Pierre Wigny was als minister van Buitenlandse Zaken samen met minister van Afrikaanse Zaken Harold Charles d'Aspremont Lynden politiek verantwoordelijk voor het Belgisch beleid aan het begin van de Congocrisis. Na de onafhankelijkheid van Congo in 1960 leidde Belgische inmenging achter de schermen tot de afzetting en liquidatie van Patrice Lumumba, de wettig verkozen premier van het land, die door het Belgisch establishment gezien werd als te onbetrouwbaar. Kolonel Mobutu Sese Seko raakte met Belgische steun aan de macht en zou het land gedurende 40 jaar als dictator regeren door middel van repressie en cliëntelisme.[2]
↑Paul van Molle, Het Belgisch parlement 1894-1972. Antwerpen/Utrecht, 1972, p. 383-384.
↑Ludo De Witte, De moord op Lumumba. Leuven, 1999. Naar aanleiding van dit boek, waarin Ludo De Witte de Belgische inmenging en verantwoordelijkheid beschrijft, werd een parlementaire onderzoekscommissie opgericht die er in 2002 toe leidde dat België verontschuldigingen aanbood voor zijn aandeel in de misdaad.