De regering-D'Anethan (2 juli 1870 - 7 december 1871) was een Belgische regering. De regering telde enkel katholieke ministers. Ze volgde de regering-Frère-Orban I op en werd opgevolgd door de regering-De Theux-Malou.
Verloop
Nadat de reguliere verkiezingen van juni 1870 een gelijk aantal volksvertegenwoordigers voor de liberalen en katholieken opleverden, nam de liberale regering-Frère-Orban I ontslag. De katholieke regering-D'Anethan werd daarop gevormd. Gezien geen enkele partij een meerderheid had in de Kamer, werd het parlement (beide wetgevende Kamers) ontbonden bij koninklijk besluit van 8 juli 1870 en werden nieuwe verkiezingen uitgeschreven voor 2 augustus 1870. Toen de Frans-Duitse Oorlog echter uitbrak, kwam de Kroonraad op 16 juli samen om te bepalen of de wetgevende Kamers al dan niet in buitengewone zitting moesten bijeenkomen. Dit werd niet gedaan, waardoor de Kamers niet bijeenkwamen tussen de verkiezingen van juni en augustus 1870. De verkiezingen van 2 augustus gaven een katholieke meerderheid in beide Kamers, waarmee de regering-D'Anethan kon aanblijven.
Frans-Duitse Oorlog
Als eerste minister had D'Anethan vooral het hoofd te bieden aan de problemen die zich stelden als gevolg van de Frans-Duitse Oorlog, waarbij hij erin slaagde de Belgische neutraliteit te vrijwaren. Desalniettemin werden de Belgische samenleving en politiek aanzienlijk beïnvloed door deze oorlog, in het bijzonder door de angst voor een invasie van een van beide landen. De mobilisatie van het Belgische leger in 1870 maakte de tekortkomingen van de Belgische strijdkrachten duidelijk en leidde tot een hervorming van de dienstplicht. Bovendien werd de zogenaamde 'remplacement militaire' opgegeven, waarbij rijke burgers hun dienstplicht konden afkopen. Samen met de bouw van nieuwe fortengordels beïnvloedden deze maatregelen de eerste fasen van de Eerste Wereldoorlog.
Ontslag
Aan de regering kwam in 1871 een voortijdig einde omwille van een schandaal. Voormalig eerste minister Pierre de Decker was tot gouverneur van Limburg benoemd, maar hij was aandeelhouder geweest van de bank van André Langrand-Dumonceau die failliet was gegaan. De regering werd ontslagen en werd opgevolgd door de katholieke regering-De Theux-Malou. Dit betekende meteen het einde van de ministeriële carrière van D'Anethan. Hij bleef wel nog tot aan zijn dood een rol spelen in de Senaat en in de Katholieke Partij.
Samenstelling
De regering telde aanvankelijk zes ministers.
Herschikkingen