De loting vond plaats op 30 juli 2011 in Brazilië. Voorafgaand aan de loting werden de landen op basis van de FIFA-wereldranglijst van juli 2011[2] naar sterkte ingedeeld in zes potten; vijf van negen teams en een van acht teams.[3] De opzet was hetzelfde als voor het wereldkampioenschap voetbal van 2010. De teams werden ingedeeld in negen groepen; acht met zes en een met vijf teams. De winnaar van elke groep plaatste zich rechtstreeks voor het WK. De acht beste nummers twee speelden in de play-off om de resterende vier plaatsen. De beste nummers twee werden bepaald aan de hand van de prestaties tegen de nummers 1, 3, 4 en 5 zodat de nummer 2 van groep 9, de groep met 5 teams, niet benadeeld werd.
Vetdrukte landen hebben zich uiteindelijk gekwalificeerd.
België had zich al vijf internationale toernooien niet meer geplaatst voor een internationale toernooi, maar anno 2012 stond een nieuwe generatie op, waar een groot gedeelte in de Premier League speelde.[4] Zo speelden Eden Hazard bij Chelsea, topschutter Romelu Lukaku bij Everton en verdediger Vincent Kompany bij kampioen Manchester City. Andere, veelbelovende, jonge spelers waren spelverdeler Kevin De Bruyne en doelman Thibaut Courtois, hij speelde op huurbasis bij Atletico Madrid. Door het uitblijven van resultaten waren de Belgen in de derde groep gerangschikt, voornaamste tegenstanders waren Kroatië en Servië, met Macedonië was een derde voormalige, Joegoslavische republiek als tegenstander, de groep werd complementeerd met twee Britse ploegen: Schotland en Wales. Er was geen duidelijke favoriet vooraf en was geen uitgesproken "klein" land in deze groep.[5] Na het gemiste EK werd oud-international Marc Wilmots als bondscoach aangesteld.[6]
Medio maart 2013 was het duidelijk, dat alleen België en Kroatië zich konden plaatsen voor het WK, na zes speelronden hadden beide ploegen al negen punten voorsprong op Servië. Beide landen verspeelden alleen punten in hun onderlinge duel, op de tweede speeldag eindigde België en Kroatië in een 1-1 gelijkspel. In Brussel opende de recent nog voor Club Brugge spelende Ivan Perišić de score, Guillaume Gillet maakte nog voor rust gelijk.[7] De "Rode Duivels" onderstreepten hun herwonnen status door met 0-3 van Servië te winnen. Nadat Servië twee keer op de paal had geschoten zorgde Christian Benteke voor een 0-1 voorsprong, waarna in de tweede helft de voorsprong werd uitgebouwd.[8] Kroatië won met 2-0 van Servië[9] in een door de onafhankelijksheidsoorlog van twintig jaar geleden nog steeds beladen wedstrijd.[10] Opvallend was dat Schotland door de slechte resultaten (twee punten uit zes wedstrijden) en de suprematie van België en Kroatië het eerste Europese werd dat officieel uitgeschakeld was, eerder dan de "dwergstaten".[11]
Op de zevende speeldag zette België een reuzenstap om zich rechtstreeks te plaatsen. Terwijl de ploeg met 1-0 van Servië won[12] verloor Kroatië in eigen huis van Schotland.[13] Op de achtste speeldag werden de Belgische aspiraties nog groter, toen Kroatië opnieuw punten liet liggen (1-1 tegen Servië), terwijl de Belgen met 0-2 van Schotland wonnen.[14] Met nog twee speelronden te gaan kon het bijna niet fout gaan voor de Belgen (vijf punten voorsprong)[15] en België leefde toe naar de kraker in en tegen Kroatië. Al in de eerste helft was de wedstrijd beslist, Lukaku zorgde met twee doelpunten, dat België zich voor de eerste keer sinds 2002 plaatste voor een groot, internationaal toernooi.[16] Kroatië was het spoor volledig kwijt, verloor ook van Schotland en met de geringste marge plaatste het land voor de Play-Offs, de bondscoach Igor Stimac verbond zijn conclusies en nam ontslag.[17] Tegenstander in de Play-Offs was het verrassende IJsland.
Italië had een sterk EK achter de rug, waarin het onverwacht de finale haalde, de finale ging (kansloos) verloren ging tegen Spanje. Het team had nog steeds sterkhouders als doelman Gianluigi Buffon en spelverdeler Andrea Pirlo en profiteerde tijdens het EK van het grillige talent van Mario Balotelli, die twee keer scoorde in de halve finale tegen Duitsland. Italië begon de kwalificatie matig met een 2-2 gelijkspel tegen Bulgarije,[20] maar in de volgende vijf wedstrijden werd alleen nog gelijk gespeeld tegen Tsjechië, de andere wedstrijden werden allemaal gewonnen. Omdat de concurrentie onderling veel punten aan elkaar verspeelde kon Italië het op de zevende en achtste speeldag al afmaken en met thuiszeges op Bulgarije (1-0 door een doelpunt van Alberto Gilardino)[21] en een 2-1 zege op Tsjechië was de ploeg zeker van kwalificatie.[22]
De strijd om de tweede plaats was een strijd tussen vier landen, die onderling zoveel punten verspeelde, waardoor de kans groot was dat de nummer twee laatste zou worden in het klassement van " nummer twee's" en daardoor niet zou deelnemen aan de Play-Offs. Bulgarije stond lange tijd tweede, maar door nederlagen in de laatste twee speeldagen zakte de ploeg weg naar de vierde plaats.[23] Tsjechië speelde nooit een rol van betekenis en mede door een thuisnederlaag tegen Armenië waren de kansen definitief verkeken.[24] Na de daaropvolgende nederlaag tegen Italië nam coach Michal Bilek ontslag.[25] Armenië speelde een wisselvallige kwalificatie, waarin de ploeg veel beter presteerde in uitwedstrijden dan in thuiswedstrijden. Zo verloor het thuis met 0-1 van dwerg Malta[26] en vernederde het een paar dagen later Denemarken met 0-4.[27]
Denemarken begon de kwalificatie beroerd met twee punten uit drie wedstrijden, maar leek na een 0-3 zege op Tsjechië de weg naar boven weer te vinden.[28] Twee thuiswedstrijden moesten dat bevestigen, maar ook Denemarken had moeite te presteren voor eigen publiek en na een 1-1 tegen Bulgarije volgde de 0-4 tegen Armenië. Coach Morten Olsen werd na deze beschamende vertoning hevig bekritiseerd,[29] hij vergeleek de nederlaag zelf met "11 september", waar hij later zijn excuses voor maakte.[30] Na een noodzakelijke revanche op Armenië moest er gewonnen worden van het al geplaatste Italië om de Play-Offs te halen. Door twee treffers van Nicklas Bendtner leek dit te gaan lukken, maar een treffer van Alberto Aquilani zorgde voor een stevige domper. Denemarken werd nu laatste in het klassement van nummers twee in elke poule en kon kwalificatie vergeten.[31]
Duitsland haalde voor de vierde achtereenvolgende keer de halve finales van een groot internationaal toernooi, maar werd in de halve finales wat onverwacht uitgeschakeld door Italië. De nog steeds vrij jonge ploeg stond op het toppunt van zijn kunnen, in de Champions League haalden de Duitse club Bayern Műnchen en Borussia Dortmund de finale.[34] Duitsland begon de kwalificatie zoals gebruikelijk voortvarend, hoogtepunt was de derde wedstrijd, tgen Ierland. Ierland scoorde in de laatste minuut, terwijl Duitsland al met 0-6 voor stond.[35] Tegen Zweden leek het dezelfde kant op te gaan, na een half uur stond de ploeg met 4-0 voor, maar Zweden werkte aan een sterke comeback. In de blessuretijd scoorde Rasmus Elm de gelijkmaker:4-4.[36] Na deze halve uitglijder volgden vier overwinningen en na een 3-0 zege op Ierland plaatste de ploeg zich probleemloos voor de Eindronde.[37]
Zlatan Ibrahimovic was op de toppunt van zijn kunnen en de Zweedse ster werd na (kortstondige) dienstverbanden bij Juventus, Inter Milan, FC Barcelona en AC Milan het boegbeeld van Paris Saint-Germain,[38] dat werd overgenomen door investeerders in Qatar[39] Zlatan wilde ook succes met zijn land, in een vriendschappelijke interland tegen Engeland scoorde hij vier maal,[40] vooral een onmogelijke bicycle kick buiten het strafschopgebied maakte indruk.[41] Na het 4-4 gelijkspel tegen Duitsland volgden twee matige resultaten voor de Zweden en raakte de eerste plaats uit zicht. Zweden speelde eerst in eigen huis doelpuntloos gelijk tegen Ierland en verloor met 2-1 van het opkrabbelende Oostenrijk. Bij Oostenrijk was Martin Harnik de grote man, hij was betrokken bij beide doelpunten (strafschop afgedwongen en assist) en Zweden, Ierland en Oostenrijk stonden precies gelijk in punten aan het einde van het seizoen 2012/2013 (elf punten uit zes wedstrijden).[42]
Ierland kon het WK vergeten na nederlagen tegen de twee concurrenten: 1-2 tegen Zweden en 1-0 tegen Oostenrijk,[43] de Italiaanse bondscoach Giovanni Trapattoni diende zijn ontslag in.[44] Het winnende doelpunt van Oostenrijk werd gescoord door de bij Bayern München doorgebroken David Alaba. Op de negende speeldag was de wedstrijd tussen Zweden en Oostenrijk min of meer beslissend, Zweden had een voorsprong van drie punten. De wedstrijd ging gelijk op, waarbij Oostenrijk andermaal zijn progressie toonde. In de 84e minuut werd de wedstrijd beslist door andermaal een "touch a genious"van Zlatan.[45]Marko Arnautovic kreeg nog een rode kaart na overdreven vallen van Johan Elmander[46] en Oostenrijk was uitgeschakeld.[47] Zweden - Duitsland had geen waarde meer voor de eindrangschikking, Zlatan nam vrij. Net als een jaar eerder in Berlijn vielen er opnieuw acht doelpunten, na een 2-0 achterstand wonnen de Duitsers met 3-5, André Schürrle scoorde drie doelpunten.[48] Zweden moest in de Play-Offs spelen tegen Portugal, waar ook één van de beste voetballers van de wereld speelde: Christiano Ronaldo.
Nederland lootte een oude bekende, Guus Hiddink was op dat moment de bondscoach van Turkije.[49] Echter, na het missen van het EK stapte Hiddink op.[50]Bert van Marwijk trof hetzelfde lot een half jaar later, na een teleurstellend Ek, waarbij Oranje alle wedstrijden verloor werd het contract van van Marwijk ontbonden.[51] Hij werk opgevolgd door Louis van Gaal.[52] Zijn eerste periode als bondscoach was een flop, tien jaar daarvoor miste hij het WK 2002.[53] De belangrijkste concurrenten van Nederland en Turkije waren Roemenië en Hongarije, landen die al jaren geen succes hadden op het internationale podium.
De start van van Gaal was beroerd, de vriendschappelijke wedstrijd tegen het opkomende België ging met 4-2 verloren.[54] Vooral de oude garde faalde en voor de eerste twee kwalificatie-wedstrijden werd de boel flink omgezet: spelers als Nigel de Jong en Rafael van der Vaart werden gepasseerd,[55] spelers als Maarten Stekelenburg en Joris Mathijsen zaten op de bank.[56] Het onervaren Oranje kende een moeizame start, slordigheden van met name (bijna-)debutanten als Daryl Janmaat, Bruno Martins Indi en doelman Tim Krul werden niet afgestraft in de eerste helft, Oranje kwam op voorsprong door een treffer van Robin van Persie. In de tweede helft bleef Oranje met kunst-en vliegwerk overeind en in de blessure-tijd scoorde Luciano Narsingh de verlossende, tweede treffer.[57]
Na deze ontsnapping ging Oranje steeds beter spelen en na twee identieke zeges in de uitwedstrijden tegen Hongarije en Roemenië (beiden 1-4) stond Oranje soeverein aan kop. Van Gaal liet veel spelers uit de Nederlandse comeptitie debuteren en spelers als Daley Blind en Stefan de Vrij maakten hun debuut.[58] Met slechts Arjen Robben, Rafael van der Vaart en Robin van Persie als routiniers werd Roemenië met 4-0 verslagen en kon kwalificaie nauwelijks nog worden ontgaan.[59]Wesley Sneijder was er in een Aziatische trip weer bij, maar kon niet meer rekenen op een zekere basisplaats en moest zijn aanvoerdersband afstaan aan Robin van Persie.[60] Sneijder werd zelfs gepasseerd voor de wedstrijd tegen Estland.[61] Door een blessure van Georginio Wijnaldum kwam Sneijder er weer bij[62] en verklaarde van Gaal dat hij zou juichen als Sneijder een bal af zou pakken.[63] Nederland ontsnapte aan een nederlaag tegen Estland door in blessuretijd een strafschop te benutten via van Persie[64] en stelde een paar dagen later kwalificatie veilig door met 0-2 van Andorra te winnen.[65] Van Persie scoorde beide doelpunten en had nog twee treffers nodig om gedeeld topscorer aller tijden van Oranje te worden.[66]
De strijd om de tweede plaats was een strijd met wisselende kansen tussen Turkije, Hongarije en Roemenië, Estland dat tijdens de EK-kwalificatie nog de Play-Offs haalde speelde geen rol van betekenis. Na de eerste vier wedstrijden in 2012 stonden Roemenië en Hongarije gelijk met negen punten, beide landen hadden thuis met 1-4 van het ongenaakbare Oranje verloren en gewonnnen van Turkije, dat achterop raakte na verlies in Boedapest.[67] Tijdens de wedstrijdreeks in maart 2013 nam Hongarije de tweede plaats op zich na twee gelijke spelen tegen de directe concurrenten. Hongarije kwam in eigen huis tegen Roemenië niet verder dan een doelpuntloos gelijkspel. De wedstrijd werd gespeeld zonder publiek na antisemitische uitlatingen tijdens een vriendschappelijke interland tegen Israël.[68] Een 1-1 gelijkspel in en tegen Turkije hield Turkije op afstand (vier punten).[69]
Roemenië kon op de zevende en achtste speeldag een slag slaan met thuiswedstrijden tegen de directe concurrenten, na een 3-0 zege op Hongarije volgde een ontnuchtering tegen de Turken: 0-2.[70] Hongarije behield haar één punt voorsprong op beide landen, maar kreeg op de voorlaatste speeldag een pak slaag tegen Nederland: 8-1. Robin van Persie scoorde drie maal en werd Nederlands topscorer aller tijden, hij volgde de Nederlandse assistent Patrick Kluivert op, die elkaar omhelsden na het behalen van van Persie's record.[71] Alleen een wonder kon Hongarije naar de Play-Offs loodsen, Roemenië en Turkije hadden nu evenveel punten, Turkije had een beter doelsaldo dan Roemenië. Turkije verloor echter van Nederland en kon het WK vergeten, aangezien Roemenië van Estland won.[72] Roemenië zou in de Play-Offs spelen tegen Griekenland.
Noorwegen had zich al een tijd niet meer geplaatst voor een groot toernooi, maar door recente, positieve resultaten behoorde het tot de geplaatste landen.[74] Dat leverde een groep op, waar iedereen van elkaar kon winnen. Zwitserland was de meest constante van deze groep en ging na vier wedstrijden aan de leiding met tien punten. Opvallend veel moeite had Zwitserland daarna met Cyprus, na een doelpuntloos gelijkspel in Nicosia werd in de return pas in de blessuretijd gescoord door Haris Seferović.[75] Zwitserland ging na zes wedstrijden aan de leiding met veertien punten, Albanië presteerde verrassend goed met vier punten minder, beste resultaat was een overwinning op Noorwegen in een ijskoud Oslo.[76]IJsland en Noorwegen volgden met respectievelijk negen en acht punten, Slovenië pakte haar laatste strohalm door met 2-4 van IJsland te winnen en stond vijfde met zes punten.[77]
Zwitserland leek een reuzenstap te maken door met 4-1 voor te staan tegen IJsland, maar mede door drie treffers van de bij AZ Alkmaar spelende Jóhann Berg Guðmundsson haalde IJsland een punt: 4-4.[78] Na de halve uitglijder werd met 0-2 gewonnen in en van Noorwegen en na een 1-2 zege op Albanië werd de WK-ticket veilig gesteld.[79] De strijd om de tweede plaats werd gereduceerd tot IJsland en Slovenië, Slovenië schakelde Noorwegen definitief uit met 3-0 en had de laatste vier wedstrijden gewonnen, de achterstand op IJsland was één punt. IJsland kwam niet verder dan een 1-1 gelijkspel tegen Noorwegen en moest hopen dat Zwitserland zijn sportieve plicht deed tegen Slovenië. In de 73e minuut zorgde Granit Xhaka voor de winnende treffer voor Zwitserland en plaatste IJsland zich voor de eerste keer voor een Play-Off wedstrijd,[80] Kroatië was de tegenstander.
De strijd in deze groep ging om de eerste plaats in de groep, Portugal en Rusland hadden geen concurrentie van de andere teams. Dick Advocaat stapte op na het EK en als opvolger trok Rusland Fabio Capello aan, die voor een aantrekkelijk aanbod een contract aanging.[81] Rusland en Capello begonnen de kwalificate voortvarend met een 0-4 overwinning in en op Israël, Aleksandr Kerzjakov scoorde twee doelpunten. Kersjakov was ook de gevierde man in de topper tegen Portugal, hij scoorde in de zesde minuut de enige treffer.[82] Portugal raakte verder achterop na een gelijkspel thuis tegen Noord-Ierland[83] en ontsnapte in maart aan een nieuwe nederlaag, tegen Israël scoorde Fábio Coentrão in blessure-tijd de gelijkmaker; 3-3.[84] Portugal had voor de thuiswedstrijd tegen Rusland één punt minder en twee wedstrijden meer gespeeld.
Portugal moest Rusland verslaan om nog zicht te hebben op de eerste plaats en won met 1-0 dankzij een vroeg doelpunt van Postiga,[85] Portugal stond aan de leiding, maar de Russen moest nog twee wedstrijden inhalen. De eerste inhaalwedstrijd werd een fiasco, Noord-Ierland won met 1-0 en haalde zijn eerste en uiteindelijk enige zege in deze groep.[86] Ook Portugal leek in Belast te verliezen, de ploeg stond ruim twintig minuten voor tijd met 2-1 achter in een tumultueuze wedstrijd, waar in de eerste helft beide teams een speler kwijtraakte met een rode kaart. Christiano Ronaldo, die tot dusverre alleen had gescoord tegen Luxemburg stond op voor zijn team en met drie treffers won hij de wedstrijd voor zijn land: 2-4.[87] Rusland had nog steeds de beste papieren, won alle wedstrijden na het echec in Belfast en na nieuw puntverlies van Portugal tegen Israël verkreeg Rusland een voorsprong van drie punten voor de laatste speeldag.[88] Dat punt werd behaald door met 1-1 gelijk te spelen tegen Azerbeidzjan ondanks een late tegentreffer[89] en Portugal was veroordeeld tot de Play-Offs, waarin het moest opnemen tegen het Zweden van Zlatan Ibrahimovic.
De doorbraak van Bosnië en Herzegovina liet nog even op zich wachten, het haalde de laatste, twee grote toernooien niet doordat het beide keren werd uitgeschakeld door Portugal in de Play-Offs. Voor het WK van 2014 waren Griekenland en Slowakije de belangrijkste concurrenten. Slowakije haakte al snel af na een thuisnederlaag tegen Griekenland en gelijke spelen tegen Litouwen en Liechtenstein. Bosnië en Griekenland voerden een spannende strijd, grote verschil was dat Griekenland weinig aanvalslustig was (12 goals), terwijl Bosnië veel doelpunten maakte (30 goals). De goals werden vooral verzorgd door Zvjezdan Misimović van Dinamo Moskou, Vedad Ibišević van VfB Stuttgart en vooral Edin Džeko van Manchester City[92]
De onderlinge wedstrijden waren anders van karakter, in de wedstrijd van Griekenland bestreed Bosnië Griekenland met hun eigen wapen: verdedigen. Aangezien aanvallen niet bepaald de hobby is van Grieks voetbal bleef de wedstrijd doelpuntloos.[93] In de return toonde Bosnië zijn aanvalslust en stond binnen een uur met 3-0 voor met twee goals van Džeko, in de slotfase redde Griekenland nog enigszins de eer.[94] Even kregen de Griekenland nog hoop, toen Bosnië verloor van Slowakije (0-1)[95] en in de return Slowakije met 1-0 voor kwam, maar in het laatste kwartier boog Bosnië de wedstrijd om: 1-2. Slowakije was nu definitief uitgeschakeld en Bosnië moest de laatste twee wedstrijden winnen om Griekenland op doelsaldo voor te blijven. In de laatste wedstrijd tegen Litouwen bleef het lang spannend totdat Ibišević het enige doelpunt maakte.[96] De euforie was groot in het gekwelde en verdeelde land, dat nog steeds littekens had overgehouden aan de Bosnische oorlog.[97] Griekenland was veroordeeld tot de Play-Offs en zou spelen tegen Roemenië.
Engeland lootte een groep, waar de concurrentie uit Oost-Europa kwam, Polen, Oekraïne en Montenegro. In eigen huis speelde Engeland met 1-1 gelijk tegen Oekraïne, Oekraïne had in de hele wedstrijd de beste kansen en nam in de eerste helft een voorsprong, Frank Lampard benutte in de tweede helft een strafschop en Steven Gerrard ontving een tweede gele kaart.[99] Oekraïne kon het goede begin geen vervolg geven, het speelde doelpuntloos gelijk in tegen Moldavië en verloor in eigen huis van Montenegro.[100] De op hetzelfde moment te spelen wedstrijd tussen Polen en Engeland werd uitgesteld vanwege hevige regenval.[101] Een dag later haalde Engeland een punt tegen de Polen:1-1.[102] Na vier speeldagen stond Montenegro aan de leiding met tien punten uit vier wedstrijden, Engeland had twee punten minder en Polen stond derde met vijf uit drie.
Oekraïne kwam terug in de strijd door met 1-3 van Polen te winnen, al in de eerste tien minuten nam de ploeg een 0-2 voorsprong. De strijd om de eerste plaats in de groep tussen Montenegro en Engeland eindigde in een 1-1 gelijkspel, Engeland was in de eerste helft beter en nam via Wayne Rooney een 0-1 voorsprong, maar kon die voorsprong niet vasthouden en mocht uiteindelijk gelukkig zijn met een 1-1 gelijkspel.[103] Montenegro kon daarna een flinke slag slaan in een thuiswedstrijd tegen Oekraïne, zeker nadat een speler van Oekraïne in de eerste helft uit het veld werd gestuurd. In de tweede helft bezorgde Oekraïne Montenegro een pijnlijke nederlaag: 0-4, twee spelers van Monenegro werden uit het veld gestuurd.[104] Montengro bleef lijstaanvoerder met veertien punten uit zeven wedstrijden, Engeland volgde met twaalf uit zes, Oekraïne had één punt achterstand.
In de beslissende fase van de competitie waren er veel directe confrontaties, Montenegro verloor de koppositie door gelijk te spelen tegen Polen: 1-1, de bij Borussia Dortmund indruk makende Robert Lewandowski scoorde de Poolse gelijkmaker.[105] Engeland en Oekraïne wonnen hun wedstrijd en streden een paar dagen later in Kiev om de koppositie. Engeland hield vooral in de tweede helft alleen maar tegen en de wedstrijd eindigde doelpuntloos.[106] Met nog twee speelronden te gaan was de strijd nog steeds spannend, Engeland ging aan de leiding met zestien punten, Oekraïne en Montengro hadden één punt achterstand en Polen was ook nog kansrijk met drie punten achterstand op Engeland.
Engeland maakte het af door de thuiswedstrijden tegen Montenegro en Polen te winnen en verzekerde zich van een ticket voor de Eindronde.[107] Oekraïne won op de voorlaatste speeldag met 1-0 van Polen door een doelpunt van Andrij Jarmolenko[108] en had tegen San Marino weinig moeite de Play-Off ticket veilig te stellen, tegenstander was Frankrijk. Montenegro, halverwege nog de trotse koploper gaf het helemaal weg en verloor de laatste wedstrijd tegen het bescheiden Moldavië met grote cijfers: 2-5.
De kern van de Spaanse ploeg was nog steeds het team wat in 2008, 2010 en 2012 twee Europese- en één Wereldtitel won en het befaamde tika-taka voetbal speelde, waarbij de tegenstander via korte passes over veel schijven en langdurig balbezit kapot werd gespeeld. Inmiddels stonden doelman en record-international Iker Casillas en middenvelders Xavi en Xabi Alonso op meer dan honderd interlands. Concurrentie in deze groep was Frankrijk werd, dat al jaren teleurstellend presteerde en bij de loting op het tweede niveau ingedeeld werd.[111] Na opnieuw een toernooi, waarin meer ruzie werd gemaakt dan dat er goed voetbal werd gespeeld werd Didier Deschamps aangesteld als bondscoach.[112]
Beide landen streden om de eerste plaats in deze groep en hadden geen concurrentie van de overige landen. Nadat beide landen twee keer achter elkaar hadden gewonnen, troffen de landen elkaar in Madrid. Spanje kwam op voorsprong door een doelpunt van Sergio Ramos en nadat Cesc Fábregas een strafschop miste drong Frankrijk aan en invaller Olivier Giroud bezorgde Frankrijk in de blessure-tijd een punt. Nadat Spanje op de vijfde speeldag opnieuw punten liet liggen, nu tegen Finland.[113] voelde de uitwedstrijd tegen Frankrijk vooraf als een grote finale.[114] Spanje won met 0-1 door een doelpunt van Pedro.[115] Spanje zou de overige drie wedstrijden winnen en probleemloos de WK-ticket bemachtigen.[116] Dat de veelvoudige kampioen aan slijtage onderhevig was was tijdens de Confederationa Cup al duidelijk toen Spanje in de finale kansloos van Brazilië verloor.[117] Frankrijk moest in de Play-Offs spelen tegen Oekraïne.
Na de eerste ronde werd een ranglijst opgemaakt van alle landen die als tweede eindigden in hun groep. Hiervoor telden alleen de onderlinge resultaten van de top-5 per groep mee. De acht beste nummers twee in die ranglijst streden in de Play-offs tegen elkaar voor de laatste vier beschikbare plaatsen voor het wereldkampioenschap.[119]
Portugal tegen Zweden was een titanenstrijd tussen vooral twee van de beste voetballers van dat moment: Zlátan Ibrahimovic tegen Christiano Ronaldo.[120] Merkwaardige statistiek was dat Portugal nog nooit een thuiswedstrijd tegen Zweden had gewonnen. In tien internationale kwalificatietoernooien had Zweden drie keer gewonnen, Portugal één keer. Voor Portugal was het de derde achtereenvolgende keer dat ze via Play-Off wedstrijden zich moesten kwalificeren, voor Zweden was het de eerste keer. In de eerste wedstrijd beperkte Zweden zich tot verdedigen, Portugal kreeg vooral veel kleine kansen, Zlátan kwam in het stuk niet voor. In de 78e minuut tekende Christiano Ronaldo voor het enige doelpunt, hierna kopte hij ook nog op de lat.[121] In de retun bleef de eerste helft doelpuntloos, maar in de tweede helft barstte het spektakel los. Nadat Christiano Ronaldo het tweeluik leek te beslissen met een doelpunt kwam Zlátan los met twee goals, een kopgoal en vrije trap. Zweden had nog één goal nodig, maar Christiano Ronaldo was daarna dodelijk effectief met twee goals binnen twee minuten en Portugal plaatste zich voor het WK.[122]
Portugal wint met 4–2 over twee wedstrijden en kwalificeert zich voor het hoofdtoernooi.
Frankrijk - Oekraïne
Frankrijk was door recente teleurstellende resultaten niet bij voorbaat geplaatst voor de loting,[123] het trof een ploeg die een abonnement had op Play-Off wedstrijden, in alle vier eerdere confrontaties wist Oekraïne zich nooit te plaatsen. Dat leek nu wel te gebeuren, in Kiev won Oekraïne met 2-0. In de tweede helft scoorden Roman Zozoelja en Andrij Jarmolenko. De wedstrijd was vrij hard en in de blessure-tijd kregen beide teams een rode kaart.[124] Een nieuwe afgang voor het Franse elftal dreigde, Didier Deschamps wisselde zijn basiself op vijf plaatsen en ging op de aanval spelen. In de eerste helft nam de ploeg een 2-0 voorsprong, een treffer van Karim Benzema werd afgekeurd, maar een meer naar buitenspel neigende situatie van Benzema werd wel goedgekeurd. In de tweede helft werd Oleg Goesjev de schlemiel van de avond, hij miste eerst een opgelegde kans en schoot daarna in eigen doel. Frankrijk hield stand en plaatste zich voor het WK,[125] hetgeen tot opluchting en vreugde leidde in Parijs.[126]
Frankrijk wint met 3–2 over twee wedstrijden en kwalificeert zich voor het hoofdtoernooi.
Griekenland -Roemenië
Griekenland had in competitief verband nog nooit van Roemenië gewonnen, maar was wel favoriet voor het tweeluik gezien de recente resultaten.[127] Normaal was een wedstrijd van Griekenland nooit een spektakel, maar nu waren er drie goals in de eerste twintig minuten: twee van Griekenland en één van Roemenië. In de tweede helft bouwde Griekenland de voorsprong uit naar een wat comfortabeler marge: 3-1 dankzij het tweede doelpunt van Konstantinos Mitroglou.[128] Het was voor de eerste keer sinds september 2009 dat Griekenland in een competitieve wedstrijd meer dan twee doelpunten scoorde. In de return kon Griekenland zijn favoriete spelletje spelen:achterover leunen zeker nadat de Grieken een 0-1 voorsprong namen. Roemenië kwam niet verder dan 1-1 dankzij een merkwaardig eigen doelpunt[129] en Griekenland plaatste zich voor de derde keer voor een WK.[130] Roemenië, in de jaren negentig een vooraanstaand land was was er voor de vierde achtereenvolgende keer niet bij.
Griekenland wint met 4–2 over twee wedstrijden en kwalificeert zich voor het hoofdtoernooi.
Kroatië - IJsland
Voor IJsland was het een grote verrassing dat de bescheiden eilandengroep de Play-Offs haalde, de selectie had een grote Nederlandse inbreng met de Ajacied Kolbeinn Sigþórsson, AZ-speler Jóhann Berg Guðmundsson en ex-Heerenveenspeler Alfreð Finnbogason Kroatië was echter te hoog gegrepen, thuis haalde het nog een gelijkspel uit het vuur,[131] de return werd met 2-0 verloren, waardoor Kroatië zich plaatste.[132] Na de wedstrijd vond er een incident plaats: de Kroatische verdediger Josip Šimunić pakte de microfoon en en riep een leus, die gebruikt werd door de fascistische Ustaša's, die ten tijde van de Tweede Wereldoorlog namens de Onafhankelijke Staat Kroatië de kant van Adolf Hitler en Benito Mussolini kozen. Tot viermaal toe riep Šimunić "Voor vaderland!" (in het Kroatisch: "Za Dom"), waarop een deel van het publiek antwoordde met: "We zijn bereid!" (in het "Kroatisch: Spremni").[133] De Kroatische bond gaf hem een boete van 3.270 euro,[134] maar de FIFA liet het er niet bij zitten en schorste Šimunić voor tien wedstrijden.[135] De Kroaat kreeg sympathie-betuigen dat hij handelde uit vaderlandsliefde, maar een hoger beroep werd afgewezen, hij miste het WK en moest zijn internationale loopbaan beëindigen.[136]
↑De wedstrijd tussen Bulgarije en Malta, op 22 maart, werd zonder publiek afgewerkt. Deze straf kreeg Bulgarije door de FIFA opgelegd vanwege rassistische uitlating van het Bulgaars publiek tijdens de wedstrijd tegen Denemarken.[33]
↑Hongarije tegen Roemenië werd gespeeld zonder toeschouwers. De FIFA legde Hongarije de straf op vanwege racistische uitlatingen van het Hongaarse publiek in de vriendschappelijke wedstrijd tegen Israël op 15 augustus 2012
↑De wedstrijd tussen Noord-Ierland en Rusland was oorspronkelijk gepland voor 22 maart, deze werd vanwege hevige sneeuwval uitgesteld naar de volgende dag.[90] De volgende dag werd de wedstrijd wederom uitgesteld naar 14 augustus 2013.[91]
↑Polen tegen Engeland was oorspronkelijk gepland voor 16 oktober 2012 om 21:00, de wedstrijd werd echter uitgesteld naar de volgende dag vanwege een onspeelbaar veld. Dat kwam door hevige regenval.[110]