Moritz Moszkowski (in Polen ook met de voornaam: Maurycy aangeduid) (Breslau (nu Wrocław in Polen), 23 augustus1854 - Parijs, 4 maart1925) was een Duitsecomponist, pianist en muziekpedagoog. Hij was de zoon van het Joodse echtpaar Isaac Moszkowski en Salomia Moszkowski, geboren Hirschberg (nu Jelenia Góra in Polen) en had een drie jaar oudere broer Alexander. De familie was van Poolse afkomst.
Na zijn debuut als pianist in Berlijn in 1873 werd hij spoedig als concertpianist bekend. Moszkowski werd zelf door Franz Liszt, met wie hij vierhandig speelde, gerespecteerd. Na een succesvolle carrière als concertpianist en dirigent vestigde hij zich in 1897 in Parijs. In 1899 werd hij als lid gekozen van de Berlijnse Kunstacademie.
Hoewel tegenwoordig weinig bekend, was Moszkowski in het einde van de negentiende eeuw zeer populair en gerespecteerd. Hij was uiterst productief en componeerde meer dan tweehonderd werken. Paderewski zei over hem: "Na Chopin begrijpt Moszkowski het best hoe voor piano gecomponeerd moet worden."
Hij componeerde veel kleinere pianostukken die hem zeer populair maakten, zoals zijn Spaanse dansen op. 12. Tegenwoordig is hij meer bekend om zijn vijftien Études de Virtuosité, op. 72, die uitgevoerd zijn door virtuoze pianisten zoals Vladimir Horowitz en Marc-André Hamelin. Veel van zijn kleine maar briljante pianostukken zoals Étincelles worden gebruikt als encore aan het einde van een concert.
Moszowski componeerde ook grotere werken: het Pianoconcert in E-majeur, op. 59, dat voor de Eerste Wereldoorlog tot de populairste bijdragen in dit genre telde, het Vioolconcert in C-majeur, op. 30, twee orkestrale suites (opp. 39 & 47), en het symfonisch gedicht Johanna d'Arc, op. 19. Ook schreef hij kamermuziek, zoals de Suite in g-mineur voor twee violen en piano, op. 71.
De opera Boabdil schreef hij op basis van een historisch Spaans thema. De première was op 21 april 1892 in de Berlijnse Opera, en het werk werd in het jaar daarop ook uitgevoerd in Praag en New York. Vooral de balletmuziek uit deze opera was een aantal jaren erg populair.
Moszkowski trouwde op 28 oktober1884 in Parijs met Henriette Chaminade (1863–1900), zuster van de Franse componiste Cécile Chaminade.
Op 54-jarige leeftijd leefde hij als een kluizenaar en was hij regelmatig ziek. Hij had zijn vrouw en dochter verloren en zijn zoon was opgeroepen om in het Franse leger te dienen. Hij werd, zoals een vriend hem beschreef, niet langer ‘gestimuleerd door ambitie’.
Hij had al zijn auteursrechten verkocht en investeerde het enorme kapitaal in Duitse en Russische (en Russisch-Poolse) fondsen. Als gevolg van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog en de ineenstorting van beide landen verloor hij zijn gehele kapitaal. Dankzij de financiële hulp van twee oud-leerlingen, Josef Hoffmann en Bernhard Pollack werden zijn ergste geldzorgen weggenomen. In 1924 zou nog een benefietconcert voor Moszkowski plaatsvinden in New York. Dat leverde zoveel geld op dat een deel direct aan de bejaarde componist zou worden overgemaakt, terwijl hem van het restant een jaargeld zou worden uitbetaald. Zowel lichamelijk als geestelijk totaal uitgeput stierf hij echter al in 1925 in Parijs aan de gevolgen van maagkanker.
Composities (Selectie)
Werken voor orkest
1874Pianoconcert in b-mineur, op. 3 (herontdekt in 2008 en uitgegeven door Simétrie in 2013)
1887Der Schäfer putzte sich zum Tanz scène uit Goethe's "Faust", voor solisten, gemengd koor en klein orkest, op. 44
1896Don Juan en Faust, ouverture en toneelmuziek tot het gelijknamige drama van Christian Dietrich Grabbe uit 1828, op. 56
Ouverture
Entr'acte
Sarabande
Passepied
Intermezzo
Fantasmagorie
Minuetto
1896Variationen im Stile moderner Komponisten von Czerny bis Liszt über das volkstümliche Thema "Im Grunewald ist Holzauktion" MoszWV 205 - naar Alexander Moszkowkis Anton Notenquetscher am Klavier
Bojan Assenov: Moritz Moszkowski – eine Werkmonographie, Berlin: Technische Universität, Dissertation, 2009. 525 p.
Gilya Hodos: Transcriptions, Paraphrases, and Arrangements: The Compositional Art of Moritz Moszkowski, Ph.D. Dissertation, New York: City University, 2004.
Lothar Hoffmann-Erbrecht: Moritz Moszkowski, in: Schlesisches Musiklexikon. Institut für deutsche Musik im Osten e.V., Augsburg: Wißner 2001. pp. 469–470
Gisela Kampa: Moritz Moszkowski (1854–1925), Magisterarbeit. Typoskript. 46 Seiten. Exemplare im Musikwissenschaftlichen Institut der Universität Frankfurt am Main und im eingelagerten Archiv des Instituts für Deutsche Musik im Osten in Bergisch-Gladbach
John Cody Haddow: Moritz Moszkowski and his piano music, Ph.D. Dissertation, Saint Louis: Washington University, 1981.
Willard Luedtke: Notes, Thoughts, and Fragments about Moritz Moszkowski (1854–1925) and Some of His Music, An Informal Monograph. New York: Typed Manuskript [New York Public Library for the Performing Arts] 1975.
Jeremy Nicholas: Notes on Piano Concerto in E Major, Hyperion, London England
Media
Pianoconcert in E - 1e deel van Moritz Moszkowski (1898) (download·info)
Pianoconcert in E - 2e deel van Moritz Moszkowski (1898) (download·info)
Pianoconcert in E - 3e deel van Moritz Moszkowski (1898) (download·info)
Huit Morceaux caractéristiques, op. 36, nr. 6 "Étincelles" van Moritz Moszkowski (1886) (download·info)