Zappa begon begin jaren zestig met het maken van muziek. In de beginperiode werkte hij veel samen met Captain Beefheart. Zijn eerste professionele opnamen werden gemaakt voor soundtracks, namelijk de films The World's Greatest Sinner en Run Home Slow. Hij maakte deze opnamen in Studio Z, in Rancho Cucamonga.
Medio jaren zestig werd Zappa lid van The Soul Giants. Hij werd de gitarist van de band. Niet lang daarna werd hij de 'leider', en hernoemde hij de band The Mothers. Ze werden opgemerkt door verschillende platenproducers en door Tom Wilson binnengehaald bij Verve Records. Ze moesten wel de naam van de band veranderen van The Mothers, naar The Mothers of Invention, omdat mother een afkorting van motherfucker was (in die tijd werden goede muzikanten in het milieu motherfuckers genoemd). In 1966 kwam het eerste album van de band, Freak Out!, uit.
Opmerkelijk is dat Zappa nooit werkte met muzikanten op de manier die gebruikelijk was in de popmuziek. Hij nam (studio)muzikanten in dienst, betaalde hun loon en ontsloeg ze.
Zappa was naast rockmuzikant ook een eigentijds klassiek componist. Wat zijn vroege werk betreft kwam dit naar voren in Lumpy Gravy (1967). Daarna bewoog hij zich een aantal jaren meer op jazz- resp. rockterrein, maar Orchestral Favorites (1979) en zijn beide platen met het London Symphony Orchestra (Vol. 1 (1983) en Vol. 2 (1987)) waren weer duidelijk modern-klassieke werken. In 1984 verscheen The Perfect Stranger, waarop Pierre Boulez met zijn Ensemble InterContemporain composities van Zappa uitvoerde.
Naast zijn interesse voor onder anderen Karlheinz Stockhausen, Igor Stravinsky en Anton Webern, is Zappa ook bekend om zijn idolatrie van Edgard Varèse, een modern componist. Zappa was een man van precisie, zeer kritisch op zichzelf. Hij voerde steeds vernieuwingen door. Hij was de tweede in de popgeschiedenis die een dubbel-lp uitbracht (de eerste was Bob Dylan met Blonde on blonde). Hij produceerde, behalve zijn twee eerste platen, alles zelf en was een van de eerste muzikanten die op een 4-track opnam, die hij dan nog zelf in elkaar geknutseld had. Zijn muziek laat zich bestempelen als avant-garde. De muzikant was vaak politiek en maatschappijkritisch in zijn teksten, die gekenmerkt worden door hun ironie. Zappa ageerde tegen oorlog, het fundamentalistische geloof en kleinburgerlijkheid, maar ook de popcultuur (hippies, discomuziek enzovoort) bleef niet gespaard. Vooral de media moeten het ontgelden in zijn nummers. Televisie, zo meende hij, is een gevaarlijke propagandamachine. Dit is te horen in zijn nummer I'm the slime uit 1973. Zijn teksten waren ook omstreden vanwege de vele verwijzingen naar seks en seksuele aberraties, bijvoorbeeld in Bobby Brown (goes down) uit 1979.
In 1985 nam Zappa deel aan een hoorzitting die was georganiseerd door het Parents' Music Resource Center (PMRC), waaraan onder andere Tipper Gore, de vrouw van Al Gore, was verbonden. Deze instelling beweerde dat de Amerikaanse platenindustrie de jeugd van Amerika blootstelde aan "seks, geweld en de verheerlijking van drugs en alcohol". Zappa trad tijdens deze congressional hearing op als voorvechter van de muzikale vrijheid en bestreed met verve de mening van het PMRC. Muzikaal nam Zappa wraak met het album FZ meets the Mothers of Prevention uit 1985.
Naarmate hij ouder werd legde hij zich steeds meer op het componeren toe. Tot zijn klassiek-moderne hoogtepunten kan The Yellow Shark (1993) gerekend worden, de laatste cd die hij bij leven maakte. Hierop speelt het Duitse Ensemble Modern werk van Zappa, door hemzelf gedirigeerd. Een jaar later werd Civilization, Phaze III uitgebracht, waarmee hij tot zijn dood in 1993 bezig was.
Zappa was een van de weinige componisten uit de 2e helft van de 20e eeuw, die pop, jazz en klassiek combineerde.[1] Over zijn vocale kwaliteiten was Zappa minder tevreden. Zo stelde hij in een interview, dat wanneer hij auditie zou moeten doen voor zijn eigen band, hij niet zou worden aangenomen.
Zappa was sinds 1967 getrouwd met Gail, geboren als Adelaide Gail Sloatman (1945–2015), die de zaken van Zappa beheerde. Ze kregen vier kinderen:
Dweezil Zappa (Ian Donald Calvin Euclid Zappa, 1969), genoemd naar de bijnaam van de kleine teen van Gail. Dweezil houdt zich onder andere bezig met het beheren en uitgeven van de honderden uren onuitgegeven muziek die nog in Zappa's kelder bewaard liggen.
In Vilnius, Litouwen staat een standbeeld van Frank Zappa. Dit komt omdat de (voormalige) burgemeester een heel grote fan van Frank Zappa was.
Sinds 2002 staat er in het centrum van Bad Doberan in het voormalige Oost-Duitsland, waar jaarlijks het grootste Zappa festival gehouden wordt, een buste van Frank Zappa.
Tijdens een optreden in het casino van Montreux (1971) schoot een toeschouwer een lichtkogel af die het gebouw in lichterlaaie zette.[2] Dankzij organisator Claude Nobs waren er geen doden, maar het casino uit 1881 brandde volledig af. Zappa en zijn bandleden verloren al hun materiaal. Deep Purple was aanwezig bij het voorval en putte er inspiratie uit voor Smoke on the Water. Nadien circuleerde een bootleg waarop een en ander te horen was, in 1992 uitgebracht als Swiss Cheese / Fire.
In de Nerostrip nr. 95 "Het Beest zonder Naam" uit 1985 voerde striptekenaar Marc Sleen de figuur van "Prof. Doctor Zappadopolis" op. Dit strippersonage, dat vanuit een soort duikboot in de vorm van een zeemonster, de wereld wil vernietigen met een kernbom die zelfstandig kon denken omdat er menselijke hersencellen werden ingeplant, werd gemodelleerd naar Frank Zappa.
Nog in 1994 werd door de biologen Bosmans en Bosselaers een spin beschreven die ze de naam "Pachygnatha zappa" gaven. Op haar onderlijf heeft deze spin een pigmentvlek die erg op de snor van Frank Zappa lijkt.[3]
Zappa sprak de stem in van de paus in de aflevering Powdered Toast Man (1992) van de animatiereeks The Ren & Stimpy Show.
In de animatiereeks Duckman werden in het eerste seizoen Zappa's composities vaak als achtergrondmuziek gebruikt.
Zappa speelde ook een klein rolletje in de film Head (1968) met The Monkees.
Hij vertolkte de rol van drugsdealer in de episode Payback in de televisieserie Miami Vice.
Zappa sprak geen Nederlands, maar riep tijdens een concert in Rotterdam (1988) "You'll never hear 'vloerbedekking' again". Deze uitspraak is te horen tijdens Theme from "Lumpy Gravy" op de plaat Make a Jazz Noise Here. Hij verwees naar een optreden in Rotterdam uit 1971, waar het Sofa nummer met Nederlandse tekst gebracht werd: geef mij wat vloerbedekking onder deze vette, zwevende sofa. Beide opnames werden gemaakt in Sportpaleis Ahoy'.
Onderstaand een lijst met albums van Frank Zappa, inclusief alle albums die zijn uitgebracht onder de naam Mothers of Invention. Tijdens zijn leven bracht Zappa 62 albums uit.
Rausch, Andreas, "Zappaesk" (2005), Köln: Egmont vgs verlagsgesellschaft, ISBN 3-7704-2888-9
Russo, Greg, "Cosmik Debris. The collected history and improvisations of Frank Zappa" (1998), USA: Crossfire Publications, ISBN 0-9648157-4-5
Russo, Greg, "Cosmik Debris. The collected history and improvisations of Frank Zappa (Revised)" (1999), USA: Crossfire Publications, ISBN 0-9648157-7-X
Russo, Greg, "Cosmik Debris. The collected history and improvisations of Frank Zappa (The Son Of Revised)" (2003), USA: Crossfire Publications, ISBN 0-9648157-0-2
Slaven, Neil, "Electric Don Quixote: The Definitive Story of Frank Zappa" (2003), London: Omnibus Press, ISBN 0-7119-9436-6
Ulrich, Charles, "The Big Note. A guide to the recordings of Frank Zappa" (2018), Vancouver: New Star Books, ISBN 978-1-55420-146-4
Walley, David, "No Commercial Potential. The Saga of Frank Zappa" (1980, Then and Now, New York: E. P. Dutton, ISBN 0-525-93153-8
Watson, Ben, "Frank Zappa: The Negative Dialectics of Poodle Play" (1996), New York: St. Martin's Griffin, ISBN 0-312-14124-6
Watson, Ben, "Frank Zappa. The Complete Guide to His Music" (2005), London: Omnibus Press, ISBN 1-84449-865-4
Zappa, Frank & Occhiogrosso, Peter, "The Real Frank Zappa Book" (1989), New York: Poseidon Press, ISBN 0-671-63870-X
Zeuner, Mick & Klaus Kühner & Andrew Greenaway, "The Zappa Tour Atlas with annotated discography" (2019), Bedford: Wymar Publishing, ISBN 978-1-912782-17-8
↑Wassif, C., Molecular Analysis of a Metalloprotease from Proteus mirabilis, Journal of Bacteriology, 177(20), pp. 5790-8 , DOI:10.1128/jb.177.20.5790-5798.1995