Regering-Lefèvre
De regering-Lefèvre (25 april 1961 - 28 juli 1965) was een Belgische regering. De regering bestond uit de CVP/PSC (96 zetels) en de BSP/PSB (84 zetels). De overheid werd geconfronteerd met toenemende communautaire spanningen. De Vlaamse Beweging was in volle opleving. De mars op Brussel die op 11 oktober 1961 werd georganiseerd bracht 63.000 mensen samen. Ook de Waalse Beweging kwam versterkt naar voren uit de algemene staking tegen de Eenheidswet in de winter van 1960-1961. Het is onder deze regering dat de taalgrens werd vastgelegd, wat leidde tot de wens om de provincies taalkundig te homogeniseren. De controverse rond de gemeente Voeren begon toen. Sommigen wilden dat de gemeente aan de provincie Limburg werd gehecht en anderen wilden dat ze binnen de provincie Luik bleef. Een volksraadpleging in Voeren gaf aan dat een grote meerderheid van de inwoners binnen de provincie Luik wilde blijven, ondanks de mogelijkheid om taalvoorzieningen in te voeren. De Vlaamse en Waalse Bewegingen begonnen elkaar op dit punt tegen te werken door grote demonstraties te organiseren. Uiteindelijk werd de taalgrens aangenomen op 31 oktober 1962. Voeren ging uiteindelijk naar de provincie Limburg. Een ander moeilijke kwestie was de Brusselse Rand. Aangezien verschillende gemeentes in de Brusselse periferie een grote Franstalige minderheid hadden, werd er een wetsvoorstel ingediend om deze tot het Brusselse agglomeratie toe te voegen. De Vlaamse Beweging was hier tegen, evenals enkele Franstalige leden uit Waals-Brabant die vreesden dat bepaalde gemeentes in Waals-Brabant, met een grote Nederlandstalige minderheid, ook aan Brussel gehecht zou kunnen worden. Het Hertoginnedalcompromis probeerde de kwestie te beslechten. Het legde de gemeentes met taalkundige voorzieningen in de Brusselse periferie vast, maar legde het gebruik van het Nederlands op in de Vlaamse administraties en bedrijven en de bouw van Nederlandstalige scholen in Brussel. Het compromis slaagde er echter niet in de eisen van de Vlaamse Beweging te bedaren en leidde tot de oprichting van het FDF in 1964 en andere kleine Waalse partijen. In 1961 verklaarde de president van Frankrijk Charles de Gaulle dat hij de politieke betrekkingen tussen de lidstaten van de EEG verder wilde institutionaliseren: zijn project was de oprichting van een door Frankrijk gedomineerd confederaal politiek Europa, dat een nieuw blok zou vormen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De Gaulle stond dus tegenover de wens van België om een pro-Amerikaans supranationaal Europa te vormen. Frankrijk was ook tegen de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de EEG, terwijl België het land steunde om een tegenwicht te bieden aan Frankrijk en Duitsland. Ten slotte zal noch het Franse Europese project, noch de toetreding van de Britten tot de EEG worden geaccepteerd, waardoor de opbouw van Europa werd vertraagd. De regering-Lefèvre volgde de regering-G. Eyskens III op nadat ze was gevallen vanwege de winterstaking van 1960-1961 en werd opgevolgd door de regering-Harmel na de verkiezingen van 23 mei 1965. SamenstellingDe regering bestond uit 20 ministers. De CVP/PSC had 10 ministers en 1 adjunct-minister, de BSP/PSB had 7 ministers en 2 adjunct-ministers.
Herschikkingen
Aangenomen wetten
|
Portal di Ensiklopedia Dunia