Wessel VI van BoetzelaerWessel VI van Boetzelaer, heer van Langerak en Asperen (1500-1575) was een calvinistische edelman die betrokken was in de Geuzenopstand in de Spaanse Nederlanden. LevenHij was een zoon van Rutger V van Boetzelaer en Bartha van Arkel van Heukelom († 1558). In 1519 trouwde hij met Françoise van Praet (ca. 1505-1562) en in 1545 werd hij met Langerak beleend. Hij behoorde tot de ridderschap van Utrecht. Boetzelaer en zijn vrouw verwijderden zich van de katholieke leer en hun domeinen werden een oord voor wederdopers en reformatoren. In 1566 onderschreef hij met vier van zijn zonen (Daniël, Otto, Rutger en Wessel) het Eedverbond der Edelen. Hij was op 5 april in Brussel voor de overhandiging van het Smeekschrift der Edelen aan landvoogdes Margaretha van Parma. In de zomer liet hij de beeldenstormers te keer gaan in Asperen en hij verleende de troepen van Hendrik van Brederode toegang tot de stad. De Raad van Beroerten veroordeelde hem in 1568 tot eeuwige verbanning en verbeurdverklaring van goederen. In 1574 werd hij uitgesloten van het Algemeen pardon. Blijkbaar is hij toch kunnen terugkeren, want in 1575 stierf hij te Rossum. Hij werd begraven in Appeldorn bij het stamslot Boetzelaer. Ook kreeg hij een graf in Asperen, misschien omdat zijn resten er na de Pacificatie van Gent heen zijn gebracht. FamilieMet zijn vrouw Françoise van Praet (ca. 1505-1562) had Boetzelaer zeker zeven kinderen, die eveneens deelnamen aan de Opstand en doorgaans verbanningen opliepen:
Daarnaast had hij bij Judith van Helmont nog een buitenechtelijke zoon Wessel, zijn tweede met die naam. Literatuur
Externe link |
Portal di Ensiklopedia Dunia