Humor is het vermogen om iets wat als grappig, amusant of geestig wordt ervaren aan te voelen, te waarderen of tot uitdrukking te brengen, meestal door te lachen. Humor kan ook een aanduiding zijn van de expressie van iets komisch of grappigs in woord, daad of geschrift.[1]
Er bestaan meerdere vormen van humor. Grappen zijn verhalen of vooropgezette situaties met een bedoelde humoristische of geestige strekking.
Humor als fenomeen
Humor is een zeer subjectief fenomeen. Wat de één hilarisch vindt, is voor een ander flauw, ongepast of onbegrijpelijk. Individuele verschillen spelen een belangrijke rol, zoals verschillen in cultuur, leeftijd en opleidingsniveau, alhoewel ook hier geen algemene lijn kan worden getrokken. Zo houden kinderen bijvoorbeeld van slapstick, een eenvoudige en grove vorm van humor, terwijl volwassenen juist satire meer waarderen zullen, maar zijn er veel volwassenen die met slapstick kunnen lachen en kinderen die een satirische voorstelling van iets of iemand waar ze mee vertrouwd zijn als humoristisch kunnen ervaren.
Sommige vormen van humor, meestal rond taboes of gevoelige thema's, worden niet door iedereen amusant gevonden. Soms is dit louter een kwestie van een slecht gekozen moment en/of de smaak en ethische grenzen van het publiek. Bepaalde komieken en moppentappers kunnen de intentie hebben om deze gespreksonderwerpen bespreekbaarder te maken en spanningen weg te nemen. Andere komieken willen vooral hun publiek choqueren of kwaad maken. Aangezien de reactie van het publiek onvoorspelbaar is, zijn zwarte humor of beledigende grappen soms zeer riskant.
Aanleidingen voor (elementen van) humor
Humor kan in de volgende situaties optreden:
Bij plotselinge opluchting of vermindering van spanning.
Bij een onverwachte (of verrassende) wending of een onverwacht antwoord op een bepaalde vraag of een ontknoping.
Bij sterke incongruentie, dit wil zeggen: als twee gedachten of zaken op een lijn worden geplaatst, die qua betekenis of emotionele inhoud sterk van elkaar verschillen. Dit aspect komen we bijvoorbeeld bij een woordspeling tegen. Onverwachtheid en incongruentie zijn ook door de Franse filosoof Henri Bergson als kernelementen van humor benadrukt. Over dit laatste aspect was er discussie tussen John Morreall en Robert Latta op een meer theoretisch vlak.[2][3]
Als vorm van leedvermaak, dit wil zeggen als anderen fouten maken, zich dom of onhandig gedragen of pech hebben. Het voorbeeld van de clown sluit hierbij aan. Ook de Belgen- en Nederlandermop kunnen gezien worden als een variant hierop. Een overheersend element van veel grappen is dat er een slachtoffer in voorkomt. Degene die de grap ondergaat kan het slachtoffer zijn, zoals in de zogenaamde "practical joke". Ook kan dit een personage in de grap zijn, zoals iemand die over een bananenschil uitglijdt, maar evenzo de verteller, een "typetje", uitgebeeld door een cabaretier of een clown.
Gelaatsexpressies die zeer overdreven zijn door het trekken van grappige gezichten (Jerry Lewis), ofwel juist subtiel, door ernstig te blijven te midden van hilarische situaties (Buster Keaton)
In veel komedies die binnen de Verenigde Staten hun oorsprong vinden, wordt gebruikgemaakt van humor waar in sommige kringen op wordt neergekeken. Dit betreft visuele humor, overdreven gezichtsexpressies, onderbroekenlol, parodie, poep-en-pieshumor, sekshumor, slapstick, karikaturale en stereotypetypetjes, grappen waarbij een personage iets beweert en dan een seconde later juist het tegenovergestelde doet van wat hij gezegd had en grappige situaties die teren op de aanwezigheid van een bekende Hollywood-ster of tekenfilmachtige grappen.
De lachband die in veel Amerikaanse sitcoms erg nadrukkelijk aanwezig is, is een aspect dat mede heeft gezorgd voor de pejoratieve bijklank van "Amerikaanse humor". Sinds de jaren 2000 neemt het aantal Amerikaanse sitcoms die zonder lachband of zonder studiopubliek worden opgenomen toe, zoals het geval is bij Malcolm in the Middle en de Amerikaanse versie van The Office. Het gegeven dat Amerikaanse sitcoms en filmkomedies meestal zo lang mogelijk worden voortgezet in sequels en nieuwe seizoenen komt de kwaliteit niet altijd ten goede.
Men mag niet uit het oog verliezen dat veel Amerikaanse en Britse humor vanwege de woordspelingen en verwijzingen naar de cultuur uit deze landen voor niet-Engelstaligen niet altijd volledig begrijpbaar zijn.
Ook in de literatuur wordt gebruikgemaakt van humor, soms als doel op zich, maar meestal als stijlmiddel om bijvoorbeeld de spanning wat te ontladen of sympathie voor een personage op te wekken. Geestigheid hoort net als intelligentie bij de persoonlijkheid van de schrijver, waardoor dit eveneens in de producten van die schrijver zichtbaar zal worden. Het is best mogelijk dat die schrijver zich niet echt bewust is van zijn 'geestigheid'. Zo beschouwde Willem Elsschot, die met Lijmen een van de geestigste boeken uit de Nederlandse literatuur schreef, zichzelf geenszins als humoristisch. Andere bekende humoristische Nederlandstalige auteurs zijn Godfried Bomans, Herman Brusselmans, Simon Carmiggelt, Piet Paaltjens en Annie M.G. Schmidt.
↑Webster's New World Dictionary of the American Language. Second College Edition, Simon and Schuster, 1982
↑Robert L. Latta (1999) The Basic Humor Process: A Cognitive-Shift Theory and the Case against Incongruity, Walter de Gruyter, ISBN 3110161036 (Humor Research no. 5)
↑John Morreall (1983) Taking Laughter Seriously, Suny Press, ISBN 0873956427