschiedenis van de Yuan-dynastie.
Vanwege de vele fouten zijn er in de loop van de tijd onderdelen verwijderd uit een groot aantal hoofdstukken. Verder zijn veel van de toegevoegde documenten door de samenstellers niet bewerkt en hebben hun oorspronkelijke vorm behouden. Dit gebeurde met name met de verhandelingen. Nu worden juist die onbewerkte documenten als belangrijke bronnen gezien voor de geschiedenis van de Yuan, omdat ze nog niet zijn beïnvloed door een Confucianistische kijk op het verleden.
Yuanshi bevat 210 juan. Song Lian volgde de indeling van Shiji en Hanshu:
Benji (本紀, annalen), 47 juan. Keizerlijke biografieën in strikt annalistische vorm (biannianti) die een chronologisch overzicht bieden van de belangrijkste gebeurtenissen, bezien vanuit het keizerlijke hof. De keizers staan vermeld onder hun tempelnaam. Yesun Timur Khan (1323-1328) en Toghan Timur (Toghon Temür), (1333-1370) kregen van hun opvolgers geen tempelnaam en staan onder hun postume naam vermeld. Er zijn geen annalen van regent Tolui Khan (1227-1229) en het kindkeizertje Arigaba (1328).
Zhuan (傳, exemplarische overleveringen, vaak aangeduid als biografieën), 96 juan. Biografieën van belangrijke personen. De biografie beperkte zich tot het beschrijven van gebeurtenissen die het exemplarische karakter van de betreffende persoon duidelijk moesten maken. In een hoofdstuk kunnen ook twee of meer personen worden behandeld, als zij tot hetzelfde type persoon behoren. De laatste hoofdstukken beschrijven de betrekkingen tussen China en de verschillende buurvolkeren.
Juan 114 en 116, biografieën van keizerlijke gemalinnen (houfei, 后妃)
Güyük Khan (1206-1248, regeerde als khan 1246-1248), tempelnaam Dingzong 定宗
Dingzong hou Wowuli Haimishi 定宗后斡兀立海迷失, Oghul Ghaymish, †1251, echtgenote van Güyük Khan en 1248-1251 regentes. Moeder van twee zonen van Güyük Khan, Khoja (忽察, Hucha) en Naqu (腦忽, Naohu). Zij werd in 1251 geëxecuteerd
Möngke Khan (1209-1259, regeerde als khan 1251-1259), tempelnaam Xianzong 憲宗
Chengzong hou Boluhan 成宗后卜魯罕, Bulugan, †1307, tweede keizerin van Temür Khan in 1305
Külüq Khan (1281-1311, regeerde als khan 1307-1311), tempelnaam Wuzong 武宗
Wuzong hou Zhenge 武宗后真哥, Zhenge, †1327, keizerin van Külüq Khan, werd 1310 een boeddhistische non
Wuzong hou Sugeshili 武宗后速哥失里, Sugeshili, ?—?, concubine van Külüq Khan, een nicht of mogelijk een jongere zus van Zenge
Wuzong hou Yiqilie shi 武宗后亦乞烈氏, Yiqilie, concubine van Külüq Khan en moeder van Khutughtu Khan Kusala (1300-1329), de latere keizer Mingzong (r.1329)
Tangwu shi 唐兀氏, Tangwu (afkomstig van de Tangut, concubine van Külüq Khan en moeder van Jayaatu Khan Tugh Temür (1304-1332), de latere keizer Wenzong (r.1328-1329 en 1329-1332)
Gegeen Khan (1302-1323, regeerde als khan 1320-1323), tempelnaam Yingzong 英宗
Yingzong hou Sugebala 英宗后速哥八剌, Sugabala, †1327, keizerin van Gegeen Khan in 1321
Yesün Temür Khan (1293-1328, regeerde als khan 1323-1328), postume naam Taiding di 泰定
Taiding di hou Babuhan 泰定帝后八不罕, Babukhan, werd in 1324 keizerin van Yesün Temür Khan en was moeder van Ragibagh Khan (Arigabag, 1320-1328, r.1328 als de Tianshun-keizer 天順帝)
Taiding di fei Bihan 泰定帝妃必罕, Bihan, concubine van Yesün Temür Khan
Jayaatu Khan Tugh Temür (1304-1332, regeerde als khan 1328-1329 en 1329-1332), tempelnaam Wenzong 文宗
Wenzong hou Bodashili 文宗后卜答失里, Budashiri, 1307-1340, werd in 1329 keizerin van Jayaatu Khan Tugh Temür. Regentes na het overlijden van haar echtgenote in 1332, benoemde in 1332 Rinchinbal Khan en in 1333 Toghon Temür tot keizer en bleef regentes tot 1340 toen zij werd verbannen en daarna gedood
Rinchinbal Khan (1326-1332, regeerde als khan 1332), tempelnaam Ningzong 寧宗
Ningzong hou Daliyetemishi 寧宗后答里也忒迷失, Daliyetemishi, †1368, was in 1332 als zevenjarige voor twee maanden gehuwd met de eveneens zevenjarige Rinchinbal Khan
Toghon Temür (1320-1370, regeerde als khan 1333-1368), postume naam Shundi 本紀
Shundi hou Danashili 順帝后答納失里, Danashri, 1320-1335, in 1333 keizerin van Toghon Temür, werd in 1335 verbannen en daarna geëxecuteerd
Shundi hou Wanzhe Hudou 順帝后完者忽都, Öljei Khutuk (keizerin Qi), 1315–1369, afkomstig uit Goryeo (Korea), in 1333 werd zij concubine van Toghon Temür, in 1340 zijn tweede keizerin en in 1365 eerste keizerin. Zij was moeder van Biligtü Khan Ayushiridara (1340-1378, de eerste keizer van de Noordelijke Yuan-dynastie 1370-1378)
Yuzong 裕宗 (Zhenjin 真金), Zhenjin, 1243-1285, zoon van Koeblai Khan en zijn kroonprins, maar stierf voortijdig; vader van Temür Khan, de opvolger van Koeblai Khan
Tula 禿剌 (Töre), †1309, achterkleinzoon van Büri (zelf kleinzoon van Chagatai Khan), prins van Yue
Yahudou 牙忽都 Yaqudu, †1311, achterkleinzoon van Tolui Khan, nam deel aan het neerslaan van de opstand van Shiregi en van Kaidu tegen Koeblai Khan
Bochuo 撥綽 Böčök, †1262, militair bevelhebber, achtste zoon van Tolui Khan en grootvader van Yahudou, werd als bevelhebber opgevolgd door zijn kleinzoon
Tuolie Tiemu'er 脫列帖木兒 Töre-tämür, ?-?, prins van Chu (楚王), zoon van Yahudou
Kuanchepuhua 寬徹普化 Konček buqa, †1365, prins van Weishun (威顺王), zoon van Toghon (die zelf de negende zoon van Koeblai Khan was)
Heshang 和尚 Qošang, zoon van Kuanchepuhua en daarmee achterkleinzoon van Koeblai Khan. Qošang was een naaste medewerker van keizer Toghon Temur en zou zijn betrokken bij de moord op krijgsheer Bolad Temür in 1365
Tiemu'er Buhua 帖木兒不花 Temür buqa, 1286-1368, prins van Huai (淮王) en zoon van Toghon (die zelf de negende zoon van Koeblai Khan was), jongere broer van Kuanchepuhua
Butu khürgen 孛禿 (Beitu, Butu), †1227, Mongoolse militaire leider en een van de naaste medewerkers van Dzjengis Khan, behoorde tot de Mongoolse stam van de Ikhires (亦乞列思). Hij huwde eerst met Temülün (帖木侖), zus van Dzjengis Khan en vervolgens met Khojin Beki (火臣別吉 Huochen Bieji), dochter van Djzenghis Khan. Hij was daarmee zijn zwager en zijn schoonzoon. Khürgen betekent schoonzoon.
Huldai Küregen 鎖兒哈 (Suo'erha), rond 1200-na 1233, leider van de Mongoolse stam van de Ikhires (亦乞列思) en was een zoon van Butu khürgen. Hij was gehuwd met Antu (安禿), een kleindochter van Ögedei Khan, hun dochter Qutuqhai (忽都台) werd de eerste vrouw van Möngke Khan
Quril Küregen 忽憐 (Hulian), 1245-1302, behoorde tot de Mongoolse stam van de Ikhires (亦乞列思), was een achterkleinzoon van Butu khürgen en een Mongoolse generaal die opstanden binnen het Mongoolse rijk neersloeg. Hij was gehuwd met Bayarun (伯雅伦), een dochter van Möngke Khan
Ashi 阿失, 1263-?, generaal, achterkleinzoon van Huldai Küregen
Alaqush Tegin Quri 阿剌兀思剔吉忽里 (Alawusitijihuli, Alaqši Digid Quri), †1211, stamleider van de Onggud, vormde een alliantie met Dzjengis Khan en huwde in 1207 met Alakhai Bekhi (阿剌海別吉) een dochter van Dzjengis Khan
Korguz 闊里吉思 (Kuolijisi, Körgis), c. 1250-1298, leider van de Onggud, achterkleinzoon van van Alaqush Tegin Quri. Zijn stam behoorde tot de Nestorianen, zijn naam "Korguz" was afgeleid van Giwargis, de christelijke heilige Joris van Cappadocië, waardoor hij in christelijke bronnen koning Georgius werd genoemd en zo in verband werd gebracht met de legende van Pape Jan (priester-koning Johannes). Korguz speelde een rol in de strijd tussen Kadai en Koeblai Khan, hij sneuvelde in 1298
Shuhunan 朮忽難 (J̌uqunan), †1309, leider van de Onggud, broer van Korguz
Shu'an 朮安 ook: 術安 (J̌u’an), †1312/14?, leider van de Onggud, zoon van Korguz
Beilu 孛魯 (Bo’ol), 1197-1228, zoon van Muqali, erfde zijn positie
Tasi 塔思 (Taš), 1211-1239, kleinzoon van Muqali, een militaire commandant van de Jalairs
Sunhuncha 速渾察 Süγunčaq, ?—?, zoon van Bo’ol en broer van Taš, volgde hem in 1239 op als leider van de Muqali-clan
Naiyan 乃燕 Nayan, ?—?, tweede zoon van Sunhuncha, weigerde positie als hoofd van de Muqali-clan en liet die over aan zijn broer Qurmši, maar bleef hem wel volledig steunen
Shuode 碩德 Šidi, ?—?, zoon van Naiyan, leidde een leger naar de benedenloop van de Amoer
Batulu 霸突魯 (霸都魯 Badoulu) Ba’atul, †1261, militaire commandant van de Jalair-stam in dienst van Koeblai Khan, zoon van Bo’ol en kleinzoon van Muqali, speelde een belangrijke rol in de Toluidische Successieoorlog, de burgeroorlog tussen Koeblai Khan en zijn jongere broer Ariq Boke
Tata'ertai 塔塔兒台 Tatardai, 1235?—1276, zoon van Daisun (帯孫) en daarmee kleinzoon van Muqali
Zhibi 只必, 1251-1301, ambtenaar, zoon van Tata'ertai
Tubushen 禿不申, ?—?, functionaris, zoon van Tata'ertai
Tuotuo 脫脫 Toqto, 1264-1307, kleinzoon van Sunhuncha (en daarmee achterachterkleinzoon van Muqali), militair bevelhebber, zie: トクト (ジャライル部)
Bo'orchu 博魯朮 Bolushu (博爾朮?, Bo'ershu) Bo'orču, generaal, vanaf zijn vroege jeugd een trouwe bondgenoot van Dzjengis Khan
Yuxi Tiemu'er 玉昔帖木兒 Üz temür, 1242-1295, functionaris (censor), kleinzoon van Bo'orchu
Boroqul 博爾忽 Bo'erhu, 1162–1217, generaal, vroege en trouwe bondgenoot van Dzjengis Khan
Ochicher 月赤察兒 (Yuechicha'er, Öčičer), 1249-1311, achterkleinzoon van Boroqul
Tacha'er 塔察兒 Taγačar, †1238, generaal, zoon van Boroqul
Bielihujiao 別里虎角 (Bielihudai 別里虎䚟), †1257, generaal, zoon van Tacha'er
Songdujiao 宋都角, †1276, generaal, tweede zoon van Bielihudai (en daarmee kleinzoon van Tacha'er)
Chahan 察罕 (Čaγan), †1255, Tangut generaal in Mongoolse dienst, zoon van 曲也怯律 Quyeqielu, een generaal van de late Westelijke Xia-dynastie
Jinhuali 金花里 (?木花里 Muhuali), generaal, oudste zoon van Chahan
Yilisahe 亦力撒合 Ilegü saqal, †1295, generaal, Tangut, kleinzoon van 曲也怯律 Quyeqielu, een generaal van de late Westelijke Xia-dynastie
Lizhiliwei 立智理威, 1254-1310, generaal, zoon van Yilisahe
Zhaba'erhuozhe 札八兒火者 Jabal khodja (جعفر خواجه Jaʿfar Khwaja), ?-?, was een Sayyid -afstammeling van de profeet Mohammed bondgenoot van Dzjengis Khan, zou 118 jaar zijn geworden
Shuchitai 朮赤台 J̌ürčedei, †1203, was een trouwe metgezel van Dzjengis Khan , waarvoor hij later werd uitgeroepen tot een van zijn noyons (duizenders)
Qietai 怯台 (Kehetei), ?–?, generaal, zoon van Shuchitai
Chinqai 鎮海 (Zhenhai, Činqai), ook bekend onder zijn Chinese naam Tian Zhenhai (田鎮海), 1169–1252, behoorde tot de Keiraïten, functionaris in dienst van Ögedei Khan en vanGüyük Khan, (als 83-jarige) terechtgesteld op bevel van Möngke Khan
Bogusi 勃古思, ambtenaar?, volgde Koeblai Khan op zijn expeditie naar Dali??
Xiaonaitai 肖乃台 Seünidei, ?-?, generaal in dienst van Dzjenghis Khan, behoorde tot de Keiraïten
Mowuda'er 抹兀答兒, ?—?, generaal, zoon van Xiaonaitai
Wulutai 兀魯台, †1275, generaal, zoon van Xiaonaitai
Tuoluohecha'er 脫落合察兒, †1287, generaal, zoon van Wulutai
Woye'er 吾也而 Uyar, 1163-1258, generaal
Hesimaili 曷思麥里 Qus melik, †1255, generaal, was in dienst van de Westelijke Liao-dynastie, maar sloot zich in 1218 aan bij Dzjengis Khan
Barchuq Art Tegin Ba'ershu'a'ertedejin 巴而朮阿而忒的斤(Ba'ershu'a'er Tedejinyiduhu, Barǰuq art tigin), ?—?, bondgenoot van Dzjengis Khan, heerser van het Oeigoerse koninkrijk Qocho (dat toen een vazalstaat Kara-Kitan was). Hij sloot zich aan bij Dzjengis Khan en werd daarom ook wel de vijfde zoon van Dzjengis Khan genoemd en zijn gebied het vijfde district (ulus)
Huochiha'erdejin 火赤哈兒的斤 Qočqar tigin, †1283, achterkleinzoon van Barchuq Art Tegin, raakte betrokken bij de opstand van Kaidu tegen Koeblai Khan, de Oeigoerse koninklijke familie weigerde zich over te geven aan Kaidu, Qočqar tigin verloor zijn grondgebied en kwam daarbij om het leven
Niulindejin 紐林的斤 Neülin tigin, †1318, zoon van Qočqar tigin, vroeg aan Koeblai Khan om steun om Kaidu te bestrijden om zo de dood van zijn vader te kunnen wreken
Tiemu'er Buhua 帖木兒補化 Temür buqa, †1351?, zoon van Neülin tigin, was in dienst van de Yuan, maar werd vermoord na onenigheid (met Bayan?)
Tiemaichi 鐵邁赤 Temeči, †1282, generaal
Hudou Tiemulu 虎都鐵木祿, ambtenaar, zoon van Tiemaichi
Tahai 塔海, ?—?, minister, kleinzoon van Tiemaichi en neef van Hudou Tiemulu
Anzha'er 按扎兒 Alčar, , ?—?, generaal
Manghan 忙漢 Busan?, †1311, generaal, zoon van Anzha'er
Kuokuoshu 闊闊朮, ?-?, generaal, kleinzoon van Anzha'er
Buzhi'er 布智兒, Buǰir, 1180-1270, generaal, zoon van de Tataar Niu'erjie (Nergei)
Zhaolietai Chaowu'er 召烈台抄兀兒 Čo'ur, ?-?, generaal in dienst van Dzjengis Khan
Kuokuobuhua 闊闊不花 Kökö Buqa, ?-?, generaal van Tataarse afkomst
Baiyan Badulu 拜延八都魯 (Bayan Baγatur, Bayan Bataar), ?-?, generaal
Wuhuncha 兀渾察, †1293, generaal, kleinzoon van Baiyan Badulu
Ashulu 阿朮魯 Aǰul, ?-?, generaal, nam deel aan de belofte aan het Barjuna-meer, leverde een bijdrage aan de aanval op de Liaodong Jurchens en de verovering van de Westelijke Xia
Shaogu'er 紹古兒 Sauγur, ?-?, generaal, nam deel aan de belofte aan het Barjuna-meer
Hudouhu 忽都虎, †1293, generaal, zoon van Shaogu'er
Alawa'ersi 阿剌瓦而思 Alawars, ?-?, Oeigoer, sloot zich aan bij Dzjengis Khan
Wodouman 斡都蠻, ?-, generaal, achter-achterkleinzoon van Alawa'ersi
Chao'er 抄兒, ?-?, generaal, sloot zich aan bij Dzjengis Khan
Abicha 阿必察, †1279, generaal, achterkleinzoon van Chao'er
Yepu Ganbo 也蒲甘卜 Yabu Gambo, Tangut-generaal, Gambo " is Tibetaans en betekent "de volmaakte, de verlichte sgam-po
Angatu 昂阿禿, †1327, Tangut-minister
Zhao'agepan 趙阿哥潘, generaal uit de regio U-Tsang in Tibet
Zhongxi 重喜 (??zie hieronder??)
Chunzhihai 純只海 Čulčaqai, ?-?, generaal
Shanche badu'er 苫徹拔都兒 Quča baγatur, generaal, behoorde tot de Kiptsjaken
Qieqieli 怯怯里, ?-?, generaal
Xiangwusu 相兀速, ?-?, generaal, oudste zoon van Qieqieli
Manggesa'er 忙哥撒兒 Möngkeser, †1254, militair en ambtenaar, berucht omdat hij tijdens de zuivering van Möngke Khan veel doodvonnissen uitsprak
Bodasha 伯答沙 Pādišāh (پادشاه), †1332, kleinzoon van Möngkeser. Hoewel hij puur Mongools was, komt zijn naam van het Perzische woord Padishah, wat "keizer" betekent
Mengsusi 孟速思 Mungsuz, 1206-1267, Oeigoerse ambtenaar in Mongoolse dienst
Ajall Shams al-Din Omar 賽典赤贍思丁 (Saidianchi sansiding, Sayyid Ajall Shams ad-Din Omar al-Bukhari سید اجل شمسالدین عمر بخاری), 1279-1211, eerste door de Mongolen benoemde gouverneur van Yunnan (1274-1279), afkomstig uit Buchara
Nasr al-Din 納速拉丁 (Nasulading, Nasr ad-Din نصرالدین), †1292, gouverneur van Yunnan 1279-1284, nam deel aan de campagnes in Birma en Annam, werd in 1291 gouverneur van Shaanxi, zoon van Ajall Shams al-Din Omar
Huxin 忽辛 (of: 忽先? Huxian, Hoessein), †1310, minister, derde zoon van Nasr al-Din
Buluhaiya 布魯海牙 Bulut Qaya, 1197-1265,Oeigoerse minister
Gao Zhiyao 高智耀, ?-?, Tangut-confucianistische geleerde werkzaam in het Mongoolse Rijk
Zirui 子睿 Gao Rui 高睿, 1249-1314, minister, zoon van Gao Zhiyao
Tiege 鐵哥 Teke, 1248-1313, Oeigoer in dienst van de Mongolen
Wotuochi 斡脫赤 Otochi, ambtenaar afkomstig uit Kasjmir
Namo 那摩, boeddhistische monnik, jpngere broer van Wotuochi
Xuetalahai, Gao'er, Wang Yi, Wang Yu, Zhao Di, Di Shun, Wang Shan, Du Feng, Shi Mobeidieer, Jia Talahun, Ao DunshiYing, Tian Xiong, Zhang Badou, Zhang Rong, Zhao Tianxi
Wang Zhun, Sui Shichang, Luo Bi, Liu En, Shi Gaoshan, Gong Yanhui, Cai Zhen, Zhang Taiheng, He Zhi, Meng Deziyi, Zheng Yi, Zhang Rongshi, Shi Mogougou, Chu Ding, Fan Ji, Zhang Jun, Xin Juri, Wang Xila, Zhao Hongwei
De Zhonghua-uitgave is ook digitaal beschikbaar via het project Scripta Sinica van de Academia Sinica, Taipei. (Zie: externe links)
Vertalingen
Er is geen volledige vertaling van Yuanshi in een westerse taal. Er zijn wel vertalingen van losse hoofdstukken:
(de) Abramowski, Waltraut (1976), "Die chinesischen Annalen von Ögödei and Güyük. Übersetzung des 2. Kapitels des Yüan-shih" in: Zentralasiatische Studien (des Seminars für Sprach- und Kulturwissenschaft Zentralasiens der Universität Bonn) 10 (1976), pp. 117–167.
(de) Abramowski, Waltraut (1979), "Die chinesischen Annalen des Möngke. Übersetzung des 3. Kapitels des Yüan-shih" in: Zentralasiatische Studien (des Seminars für Sprach- und Kulturwissenschaft Zentralasiens der Universität Bonn), 13 (1979), pp. 7–71 l
(en) Dolby, William, Chingis-Khan. His Biography in the Official Chinese History by Sung Lien (1310-1381), Edinburgh (W. Dolby) 1987.
(fr) Hambis, Louis en Paul Pelliot, Le chapitre CVII du Yuan Che. Les généalogies impériales mongoles dans l'histoire chinoise officielle de la dynastie mongole. (T'oung Pao, XXXVIII), Leiden (E.J. Brill) 1945.
(fr) Hambis, Louis, Le Chapitre CVIII du Yuan Che. les fiefs attribués aux membres de la famille impériale et aux ministres de la cour mongole d'après l'histoire chinoise officielle de la dynastie mongole, Leiden (E.J. Brill) 1954 (T'oung pao Monographies).
(en) Schurmann, Franz, Economic structure of the Yüan dynasty, Cambridge, Mass. (Harvard University Press) 1956, (Harvard-Yenching Institute studies XVI).
Vertaling van juan 93-96, de verhandelingen over economie.
(en) Ch'i-ch'ing Hsiao (Qiqing Xiao), The military establishment of the Yuan dynasty, Cambridge (Harvard University Press) 1978, ISBN 0-674-57461-3.
Vertaling van juan 98 (bingzhi, 兵制, het militaire systeem), juan 99 (zhenshu 陣屬, slagorde) en juan 100 (suwei 宿衛, de keizerlijke garde).
deel 4 (Parijs (Collège de France, Institut des Hautes Etudes Chinoises) 1985)
Vertaling van juan 102-105, de verhandelingen over het strafrecht.
Literatuur
(en) "Yuan shi" in: Atwood, Christopher P., Encyclopedia of Mongolia and the Mongol Empire, New York (Facts On File) 2004, ISBN 978-0-816-04671-3, p. 612.
(en) "Yuanshi" in: Wilkinson, Endymion, Chinese History. A New Manual, Cambridge Mass. (Harvard University Press) 2022, (Harvard-Yenching Institute Monograph Series, 128), ISBN 978-0-674-26020-7, deel 2, p. 1475.
(en) Mote, Frederick W., "A Note on Traditional Sources for Yüan History", in: Twitchett, Denis C. en Herbert Franke (eds.), Cambridge History of China, deel 6 (Alien Regimes and Border States, 907–1368), ISBN 0-521-24331-9), pp. 689.
(zh) De Zhonghua-uitgave is digitaal beschikbaar via het project Scripta Sinica van de Academia Sinica, Taipei. Klik daar op 免費使用 om op de site van Scripta Sinica te komen, open vervolgens 史 en open dan 正史. Ga naar 元史, het werk kan naar keuze worden geraadpleegd per hoofdstuk, per paragraaf of per pagina.