Na zijn gymnasiumopleiding begon Hans Jüttner, de jongere broer van de latere SA-generaal Max Jüttner, met een opleiding in het bankwezen. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog meldde hij zich als vrijwilliger en trad in de dienst van het Deutsches Heer. In 1915 werd hij bevorderd tot Leutnant, en in 1920 zwaaide hij af als Oberleutnant. Daarna was hij korte tijd als vrijkorpsstrijder actief. Om in zijn levensonderhoud te voorzien ging hij in de handel. Vanaf 1928 werkte hij als zelfstandig ondernemer.
Carrière in de nazi-partij
In 1931 werd hij lid van de NSDAP (nr. 541 163) en de SA. In 1933 werd Jüttner universiteitssportleraar in Breslau en werd belast met het leiden van het SA-Hochschulamt aldaar. In het volgende jaar werd hij leider van de SA-opleiding in München.
In mei 1935 ging hij over naar de SS-Verfügungstruppe (SS-VT), later de Waffen-SS (SS-nr 264 497). Op 1 september 1936 werd hij bevorderd tot SS-Sturmbannführer en werd hij overgeplaatst naar de inspectiediensten van de SS-ondersteuningstroepen in Berlijn. Begin 1939 werd Jüttner inspecteur van de reservetroepen van de SS-VT-Divisie. Begin 1940 werd hij commandant.
In de zomer van hetzelfde jaar werd Jüttner bevorderd tot stafchef van het nieuw gecreëerde SS-Führungshauptamt. Hij was nu verantwoordelijk voor het organisatorische en administratieve beheer van de Waffen-SS en werd medeverantwoordelijk voor de organisatie van de concentratiekampen. Op 20 april 1941 werd hij bevorderd tot SS-Gruppenführer en Generalleutnant van de Waffen-SS en uiteindelijk op 21 juli 1943 tot SS-Obergruppenführer en General der Waffen-SS. Op 30 januari 1943 bracht hij het tot leider van het SS-Führungshauptamt.
Op 21 juli 1944 werd Jüttner chef van het reserveleger als plaatsvervanger van Heinrich Himmler. Hij was medeverantwoordelijk voor de inrichting van talrijke krijgsgevangenkampen, vooral die voor sovjet-krijgsgevangenen.
Na de oorlog
Op 17 mei 1945 werd Jüttner door het Britse gezag gearresteerd. In maart 1948 werd hij door de denazificatierechtbank die hoorde bij het interneringskamp in Neustadt ingedeeld in de groep Hauptschuldige, tot tien jaar werkkamp veroordeeld met inbeslagname van zijn vermogen. In december 1949 werd hij door de kamer van hoger beroep te Gießen ingedeeld in de minder zware groep Belastete waarbij zijn straf werd veranderd naar vier jaar werkkamp.[8]
In 1961 getuigde Jüttner voor de aanklager in de rechtszaak tegen Adolf Eichmann[9] de 'architect' van de Holocaust. Hij was op dat moment eigenaar van een sanatorium in het Beierse kuuroordBad Tölz. Daar was hij betrokken bij de oprichting van een afdeling van een revisionistische organisatie voor oud Waffen-SS'ers, HIAG (Hilfsgemeinschaft auf Gegenseitigkeit der Angehörigen der ehemaligen Waffen-SS). Bij zijn begrafenis in mei 1965 waren verschillende "Alte Kameraden" aanwezig en er werd een krans gelegd door HIAG-bestuurslid Karl Cerff. Daarna voerde de West-Duitse minister van Defensie Kai-Uwe von Hassel het woord.
Carrière
Jüttner bekleedde verschillende rangen in zowel de Allgemeine-SS als Waffen-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.
(de) Höffkes, Karl (1986). Hitlers Politische Generale; Die Gauleiter de Dritten Reiches. Grabert - Verlag - Tübingen, Tübingen, pp. 265. ISBN 3-87847-082-7. Geraadpleegd op 11 januari 2020.
(fr) Tixier, Thierry (2019). Allgemeine SS - Polizei - Waffen SS Volume 3, SS OGRUF JÜTTNER (Geen paginavermelding). ISBN 978-1-326-84038-9. Geraadpleegd op 19 april 2020.
(de) Das Deutsche Kreuz 1941 - 1945 Geschichte und Inhaber Band I. Verlag Klaus D. Patzwall, Norderstedt (2007), pp. 123. ISBN 978-3-931533-46-5. Geraadpleegd op 19 april 2020.
(de) SS-Personalhauptamt (9 november 1944). Dienstaltersliste der Schutzstaffel der NSDAP (SS-Oberst-Gruppenführer-SS-Standartenführer). Reichsdruckerei, Duitsland, pp. 9. Geraadpleegd op 10 oktober 2022.
(en) Miller, Michael D., Andreas Schulz (2015). Leaders of the SS & German Police Volume 2. R. James Bender Publishing, San Jose, 366, 367, 370. ISBN 978-19-329-7025-8.