Het Dwikorakabinet II (Indonesisch: Kabinet Dwikora II), officieel het Verbeterde Dwikorakabinet (Kabinet Dwikora Yang Disempurnakan) was een Indonesisch kabinet dat een maand lang regeerde in 1966. Het kabinet was een poging van president Soekarno om zijn positie weer te verstevigen na de turbulente periode van de poging tot staatsgreep en Indonesische massamoord van 1965-66. Het kabinet staat ook bekend als het "Kabinet met Honderd Ministers" (Kabinet Seratus Menteri) vanwege het zeer grote aantal ministers en beambten met ministersstatus.[1]
Aanleiding en formatie
Na de poging tot staatsgreep in de nacht van 30 september op 1 oktober 1965 werd de schuld aan de communisten gegeven, en er was er sprake van grootschalige zuiveringen: de Indonesische massamoord van 1965-66. Ook communistische politici werden gedood, waaronder kabinetsleden D.N. Aidit, M.H. Lukman en Njoto. Ondertussen was er groeiende onvrede onder de bevolking, onder andere vanwege stijgende benzineprijzen, hoge inflatie en de revaluatie van de roepia. In Jakarta en andere grote steden waren grootschalige studentenprotesten.[2] De studentenprotesten stonden bekend onder de noemer Tritura, een afkorting van Tri Tuntungan Rakyat ("Drie Eisen van het Volk"):
Om aan de onvrede tegemoet te komen stelde Soekarno op 21 februari 1966 het Verbeterde Dwikorakabinet voor. De protesten gingen echter door, ook omdat volgens de demonstranten de communistische invloed in het kabinet nog altijd te groot was.[3] Op de dag van de inauguratie van het nieuwe kabinet, 24 februari, werd bij de protesten in Jakarta Arif Rahman Hakim, een student van de Universitas Indonesia, gedood door een politiekogel, wat de protesten nog verder verhevigde.[4]
Supersemar en arrestatie van ministers
De studentenprotesten en de afnemende populariteit van president Soekarno gaven de mogelijkheid aan het leger om een grotere rol te gaan spelen. Op 11 maart nam het leger — in de persoon van landmachtcommandant Soeharto — de feitelijke macht stevig in handen door president Soekarno te dwingen de Supersemar te ondertekenen. De Supersemar was een document waarmee Soekarno de bevoegdheid gaf aan Soeharto om alles te doen wat hij nodig achtte om de chaotische situatie volgend op de Kudeta en de massamoorden in goede banen te leiden. Hoewel Soekarno nog een tijdje president bleef was alle macht nu praktisch in handen van Soeharto. Een dag later gebruikte hij die macht om de PKI te verbieden.
Op 18 maart 1966 ging Soeharto over tot de arrestatie van 15 ministers uit het Kabinet Dwikora II, "uit naam van de president". Het ging hierbij om ministers die verdacht werden van betrokkenheid bij de '30-Septemberbeweging' die de poging tot staatsgreep had gepleegd, die bij de PKI betrokken zouden zijn, of die anderszins door Soeharto als een gevaar gezien werden. Het ging in alle gevallen om aan Soekarno loyale ministers.[5] Vanwege de arrestatie van de ministers werd korte tijd later het kabinet opgeheven en vervangen door het Kabinet Dwikora III.[6]
↑Omar Dhani was in november 1965 al afgezet als luchtmachtcommandant vanwege de verdenking van betrokkenheid bij de poging tot staatsgreep (Kudeta). Gedurende de gehele regeringsperiode van het Kabinet Dwikora II was hij niet in Indonesië: hij was gevlucht naar Phnom Penh.