Theodor Kullak
Theodor Kullak (Krotoszyn, 12 september 1818 – Berlijn, 1 maart 1882) was een Duits pianist, componist en muziekpedagoog. BiografieKullak werd geboren in Krotoszyn, dat toen in Groothertogdom Posen lag, deel uitmakend van Koninkrijk Pruisen. Krotoszyn ligt anno 2014 in Polen. Het kreeg zijn eerste pianolessen van Albrecht Agthe in Poznań. In zijn achtste levensjaar wist hij de aandacht te trekken van Prins Anton Radziwill, die hem deels financierde. Gedurende zijn leven zou Kullak meerdere geldschieters weten te vinden. Zijn eerste optredens volgden in 1829 met sopraan Henriette Sontag. Frederik Willem IV van Pruisen die het concert bijwoonde was danig onder de indruk en schonk hem dertig Friedrich d'or. Een aantal concerten rondom Berlijn werd afgesloten met een positief ontvangen concert in Breslau. Radziwill betaalde vervolgens een studie in Sulechów. Radziwill verloor de belangstelling in Kullak en deze zag zich genoodzaakt andere middelen van bestaan te zoeken. De piano zag hij tussen 1831 en 1836 nauwelijks. Op negentienjarige leeftijd ging hij medicijnen studeren in Berlijn. Zijn vader was de stimulator hierachter; zijn zoon moest een fatsoenlijk beroep kunnen uitoefenen. Echter in Berlijn waren er nieuwe geldschieters (aristocraten) te vinden, die hem in de gelegenheid stelden zijn pianostudies weer op te pakken. Deze nieuwe muzikale vriend Ingenheim zorgde dat hij lessen kon volgen bij Siegfried Dehn en Wilhelm Taubert, maar voorzag Kullak tevens van een aantal leerlingen (en dus ook inkomsten). De medicijnstudie schoot er verder bij in 1842 werd Frau van Massow de nieuwe geldschieter. Hij verkreeg echter ook (weer) financiële steun van de eerdergenoemde koning Frederik Willem (400 thaler). Kullak koos voor een vervolgopleiding in Wenen. Carl Czerny nam hem onder zijn hoede als pianist; muziektheorie kreeg hij van Otto Nicolai en Simon Sechter. Los daarvan werd Kullak beïnvloed door Franz Liszt en Adolf von Henselt. In Oostenrijk werd echter door Kullak wenig geconcerteerd. In 1843 keerde Kullak terug naar Berlijn waar hij les kon geven aan Prinses Anna, dochter van prins Karl. Door deze start wist Kullak zich een plaats aan het hof te bemachtigen; hij gaf muziekonderwijs aan diverse prinsen en prinssessen en ander adellijk volk. In 1844 stichtte Kullak zijn Tonkünstler-Verein in Berlijn op en gaf daar diverse jaren leiding aan. In 1846 werd hij aangesteld als hofpianist aan het Pruisische Hof. Na vier jaar aldaar gewerkt te hebben stichtte hij de Berlinen Musikschule (ook wel Kullakinstituut) op, samen met Julius Stern en Adolf Bernhard Marx. Er ontstond langzaamaan tweedracht binnen die opleiding en Kullak nam afscheid. Stern nam de zaak over en voorzag het van een nieuwe naam: Stern'sches Konservatorium. Dirigent Hans van Bülow werd directeur. Kullak ging niet bij de pakken neer zitten en kwam in 1851 met Neue Akademie der Tonkunst, dat later zou uitgroeien tot een van de grootste muzikale opleidingsinstituten van Duitsland. Kullak werd zelf in 1861 professor aldaar. Er volgden een aantal onderscheidingen, bijvoorbeeld uit Florence. Kullaks zoon Franz (1844-1913) studeerde piano aan het instituut en kreeg verdere opleidingen in Parijs door Karl Wehle en Henry Litolff. Door plankenkoorts ging zijn pianoloopbaan verloren. Hij volgde zijn vader wel in 1882 op als nieuwe directeur. Veel van Kullaks composities werden niet zo goed ontvangen in zijn eigen tijd en worden tegenwoordig helemaal niet meer uitgevoerd. Er zit in zijn muziek veel lyriek van Chopin en veel Beethoven. Zijn enige pianoconcert dateert uit 1850. Geschreven in Leipzig. Een technisch gezien pittig stuk met veel toonladder figuren, arpeggio’s en lastige tertspassages. Maar tussen al dat virtuoze geweld schuilt een mooi charmant lyrisch stuk met humor en passie en flair. Als zijn studenten toe waren aan het studeren van een pianoconcert liet Kullak ze wel eens kiezen tussen Schumanns concert en zijn eigen concert. Meestal koos men voor het Schumann concert. Er zijn tal van leerlingen van zijn hand gekomen, waraonder Alfred Grünfeld, Heinrich Hofmann, Alexander Ilynsky, Moritz Moszkowski, Silas Gamaliel Pratt, Julius Reubke, Nikolaj Rubinstein, Xavier Scharwenka, Otto Bendix, Hans Bischoff, Amy Fay, Agathe Backer-Grøndahl en de Nederlandse James Kwast. Ook Franz Bendel kreeg onderricht van hem. WerkenGedurende zijn gehele leven componeerde Kullak. Hij schreef voornamelijk educatieve werkjes waarbij de piano natuurlijk een belangrijke rol speelde. Zijn beroemdheid als muziekpedagoog kon niet voorkomen dat zijn werken tegenwoordig nauwelijks meer gespeeld worden. Ook zijn pianoconcert en twee sonates liggen op de planken te verstoffen. Het enige (pedagogische) werk van hem dat nog gehanteerd wordt is Schule des Oktavenspiels, Heft 1, 2 & 3.[1] OeuvreMet opus
Zonder opusnummer
Bronnen, noten en/of referenties
|