De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Leopold Fitzinger in 1843. Er zijn 20 soorten, inclusief de pas in 2017 beschreven soort Strophurus trux.[1] De hagedissen werden eerder aan andere geslachten toegekend, zoals Diplodactylus, Oedurella en Phyllodactylus.
De geslachtsnaam Strophurus betekent vrij vertaald 'draaistaart' en slaat op het vermogen om een kleverige smerig ruikende substantie uit klieren aan de staartbasis naar een belager te spuiten.
Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan negentien soorten een beschermingsstatus toegewezen. Zeventien soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC), een soort als 'onzeker' (Data Deficient of DD) en een soort als 'kwetsbaar' (Vulnerable of VU).[2]
Soorten
Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur, het verspreidingsgebied en de beschermingsstatus.