SS-Obergruppenführer was in het Duitse Rijk tot 1942 de hoogste generaalsrang van de Schutzstaffel (SS) onder die van Reichsführer SS.
Obergruppenführer werd als een SS-rang ingevoerd door de groei van de SS onder Heinrich Himmler. Hij was ook een van de eersten die deze rang droeg, samen met zijn titel van Reichsführer-SS. Dit was toen alleen nog maar een titel, en nog geen echte rang. In april 1942 werd de hogere rang SS-Oberst-Gruppenführer ingevoerd, daarmee werd de Obergruppenführer een na hoogste generaalsrang.
In het begin van de SS werd de rang van Obergruppenführer alleen gebruikt om twee SS-leiders gelijk in rang te maken. Hierdoor werden gevechten om de macht voorkomen. Een voorbeeld hiervan is de aanstelling van Kurt Daluege als Obergruppenführer. Hij was de leider van de SS in Berlijn tussen 1930 en 1934. Men was bang dat de SS uiteen zou vallen, met aan het hoofd van de noordelijke tak Daluege en aan de zuidelijke Himmler. Door deze rang aan Daluege te geven werd dit voorkomen.