Het Boek van de Wei of Weishu is een van de boeken uit de Vierentwintig Geschiedenissen, de verzameling officiële geschiedenissen van Chinese keizerlijke dynastieën. Het werk is samengesteld door Wei Shou (506-572), een historicus in dienst van de Noordelijk Qi, kwam tot stand in 554 en beschrijft de geschiedenis van de Noordelijke Wei-dynastie (386-535) en de Oostelijke Wei-dynastie (534-550). Daarentegen wordt (in juan 22) de eerste heerser van de Westelijke Wei-dynastie een usurpator genoemd. Wegens veronderstelde vooringenomenheid werd het werk in de traditionele Chinese historiografie zeer bekritiseerd en waren er reeds onder de noordelijke Song (960-1127) 30 van de oorspronkelijke 131 juan geheel of gedeeltelijk verloren geraakt.
Ontstaan
In 551 kreeg Wei Shou van keizer Wenxuan (r.550-559) van de Noordelijk Qi opdracht tot het samenstellen van een geschiedenis van de Noordelijke Wei-dynastie. Hij kon daarbij gebruikmaken van werk dat een groot aantal historici reeds tijdens de Wei-dynastie had verricht:
Deng Yuan (鄧淵) had onder keizer Daowu (r.377-409) in zijn Dai ji (代記) 10 juan aan keizerlijke annalen samengesteld over de voorouders van de stichter van de Wei-dynastie, de heersers over Dai, de oorspronkelijke naam van het koninkrijk van de Tuoba.
Gao Yun (高允, 391-487) en Cui Hao (崔浩, 381-450) breidden dat werk uit tot 30 juan. Keizer Taiwu (424-452) beschouwde feiten over zijn voorouders die Cui Hao had vermeld als beledigend en schadelijk voor het aanzien van zijn dynastie. Cui Hao zou (Han)-Chinese instituties meer waarderen dan die van de Tuoba en werd in 450 met zijn gehele familie en naaste medewerkers terechtgesteld.
Vanaf 487 stelden Li Biao (李彪, 441-501) en Cui Guang (崔光, 451-523) documenten samen, die de periode tot en met de regering van keizer Xianwen (r.466-471) omvatten. Zij waren de eerste historici in Wei die de jizhuanti-stijl toepasten door het materiaal te splitsten in annalen, tabellen, verhandelingen en biografieën. Zij volgden daarmee het voorbeeld van Shiji en Hanshu.
Xing Luang (邢巒, 464-514) stelde tussen 500 en 514 een overzicht samen van de activiteiten van keizer Xiaowen (r.471-499). Zijn werk liep echter niet verder dan tot 490.
Cui Hong (†527) en Wang Zunye kregen opdracht dit overzicht voort te zetten tot 515 (dus inclusief de regeerperiode van keizer Xuanwu, r.499-515).
Wei Shou deed hetzelfde voor de laatste keizers van de Wei-dynastie. Vervolgens werkte hij vanaf 551 aan de uiteindelijke dynastieke geschiedenis van de Wei. Volgens juan 104 van Weishu koos hij als assistenten Fang Yan-you (房延祐), Xin Yuanzhi (辛元植), Diao Rou (刁柔, 501-556), Pei Angzhi (裴昂之), Gao Xiaogan (高孝幹), Qiwu Huaiwen (綦毋懷文) en Sui Zhongrang (眭仲讓). Wei Shou overhandigde het grootste deel van het werk in de derde maand van 554 aan de keizer. In de elfde maand van datzelfde jaar presenteerde hij het resterende gedeelte, dat bestond uit tien 'verhandelingen'.
Na de presentatie
Direct na de presentatie ontstond ophef over het werk. Wei Shou werd partijdigheid verweten bij de wijze waarop hij een groot aantal functionarissen had beschreven. Dit werd door hun nakomelingen beschouwd als een belediging van hun voorouders en daarmee een belediging van henzelf. Zij betitelden het boek niet als weishu, maar als huishu (穢書). Dat leek in uitspraak op weishu, maar betekende 'boek van vuiligheid'. Wei Shou werd tot tweemaal toe gedwongen zijn werk te herzien, eerst tussen 560-561 en daarna nogmaals tussen 565 en 572, het jaar waarin hij stierf.
Omdat Wei Shou in dienst was van de Noordelijke Qi, beschouwde hij die dynastie als legitieme opvolger van de Noordelijke Wei. Het Hemels Mandaat zou via Oostelijke Wei zijn overgegaan naar de Noordelijke Qi-dynastie. De eerste heerser van de Westelijke Wei, keizer Wen (r.535-551) wordt in juan 22 slechts met zijn persoonsnaam Yuan Baoju (元寶炬) genoemd en ontving de toevoeging jian (僭, usurpator). Dit werd Wei Shou onder de Sui en Tang-dynastie zeer kwalijk genomen. Zij beschouwden niet de Noordelijke Qi, maar de twee dynastieën die Chang'an als hoofdstad hadden, de Westelijke Wei en de Noordelijke Zhou, als de rechtmatige opvolgers van de Noordelijke Wei. Volgens juan 56 van Beishi zou zijn graf daarom geschonden zijn en zijn tot stof vergaan lichaam in de vier windrichtingen zijn verspreid. Keizer Wen, stichter van de Sui-dynastie gaf aan Wei Dan (魏澹) opdracht voor het samenstellen van een nieuwe geschiedenis van de Wei (Weishu, 魏澹) waarin de voorkeur van Wei Shou voor de Noordelijke Qi was verwijderd. Zhang Taisu (張太素) kreeg onder de Tang-dynastie een soortgelijke opdracht. Het door hem voltooide werk heette eveneens Weishu.
Ook historicus Liu Zhiji (661-721) bekritiseerde het werk van Wei Shou fel, nu om zijn voorkeur voor de Noordelijke Dynastieën ten koste van die van de Zuidelijke Dynastieën. Zo worden in juan 96-98 van Weishu de keizers van de Oostelijke Jin (317-420) jian (僭, usurpators) genoemd en ontvingen die van de Liu Song (420-479) en de Zuidelijke Qi-dynastie (479 – 502) de neerbuigende toevoeging daoyi (島夷, barbaren van de eilanden). Volgens Liu Zhiji diende een historicus bij het schrijven strikt objectief te blijven en mocht hij bij beoordelingen niet uitgaan van morele waarden of van veronderstellingen die niet op feiten waren gebaseerd.
Tijdens de Song-dynastie waren 30 van de oorspronkelijke 131 juan geheel of gedeeltelijk verloren geraakt. In de 11e eeuw kreeg een groep geleerden opdracht Weishu te reconstrueren. Tot die groep behoorden Liu Ban (劉放, 1023-1089), Liu Shu (劉恕, 1032-1078), An Dao (安燾, 1034-1108) en Fan Zuyu (范祖禹, 1041-1098). Zo werden de annalen van keizer Taizong (juan 3) en de verhandeling over astronomie (juan 105) aangevuld vanuit de werken van Wei Dan en Zhang Taisu. Juan 12-15, 17-20, 22, 25, 33-34, 81-83, 85-87, 89 en 101-104 kregen aanvullingen uit Beishi (北史, Geschiedenis van het Noorden), het nu verloren werk Gaoshi xiaoshi (高氏小史) door Gao Jun (高峻) en Xiuwendian yulan (修文殿御覽), een traditionele Chinese encyclopedie uit de Noordelijke Qi. Juan 84 en 91 konden niet verder meer worden aangevuld. Ook de eerste tien verhandelingen zijn verloren.
Samenstelling
De volgorde van de onderdelen bij Weishu wijkt af van die van Shiji en Hanshu. Na de annalen volgen de biografieën en pas daarna de verhandelingen. Dit heeft te maken met de wijze waarop het werk tot stand is gekomen. Eigenlijk bestaat de Weishu uit 114 juan (12 benji, 92 liezhuan en 10 shu). De omvangrijke hoofdstukken zijn later gesplitst in twee, drie of soms zelfs vier delen. Dit geldt met name voor de verhandelingen. Het totaal aantal juan bedraagt dan 130. Bij citaten en verwijzingen wordt de nummering van de indeling in 114 juan gebruikt. Weishu vormt de belangrijkste historische bron voor de Noordelijke Wei.
Ji (紀, annalen), 12 (14) juan. Keizerlijke biografieën in strikt annalistische vorm die een chronologisch overzicht bieden van de belangrijkste gebeurtenissen, bezien vanuit het keizerlijke hof. Er zijn geen keizerlijke annalen van Tuoba Yu (拓跋余, de prins van Nan'an (南安王), die in 452 voor korte tijd keizer was en van Yuan Ye (元曄, 509 – 532), de prins van Changguang (長廣王, ook prins van Donghai, 東海王), die in 530 voor korte tijd keizer was.
Annalen van keizer Taiwu (北魏太武帝, r.423-451), tempelnaam Shizu (世祖) en van zijn zoon Tuoba Huang (拓拔晃), kroonprins Jingmu (景穆太子, †451), die vervolgens door diens zoon keizer Wencheng postuum tot keizer Jingmu (景穆皇帝) werd geproclameerd, met als tempelnaam Gongzong (恭宗)
Liezhuan (列傳, exemplarische overleveringen, vaak aangeduid als biografieën), 92 (96) juan. Biografieën van belangrijke personen. De biografie beperkte zich tot het beschrijven van gebeurtenissen die het exemplarische karakter van de betreffende persoon duidelijk moesten maken. In juan 13 worden keizerinnen en keizerlijke concubines beschreven en in juan 83 hun familieleden. In juan 14-22 gebeurt hetzelfde voor leden van de keizerlijke familie. Verder zijn er een groot aantal individuele biografieën. Vanaf juan 83 zijn er collectieve biografieën, waarbij de beschreven personen in categorieën zijn geplaatst. Juan 95-99 beschrijven de betrekkingen tussen Noordelijke Wei en de verschillende buurstaten. Hierbij gaat het om enkele van de Zestien Koninkrijken, de Jin-dynastie en de Zuidelijke Dynastieën. De heersers van Jin worden wei (偽, illegaal) genoemd en die van de Zuidelijke Qi-dynastie en Liu Song-dynastie, twee van de Zuidelijke Dynastieën, krijgen de toevoeging daoyi (島夷, barbaren van de eilanden). Juan 100-103 beschrijven de betrekkingen tussen Wei en de verschillende buurvolkeren. Zij werden geplaatst onder liezhuan omdat het memoranda betrof die op persoonlijke titel waren geschreven. Juan 104 vormt het nawoord met een autobiografie van samensteller Wei Shou.
Shenyuan huanghou Dou shi (神元皇后竇氏, †248), madame Dou, keizerin van Tuoba Liwei (拓跋力微, zijn postume naam was Shenyuandi, 神元帝).
Wendi huanghou Feng shi (文帝皇后封氏), madame Feng, keizerin van Tuoba Shamohan (拓跋沙漠汗, zijn postume naam was Wendi, 文帝).
Huandi huanghou Qi shi (桓帝皇后祁氏, †324), madame Qi, keizerin van Tuoba Yiyi (拓跋猗㐌, r.291-303, zijn postume naam was Huandi, 桓帝).
Pingwen huanghou Wang shi (平文皇后王氏, †355), madame Wang, keizerin van Tuoba Yulü (拓跋鬱律, r.317-321, zijn postume naam was Pingwendi, 平文帝).
Zhaocheng huanghou Murong shi (昭成皇后慕容氏, †360), madame Murong, keizerin van Tuoba Shiyijian (拓跋什翼犍, r.338-376, zijn postume naam was Zhaochengdi, 昭成帝).
Xianming huanghou (献明皇后, 351–396), keizerin Xianming, de formele titel van prinses-weduwe Helan (賀蘭太后), echtgenote van Tuoba Shi (拓拔寔), kroonprins van Tuoba Shiyijian (拓跋什翼犍, r.338-376) en moeder van Tuoba Gui (拓跋珪 Beiwei Daowudi (北魏道武帝), die in 386 het koninkrijk Dai herstelde.
Daowu Xuanmu huanghou Liu shi (道武宣穆皇后劉氏, †409), madame Liu, concubine van Daowudi en moeder van keizer Mingyuan, die haar eerde met de titel keizerin Xuanmu (宣穆皇后)
Mingyuan Zhaoai huanghou Yao shi (明元昭哀皇后姚氏, †420), madame Yao, concubine van keizer Mingyuan, die haar postuum eerde met de titel Keizerin Zhaoai (昭哀皇后)
Mingyuan Mi huanghou Du shi (明元密皇后杜氏, †420), madame Du (mogelijk Duguhun), concubine van keizer Mingyuan en moeder van keizer Taiwu. Zij kreeg postuum de titel keizerin Mi (密皇后)
Taiwu huanghou Helian shi (太武皇后赫連氏, †453), madame Helian werd in 432 keizerin (赫連皇后), na de dood van haar echtgenoot kreeg zij de titel keizerin Taiwu (太武皇后).
Taiwu Jingai huanghou He shi (太武敬哀皇后賀氏, †428), concubine He ((賀夫人) van Taiwu. Het is onduidelijk of zij afkomstig was uit de clan van de Helan (賀蘭) of van de Helai (賀賴). Zij was de moeder van kroonprins Tuoba Huang (拓拔晃, 428-451) en overleed mogelijk in het kraambed. Kreeg postuum de titel keizerin Jingai (敬哀皇后).
Jingmu Gong huanghou Yujiulü shi (景穆恭皇后郁久閭氏, †452), Yujiulü was concubine van kroonprins Tuoba Huang (拓拔晃, 428-451, formeel Kroonprins Jingmu, 景穆太子) en moeder van keizer Wencheng die haar postuum de titel keizerin Gong (恭皇后) verleende.
Wencheng Wenming huanghou Feng shi (文成文明皇后馮氏, 441-490), madame Feng, keizerin van Wenchengdi, kreeg na zijn dood de titel keizerin Wencheng Wenming (文成文明皇后). Zij bleef tot haar dood zeer invloedrijk als regentes voor de keizers Xianwen (r.465-470), die zij vermoedelijk liet vermoorden en Xiaowen (r.471-499).
Wencheng Yuan huanghou Li shi (文成元皇后李氏, †456), madame Li, concubine van Wenchengdi en moeder van keizer Xianwen, werd gedwongen tot zelfmoord toen haar zoon kroonprins werd (zoals toen gebruikelijk was). Haar postume naam werd keizerin Yuan Gong (元恭皇后)
Xianwen Si huanghou Li shi (献文思皇后李氏, †469), madame Li, concubine van keizer Xianwen (r.465-470) en moeder van keizer Xiaowen (467-499). Toen die in 469 kroonprins werd, overleed zijn moeder (mogelijk door zelfmoord, zoals toen gebruikelijk was). Zij ontving als postume titel keizerin Si (思皇后)
Xiaowen Zhen huanghou Lin shi (孝文貞皇后林氏, †483), madame Lin was concubine van Xiaowen en moeder van kroonprins Yuan Xun (元恂, 483–497) en werd daarom gedwongen tot zelfmoord (zoals toen gebruikelijk was). Keizer Xiaowen verleende haar postuum de titel keizerin Zhen (貞皇后).
Xiaowen Fei huanghou Feng shi (孝文废皇后馮氏), madame Feng was de eerste keizerin van Xiaowen, maar werd in 496 afgezet ten gunste van haar halfzus. Zij wordt keizerin Fei (废皇后, de afgezette keizerin) genoemd.
Xiaowen You huanghou Feng shi (孝文幽皇后馮氏, †499) was de tweede keizerin van Xiaowen en een halfzus van de vorige. Zij werd in 497 tot keizerin werd benoemd, maar na talrijke intriges werd zij onmiddellijk na de dood van Xiaowen gedwongen tot zelfmoord. Desondanks werd zij met eer begraven en werd formeel keizerin You (幽皇后).
Xiaowen Zhao huanghou Gao shi (孝文昭皇后高氏, 469-496), Gao Zhaorong (高照容) was een concubine van Xiaowen en moeder van keizer Xuanwu. Nadat haar zoon in 497 tot kroonprins was benoemd, werd zij vermoord, waarschijnlijk in opdracht van de (tweede) keizerin. Haar postume titel werd keizerin Zhao (昭皇后).
Xuanwu Shun huanghou Yu shi (宣武順皇后于氏, †507), keizerin Yu werd in 501 de eerste keizerin van Xuanwudi. Zij overleed plotseling in 507, mogelijk als gevolg van vergiftiging in opdracht van haar opvolgster, keizerin Gao. Haar postume titel werd keizerin Shun (順皇后).
Xuanwu huanghou Gao shi (宣武皇后高氏, †518), Gao Ying (高英) werd in 508 de tweede keizerin van Xuanwudi. Na zijn dood in 515, verloor zij haar titel en werd gedwongen in te treden in een boeddhistisch klooster, waar zij in 518 overleed.
Xuanwu Ling huanghou Hu shi (宣武靈皇后胡氏, †528), madame Hu was een concubine van Xuanwudi en moeder van keizer Xiaoming. Na de dood van Xuanwudi in 515 werd zij keizerin-weduwe en regentes voor haar zoon, die zij in 528 liet vergiftigen. Toen daarop de hoofdstad Luoyang werd veroverd door generaal Erzhu Rong liet hij haar verdrinken in de Gele Rivier. Haar teruggevonden lichaam werd in 533 met eer begraven. Zij ontving de postume titel keizerin Ling (靈皇后).
Xiaoming huanghou Hu shi (孝明皇后胡氏), madame Hu was keizerin van keizer Xiaoming (r. 515-528). Zij kregen geen kinderen en na zijn dood trad zij in in een boeddhistisch of taoïstisch klooster, waar zij in een onbekend jaar overleed. Zij heeft geen postume titel en staat slechts bekend als keizerin Hu.
Xiaojing huanghou Gao shi (孝静皇后高氏, †?), madame Gao werd in 539 keizerin van keizer Xiaojing 東魏孝靜帝 (r.534-550), formeel heerser van Oostelijk Wei. Het is onduidelijk of Yuan Zhangren (元長仁, †552, kroonprins vanaf 549) haar zoon was. Na de val van Oostelijk Wei in 550 werd de keizer verbannen en kreeg de keizerin de titel prinses van Zhongshan (Zhongshan wangfei, 中山王妃), maar werd ook wel prinses Taiyuan (Taiyuan gongzhu, 太原公主) genoemd. Na de moord op haar echtgenoot in 552 werd zij gedwongen te huwen met Yang Yin (楊愔, 511–560) een functionaris in dienst van Noordelijk Qi. Wat er verder met haar gebeurde is onbekend. Zij heeft geen postume titel en staat slechts bekend als keizerin Gao.
Wang Jian An Tong Lou Fulian Qiu Dui E Qing Liu Ni Xi Juan Cheyi Luodeng Su Shi Lai Daqian Zhou Ji Dou Daitian Zhou Guan Lü Dafei Wei Bo Lu Zhen Lü Luoba liezhuan (王建 安同 樓伏連 丘堆 娥清 劉尼 奚眷 車伊洛 宿石 來大千 周幾 豆代田 周觀 閭大肥 尉撥 陸真 呂洛拔 列傳)
biografieën van Wang Jian, An Tong, Lou Fulian, Qiu Dui, E Qing, Liu Ni, Xi Juan, Cheyi Luodeng, Su Shi, Lai Daqian, Zhou Ji, Dou Daitian, Zhou Guan, Lü Dafei, Wei Bo, Lu Zhen en Lü Luoba
Zhao Yi Hu Fanghui Hu Sou Song Yao Zhang Zhan Zong Qin Duan Chenggen Kai Yin Liu Bing Zhao Rou Sou Chang Yin Zhongda liezhuan (趙逸 胡方回 胡叟 宋繇 張湛 宗欽 段承根 闞駰 劉昞 趙柔 索敞 陰仲達 列傳)
biografieën van Zhao Yi, Hu Fanghui, Hu Sou, Song Yao, Zhang Zhan, Zong Qin, Duan Chenggen, Kai Yin, Liu Bing, Zhao Rou, Sou Chang en Yin Zhongda
Xiongnu Liu Cong Jiehu Shi Le Tiefu Liu Hu Tuhe Murong Hui Linwei Di Fu Jian Qiang Yao Chang Lüeyang Di Lü Guang liezhuan (匈奴劉聰 羯胡石勒 鐵弗劉虎 徒何慕容廆 臨渭氐苻健 羌姚萇 略陽氐吕光 列傳)
biografieën van Liu Cong van de Xiongnu, Shi Le van de Jie, Liu Hu van de Tiefu, Murong Hui van de Tuhe, Fu Jian van de Linwei Di, Yao Chang van de Qiang en Lü Guang van de Lüeyang Di
Tiefu Liu Hu (鉄弗劉虎, 341), bedoeld is Liu Hu. hoofd van de westelijke tak van de Tiefu-confederatie en daarmee een concurrent voor Tuoba Yulu (拓跋鬱律, keizer Pingwen 北魏平文帝), die hem in 318 versloeg.
Jian Jin Sima Rui Cong Li Xiong liezhuan (司馬叡列傳 賨李雄列傳)
biografieën van Sima Rui en Cong Li Xiong
Bevat:
Jian Jin Sima Rui (僭晉司馬叡, r.318-323). Bedoeld is keizer Yuan, die in 318 de Oostelijke Jin-dynastie vestigde. Hij werd slechts aangeduid met zijn persoonlijke naam Sima Rui en de neerbuigende toevoeging jian (僭, usurpator)
Cong Li Xiong (賨李雄, r.303-334). Bedoeld is keizer Wu, stichter van Cheng-Han, een van de Zestien Koninkrijken. Hij wordt slechts aangeduid met zijn persoonlijke naam Li Xiong, die tot de clan Cong van de Di behoorde.
Daoyi Huan Xuan Haiyi Feng Ba Daoyi Liu Yu liezhuan (島夷桓玄 海夷馮跋 島夷劉裕 列傳)
biografieën van Huan Xuan van de Daoyi, Feng Ba van de Haiyi en Liu Yu van de Daoyi
Bevat:
Daoyi Huan Xuan (島夷桓玄, 369-404), bedoeld is Huan Xuan (桓玄), die rebelleerde tegen de Jin-keizer An en zich in 403 uitriep tot (tegen)keizer Wudao van Chu (楚武悼帝). Net als de heersers van de Zuidelijke Dynastieën kreeg ook hij de neerbuigende toevoeging daoyi (島夷, barbaar van de eilanden)
Haiyi Feng Ba (海夷馮跋, r.409-430). Bedoeld is keizer Wencheng (北燕文成帝) van Noordelijke Yan, een van de Zestien Koninkrijken. Hij wordt slechts aangeduid met zijn persoonlijke naam Feng Ba en de neerbuigende toevoeging haiyi (海夷, barbaar van de zee)
Daoyi Liu Yu (島夷劉裕, r.420-422), Bedoeld is keizer keizer Wu (劉宋武帝) van de Liu Song-dynastie (420-479), die slechts werd aangeduid met zijn persoonlijke naam Liu Yu en de neerbuigende toevoeging daoyi (島夷, barbaar van de eilanden).
biografieën van Xiao Daocheng van de Daoyi en Xiaoyan van de Daoyi
Bevat:
Daoyi Xiao Daocheng (島夷蕭道成, r.479-482). Bedoeld is keizer keizer Gao (南齊高帝) van de Zuidelijke Qi-dynastie (479 – 502), die slechts werd aangeduid met zijn persoonlijke naam Xiao Daocheng en de neerbuigende toevoeging daoyi (島夷, barbaar van de eilanden).
Daoyi Xiao Yan (島夷蕭衍, r.482-493) Bedoeld is keizer keizer Wu (南齊武帝) van de Zuidelijke Qi-dynastie (479 – 502), die slechts werd aangeduid met zijn persoonlijke naam Xiao Yan en de neerbuigende toevoeging daoyi (島夷, barbaar van de eilanden).
biografieën van gouverneur Mu Zhangshi van Liangzhou, Qifu Guoren van de Xianbei, Tufa Wugu van de Xianbei, gouverneur Liangwang Ligao en Juqu Mengxun van de Lushuihu
Sishu Liangwang Ligao (私署涼王李暠, 351–417, r.400-417), Li Gao, was de stichter van de Westelijke Liang, een van de Zestien Koninkrijken, hier formeel aangeduid als gouverneur. Hij ontving postuum de titel Prins (Wuzhao) van Liang (涼武昭王)
Lushuihu Juqu Mengxun (盧水胡沮渠蒙遜, 368–433, r.401-433), Juqu Mengxun behoorde tot de Lushuihu (van de Xiongnu?) en was de eerste heerser van de Juqu-clan over Noordelijke Liang, een van de Zestien Koninkrijken.
Dangchang Qiang (宕昌羌), koninkrijk in het huidige Gansu, gesticht door Liu Qin (梁勤), die begin van de 5e eeuw een aantal stammen verenigde. De staat bestond tot ongeveer 550.
Zhi (志, verhandelingen). Er worden tien gebieden van staatsbemoeienis omschreven. In juan 113 wordt onder meer de omzetting van Tuoba-familienamen naar Chinese achternamen beschreven (zoals die van Tuoba naar Yuan). Juan 114 is een verhandeling over Boeddhisme en Taoïsme. Die combinatie maakt deze verhandeling uniek in de reeks officiële dynastieke geschiedenissen.
De Zhonghua-uitgave van de Vierentwintig Geschiedenissen is de meest gebruikte uitgave. De teksten zijn voorzien van leestekens, ingedeeld in paragrafen en geschreven in traditionele karakters. Zowel van de oorspronkelijke als van de herziene uitgave zijn talrijke herdrukken verschenen, die onderling op details kunnen afwijken.
魏收, 魏書 (130卷), 北京 (中華書局), 1973 (Wei Shou, Weishu (130 juan), Beijing (Zhonghua shu ju), 1973), 6 delen, 1904 pp.
Er is geen volledige vertaling van Weishu in westerse talen. Wel zijn er vertalingen van losse hoofdstukken, waaronder:
Holmgren, Jennifer., Annals of Tai. Early T'o-pa History According to the First Chapter of the Wei-shu, Canberra (Australian National University Press) 1982, ISBN 0909879168.
Tsukamoto Zenryū, 'Wei Shou. Treatise on Buddhism and Taoism. English translation by Leon Hurvitz of the original text of the "Wei shu" CXIV and of the Japanese annotation by Tsukamoto Zenryū', in: Mizuno Seiichi en Nagahiro Toshio, Yün-kang. The Buddhist Cave-Temples of the Fifth Century A.D. in North China. Detailed report of the archaeological survey carried out by the mission of the Tohōbunka Kenkyūsho 1938-1945, vol XVI (supplement), Kyoto (Kyoto University, Jimbunkagaku Kenkyūsho) 1956, pp. 23–103.
Literatuur
Geraadpleegde literatuur
(en) Klein, Kenneth,Wei Shu in: Chennault, Cynthia L. e.a. (eds.), Early Medieval Chinese Texts. A Bibliographical Guide, Berkeley (Institute of East Asian Studies) 2015, (China Research Monograph 71), ISBN 978-9-00419-240-9, pp. 368–372.
(en) Knechtges, David R., Wei Shu in: Knechtges, David R. en Chang Taiping (red.), Ancient and Early Medieval Literature. A Reference Guide (Handbuch der Orientalistik; 4. Abt., China; vol.25/2), Leiden (Brill) 2014, deel II, ISBN 978-90-04-19240-9, pp. 1298–1300.
Overige literatuur
Ware, J.R., 'Notes on the History of the Wei Shu', in: Journal of the American Oriëntal Society, 52 (1932), pag. 35-45.
Dien, Albert E. 'Wei Tan and the Historiography of the Wei-shu', in: Kroll, Paul W. en David R. Knechtges (eds.), Studies in Early Medieval Chinese Literature and Cultural History. In Honor of Richard B. Mather and Donald Holzman, Provo UT (T'ang Studies Society) 2003, ISBN 0972925503, pp. 399–466.
Holmgren, Jennifer, Women's Biographies in the Wei-shu. A Study of the Moral Attitudes and Social Background Found in Women's Biographies in the Dynastic History of the Northern Wei, Canberra (Australian National University) 1979.
(zh) De Zhonghua-uitgave is digitaal beschikbaar via het project Scripta Sinica van de Academia Sinica, Taipei. Klik daar op 免費使用 om op de site van Scripta Sinica te komen, open vervolgens 史 en open dan 正史. Ga naar 魏書, het werk kan naar keuze worden geraadpleegd per hoofdstuk, per paragraaf of per pagina.