yn grien in rjochter skeanbalke fan goud, belein mei in kromstêf, boppe en ûnder beselskippe fan in saneamde Achlumer dakpanne, pleatst yn de rjochting fan de balke, alles fan read; de skeanbalke boppe beselskippe fan in klok en ûnder fan in weintsjil mei acht speaken, alles fan goud.[1]
De Nederlandse vertaling luidt als volgt:
in groen in rechter schuinbalk van goud, belegd met een kromstaf, boven en onder vergezeld van een zogenaamde Achlumer dakpan, geplaatst in de richting van de balk, alles van rood; de schuinbalk boven vergezeld van een klok en onder van een wagenwiel met acht spaken, alles van goud.
De heraldische kleuren zijn: sinopel (groen), goud (goud), keel (rood) en goud (goud).
Dakpan: duidt op eerdere productie van dakpannen. Tevens beeldt het de Achlumer pan uit, een afwijkende vorm voor dakpannen.[1]
Klok: staat voor de Mariaklok van Achlum. Dit was kleinste van drie klokken die in een klokkenstoel hingen. Deze klokkenstoel is verdwenen en de Mariaklok is overgebracht naar het Fries Scheepvaart Museum te Sneek.[1]
Wagenwiel: ontleend van het wapen van de familie Van Offenhuysen die een stins ten noorden van het dorp bewoonde. Ook verwijst het wiel naar het agrarische karakter van het dorp.[1]