Regering-G. Eyskens III
De regering-G. Eyskens III (6 november 1958 - 25 april 1961) was een Belgische regering. De regering bestond uit de CVP/PSC (104 zetels) en de Liberale Partij (21 zetels). Ze volgde de regering-G. Eyskens II op nadat de christendemocraten en de liberalen een akkoord hadden gesloten over het schoolbeleid en werd opgevolgd door de regering-Lefèvre. SamenstellingDe regering bestond uit 18 ministers. De CVP-PSC had er 11 en de Liberale Partij had er 7. Na de Congocrisis volgde er een uitgebreide herschikking van de regering, die vanaf dan uit 20 ministers en 4 minister-onderstaatssecretarissen bestond: 13 ministers en 2 ministers-onderstaatssecretarissen voor de CVP-PSC en 7 ministers en 2 ministers-onderstaatssecretarissen voor de Liberale Partij.
VerloopSplitsing van het NIRDe regering besliste, bij de wet van 18 mei 1960 houdende de organisatie van de Instituten der Belgische Radio en Televisie, dat het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep (NIR) opgeheven werd en vervangen werd door de Nederlandstalige Belgische Radio- en Televisieomroep (BRT) en Franstalige Radio-Télévision belge (RTB) op. Communautaire spanningenDe tienjaarlijkse volkstelling die in 1960 zou worden gehouden, was het onderwerp van de communautaire spanningen rond het taalkundige component van die volkstelling. De Vlaamse Beweging was vooral bezorgd dat de volkstelling een uitbreiding van de Franstalige "olievlek" rond Brussel teweeg zou brengen. Uiteindelijk werd de volkstelling uitgesteld tot 1961 en werd het taalkundige component afgeschaft. Belgisch Congo Zie Congocrisis voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Congodossier stond centraal in de bezorgdheid van de regering. De rellen in Leopoldstad van januari 1959 brachten het proces van de onafhankelijkheid van Congo op gang. Aanvankelijk was de regering voorstander van een beperkte vorm van onafhankelijkheid, maar ze werd gedwongen zich terug te trekken door de afwijzing hiervan van de Congolese nationalisten en de toenemende spanningen in Congo. De weigering om Belgische troepen te sturen leidde tot de organisatie van de Belgo-Congolese rondetafelconferentie in Brussel, waaraan de verschillende Belgische en Congolese partijen deelnamen om de voorwaarden voor de totale onafhankelijkheid van Congo vast te stellen, die gepland was voor 30 juni 1960. De afscheiding van Katanga en Kasai werd door de regering niet officieel erkend, ondanks de druk van de Union Minière du Haut Katanga en koning Boudewijn. De muiterij van de Congolese soldaten die de dood van Belgen tot gevolg had, leidde echter tot het sturen van Belgische troepen naar Congo, die van de situatie gebruik maakten om Katanga en Kasaï te steunen. De regering werd op 3 september 1960 herschikt om een hardere pro-Katangese lijn te doen gelden. Herschikkingen
|