Georg Keppler

Georg Keppler
Portret van Keppler door Wolfgang Willrich, 1940
Portret van Keppler door Wolfgang Willrich, 1940
Geboren 7 mei 1894
Mainz, Rijnland-Palts, Duitse Keizerrijk
Overleden 16 juni 1966
Hamburg, West-Duitsland
Religie Protestants, kerkuittreding verklaarde zich later Gottgläubig[1]
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Onderdeel Deutsches Heer
Heer
Schutzstaffel
SS-Verfügungstruppe
Waffen-SS
Dienstjaren 1913 - 1919
1935 - 1945
Rang
SS-Obergruppenführer en Generaal in de Waffen-SS
Eenheid 1. Hannoversches Füsilier-Regiment „General-Feldmarschall Prinz Albrecht von Preußen“ Nr. 73
28 februari 1913[2] - 1915[3]
Kriegsschule Glogau
Oktober 1913 -
Mei 1914[2][3]
39. Infanterie-Brigade
1915 - 11 november 1918[3]
2. Posensches IR „von Coubière“ Nr 19
11 november 1918[3] -
4 augustus 1919[2][3]
32e Infanterieregiment
24 mei 1935[2] -
10 oktober 1935
Reserve SS FHA
6 april 1944[2]
Bevel Hunderschaft/Schutzpolizei Hannover
9 november 1924 -
30 juni 1926[2][4]
Kds Jena
1 juli 1930 -
14 november 1933[2][4]
Landespolizei Abt Gotha[2]
15 november 1933 -
24 mei 1935[4]
I./1.SS-Standarte/SS VT
10 oktober 1935[2] -
23 maart 1938[4]
SS-Panzergrenadier-Regiment 4 „Der Führer“
23 maart 1938[4] -
11[4]/10 juli 1941[2]
Watch Btn Prag
Juni 1939 -
September 1939[2][4]
3. SS-Panzer-Division Totenkopf
15 juli 1941 -
21 september 1941[2][4]
2. SS-Panzer-Division Das Reich
1 april 1942 -
10 februari 1943[2][5]
Befehlshaber der Waffen-SS "Böhmen und Mähren"
31 augustus 1943 -
20 maart 1944[6][2][5]
Befehlshaber der Waffen-SS Ungarn
6 april 1944 -
31 oktober 1944[2][7]
I SS Pantserkorps Leibstandarte
16 augustus 1944 -
24 oktober 1944[6][2][7]
III (Germaanse) SS Pantserkorps
30 oktober 1944 -
4 februari 1945[6][2]
Waffen-SS/HSSPF Ungarn
1 november 1944 -
5 februari 1945[2][7]
XVIII. SS-Armeekorps
4 februari 1945 -
8 mei 1945[6][2]
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen zie onderscheidingen
Ander werk Procuratiehouder
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Georg Heinrich Keppler (Mainz, 7 mei 1894 - Hamburg, 16 juni 1966) was een Duitse officier en SS-Obergruppenführer en generaal bij de Waffen-SS. Tijdens de Tweede Wereldoorlog voerde hij het commando over 2. SS-Panzer-Division Das Reich, 3. SS-Panzer-Division Totenkopf, I. SS-Panzerkorps en het III. (germanisches) SS-Panzerkorps.

Leven

Afkomst

Georg was een zoon van een Pruisische Oberst a. D. Otto Keppler (27 oktober 1854 - 16 november 1936) en zijn vrouw Amalie Elisabeth, geboren Heyke (21 mei 1870).

Eerste Wereldoorlog

Na het behalen van zijn Abitur aan het Altes Gymnasium in Bremen, trad Keppler als Fahnenjunker in het Füsilier-Regiment „General-Feldmarschall Prinz Albrecht von Preußen“ (Hannoversches) Nr. 73 van het Pruisische leger. Van oktober 1913 tot mei 1914 werd hij voor opleiding naar de Kriegsschule in Glogau gecommandeerd. Na zijn terugkeer werd hij op 18 juni 1914 met Patent vanaf 23 juni 1912 tot Leutnant bevorderd.

Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog werd hij samen met zijn regiment gemobiliseerd, en voor het eerst als pelotons- (Zugführer) en compagniescommandant aan het westfront ingezet. Bij Saint-Quentin raakte hij op 29 augustus 1914 zwaargewond. Na zijn verblijf in het ziekenhuis en herstel werd Keppler overgeplaatst naar het 39. Infanterie-Brigade. Hier en in zijn latere commando's bij het 19e Reserve Divisie, had hij een functie als ordonnansofficier. Hij diende als Oberleutnant (vanaf 16 oktober 1917) en regimentsadjudant in zijn eigen regiment.

Interbellum

Na de Eerste Wereldoorlog volgde zijn opname in de Reichswehr, en Keppler werd bij het Reichswehr-Infanterie-Regiment 19 ingedeeld. Begin augustus 1919 nam hij toch ontslag uit het leger, en trad als Gruppenadjutant in dienst van het Sicherheitswehr in Hannover op. In dezelfde functie verbleef Keppler ook nadat het Sicherheitswehr in de Schutzpolizei in Hannover opging. Als Hauptmann der Schupo was hij in de jaren 1924-1926 leider van een Hundertschaft. Om politieke en persoonlijke redenen nam Keppler op 1 juli 1926 ontslag bij de Pruisische politie en trad toe tot de Landespolizei van Thüringen. Hierna zat hij bij de politieafdeling van Gotha, en dan van januari 1927 tot midden februari 1928 als leider van de zelfstandige Hundertschaft in Hildburghausen. Tot het eind van juni 1930, werd hij ingezet als referent voor politieaangelegenheden, organisatie en als chef van de Landespolizei Thüringen. Daarna was Keppler tot november 1933, commandant van de Schutzpolizei Jena en werd op 1 juli 1931 tot Major der Schupo bevorderd. En hij nam op 24 mei 1935 de functie over van commandant van de Landespolizei-Abteilung Gotha.

Al in oktober 1930 was Keppler lid van de NSDAP.

Na in totaal 14 jaar in de politie, nam hij ontslag en ging weer terug het leger in en was een korte tijd als Major in het Infanterieregiment 32 werkzaam. Vandaar maakte hij in oktober 1935 de overstap naar de SS-Verfügungstruppe. Als SS-Sturmbannführer (majoor) kreeg hij het commando over een 1e bataljon van de SS-Standarte 1. Na de Anschluss Oostenrijk („Ostmark“), werd hij met de leiding van SS-Standarte 3 belast, welke kort daarvoor met de eretitel „Der Führer“ onderscheiden was en geherstructureerd werd in een Panzergrenadierregiment.

Tweede Wereldoorlog

In oktober 1939 werd het SS-Panzergrenadier-Regiment 4 „Der Führer“ onderdeel van de SS-Verfügungsdivision. Die nam deel aan de slag om Frankrijk, en opereerde in de Balkan en Rusland.

In augustus 1940 werd Keppler door Paul Hausser voor het Ridderkruis van het IJzeren Kruis voorgedragen. Als eerste lid van de Waffen-SS werd hij op 15 augustus 1940 ermee onderscheiden.

op 9 november 1940 werd hij bevorderd tot SS-Brigadeführer en Generalmajor in de Waffen-SS. Midden juli 1941 nam hij voor korte tijd het commando van het 3. SS-Division „Totenkopf“, dit vanwege het gewond raken van Theodor Eicke, om daarop aansluitend het commando van het 6. SS-Gebirgs-Division Nord op zich te nemen.

Aan het eind van 1941 kreeg Keppler regelmatig optredende ernstige hoofdpijnen, om uiteindelijk een hersentumor gediagnostiseerd te krijgen.[8] De lente van 1942 bracht hij onder medisch toezicht door, drie maanden voordat hij tot SS-Gruppenführer en Generalleutnant in de Waffen-SS bevorderd werd. Kort daarna kreeg hij het commando over de 2. SS-Panzer-Division Das Reich. In februari 1943 gaf hij op advies van zijn artsen, het commando zijn divisie weer af. Hij kreeg verschillende administratieve functies binnen de Waffen-SS, waaronder in het Protectoraat Bohemen en Moravië en in Hongarije. Na zijn bevordering tot SS-Obergruppenführer en General in de Waffen-SS op 20 april 1944, kreeg hij weer een nieuw commando namelijk over het I. SS-Panzerkorps, welke van 16 augustus tot 24 oktober 1944 aan de gevechten in Normandië deelname. Op 30 oktober 1944 werd hij overgeplaatst naar het III. (germanisches) SS-Panzerkorps, dat aan het oostfront vocht en dat hij commandeerde tot 2 april 1945. Aansluitend werd hij de laatste bevelvoerende-generaal van het XVIII. SS-Armeekorps. Na deze vernietiging in de regio Donaueschingen-Schaffhausen vocht hij zich met een kleine Kampfgruppe terug naar Seebruck waar zijn familie zich bevond, en waar hij zich op 22 mei 1945 aan de United States Armed Forces overgaf.

De naoorlogse tijd

Op 26 april 1948 werd Keppler uit het Amerikaanse krijgsgevangenen- en interneringskamp vrijgelaten. Hij was tot december 1952 werkzaam als commercieel medewerker in Opper-Beieren, en verhuisde met zijn familie naar Hamburg. Daar werkte hij als handelsbediende in een chemicaliënhandel, en vervolgens tot zijn pensionering in 1961 als geautoriseerde procuratiehouder.

Familie[1]

Op 1 februari 1922 trouwde Keppler met Elisabeth Crudup (geboren 7 december 1897 te Krotoschin in Posen), de dochter van de voormalig Generalmajor Karl-Hermann Crudup. Het echtpaar kreeg een dochter (13 september 1923) en zoon (25 januari 1922-1940).

Militaire carrière

Keppler bekleedde verschillende rangen in zowel de Allgemeine-SS als Waffen-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.

Datum Deutsche Heer Schutzpolizei Heer Allgemeine-SS Waffen-SS
28 februari 1913[6][2][9] Fahnenjunker
1914[2][9] Fähnrich
18[9]- 19 juni 1914[6][2]
(met Patent van 23 juni 1912[9])
Leutnant
16[6]-18[2][9] oktober 1917 Oberleutnant
21 juni 1920[6][2][9]
Hauptmann der Schupo
1 juli 1931[6][2][9]
Major der Schupo
24 mei 1935[2][9]
Major
10 oktober 1935[10][6][2][9]
SS-Sturmbannführer
20 april 1937[2][11][6][9]
SS-Obersturmbannführer
20 april 1938[2][6][9]
SS-Standartenführer
13 mei 1940[2][6][9]
SS-Oberführer der Reserve (W-SS)
9 november 1940[2][6][9]
SS-Brigadeführer Generalmajor in de Waffen-SS
30 januari 1942[12][2][6][9]
SS-Gruppenführer Generalleutnant in de Waffen-SS
20 april 1944[6]-25 mei 1944[2][9]
(met ingang van 21 juni 1944[9])
SS-Obergruppenführer Generaal in de Waffen-SS

Lidmaatschapsnummers

Onderscheidingen

Selectie:

Zie ook