Geschiedenis van de Jin
De Geschiedenis van de Jin of Jinshi is een van de boeken uit de Vierentwintig Geschiedenissen, de verzameling officiële geschiedenissen van Chinese keizerlijke dynastieën. Het werk is tot stand gekomen in 1344 en beschrijft de geschiedenis van de Jin-dynastie van de Jurchen (1115-1234). OntstaanIn 1343 kreeg een groep historici namens keizer Toghun Temür (1333-1370) opdracht om een geschiedenis samen te stellen van de Jin-dynastie. De groep behoorde tot het 'Yuan Instituut voor Nationale Geschiedschrijving' (Yuan Guoshi yuan, 元国史院) en stond formeel onder leiding van Tuotuo (脫脫, Toghto, 1313-1355). Hij was als eerste minister de op dat moment machtigste functionaris aan het hof. Het boek werd reeds in 1344 gepresenteerd, gelijktijdig met de Liaoshi. De Jinshi behoort tot de betere standaardgeschiedenissen. Dit kwam vooral door toedoen van Wang E (王鶚, 1190-1273), een hoge Jin functionaris. Dankzij zijn inzet zijn de historische documenten en geschiedenissen (waaronder zijn eigen Jinshi, 金史, 'Geschiedenis van de Jin') niet vernietigd toen de Jurchen in 1234 werden onderworpen door de Mongolen. De documenten werden daarna overgedragen aan de Yuan Guoshi yuan. SamenstellingDe Jinshi bevat 135 juan. Tuotuo volgde de indeling van de Shiji en de Hanshu:
Als enige standaardgeschiedenis bevat de Jinshi een lijst van missies uit het buitenland, die een bezoek aan het hof van de Jin hebben gebracht. Verder bevat Juan 135, Jinguo yujie (金國語解, 'uitleg van het Jin in de Chinese taal') een lijst van niet-Chinese namen en begrippen met hun Chinese equivalenten. Dit hoofdstuk is sindsdien een belangrijke bron bij de studie van de taal van de Jurchen. Chinese tekst
VertalingenEr is geen volledige vertaling van de Jinshi. Er zijn wel vertalingen van losse hoofdstukken:
Literatuur
Externe links
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina 金史 (Jinshi- Geschiedenis van de Jin) op Wikisource.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia