In maart 1892 vertrok hij met een studiebeurs naar Madrid, waar hij aan het Real Conservatorio Superior de Música de Madrid bij Jesús de Monasterio y Agüeros and Emilio Serrano studeerde. Da werd hij bevriend met Ruperto Chapi y Lorenta, die hem een functie als violist in een orkest en in een ensemble, dat in cafés speelde, bezorgde. Van 1900 tot 1905 schreef hij achttien zarzuela's. Op een tekst van de gebroeders Álvarez Quintero schreef hij in 1899 een zarzuela El Motete. Als componist schreef hij verder hymnes en voor de fiestas in Valencia in 1925 de bekende paso-doble "El Fallero".
In 1909 schreef hij ter gelegenheid van de Exposición Regional Valenciana de “Himno de Valencia”, die bij iedere feestelijke gelegenheid gespeeld en door de hele bevolking meegezongen werd, onder andere ook als afsluiting van het jaarlijkse Certamen International de Bandas de Música Ciutat de Valencia. Een van de bekendste zarzuela's is ongetwijfeld “Moros y Cristianos” uit 1905. Hij is een van de populairste zarzuela componisten. Iedere Banda in de buurt van Valencia heeft ten minste 10 tot 12 zarzuelas van de rond 50 in haar noteninventaris.
Serrano stierf op 67-jarige leeftijd in Madrid.
Composities
Werken voor banda (harmonieorkest)
1909Himno de Valencia (Himno a la Exposición de Valencia), voor samenzang en harmonieorkest - tekst: Maximiliano Thous
1923Valencia Canta ode aan de Patrones van Valencia