Nannoscincus

Nannoscincus
Verspreidingsgebied van Nannoscincus gracilis in het rood.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Lacertilia (Hagedissen)
Infraorde:Scincomorpha (Skinkachtigen)
Familie:Scincidae (Skinken)
Onderfamilie:Eugongylinae
Geslacht
Nannoscincus
Günther, 1872
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Nannoscincus op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Nannoscincus is een geslacht van hagedissen uit de familie skinken (Scincidae).

Naam en indeling

De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Albert Günther in 1872.

Er zijn twaalf soorten, inclusief de pas in 2014 beschreven soort Nannoscincus koniambo, die in veel literatuur nog niet wordt vermeld. Een aantal soorten behoorde eerder tot andere geslachten, zoals Lygosoma en het niet langer erkende geslacht Anotis.[1]

De Australische soort Anepischetosia maccoyi, die tegenwoordig tot het monotypische geslacht Anepischetosia wordt gerekend, behoorde tot 2006 ook tot het geslacht Nannoscincus.

Uiterlijke kenmerken

De soorten blijven vrij klein en bereiken een lichaamslengte zonder staart van 3,5 tot 5,2 centimeter. De lichaamskleur is bruin tot grijs, met een lichtere tot gele onderzijde van de buik en onderzijde van de staart.

Het lichaam is langwerpig van vorm, de ledematen zijn relatief klein. De soorten verschillen onder andere in de bouw van de voorpoten, die bij sommige soorten zijn gedegenereerd.[2]

Verspreiding en habitat

Alle soorten komen endemisch voor in delen van Nieuw-Caledonië.[1]

Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan tien soorten een beschermingsstatus toegewezen. Drie soorten staan te boek als 'kwetsbaar' (Vulnerable of VU), vier soorten worden beschouwd als 'bedreigd' (Endangered of EN) en drie soorten worden gezien als 'ernstig bedreigd' (Critically Endangered of CR).[3]

De habitat bestaat vaak uit dichte, vochtige bossen zoals bergbossen. Alle soorten zijn bodembewonend en leven deels ingegraven in de bodem, onder stenen of in de strooisellaag.

Soorten

Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Verspreidingsgebied
Nannoscincus exos Bauer & Sadlier, 2000 Nieuw-Caledonië
Nannoscincus fuscus Günther, 1872 Nieuw-Caledonië
Nannoscincus garrulus Sadlier, Bauer & Smith, 2006 Zuidelijk Nieuw-Caledonië
Nannoscincus gracilis Bavay, 1869 Zuidelijk Nieuw-Caledonië
Nannoscincus greeri Sadlier, 1987 Nieuw-Caledonië
Nannoscincus hanchisteus Bauer & Sadlier, 2000 Nieuw-Caledonië
Nannoscincus humectus Bauer & Sadlier, 2000 Nieuw-Caledonië
Nannoscincus koniambo Sadlier, Bauer, Whitaker & Wood, 2014 Nieuw-Caledonië
Nannoscincus manautei Sadlier, Bauer, Whitaker & Smith, 2004 Nieuw-Caledonië
Nannoscincus mariei Bavay, 1869 Nieuw-Caledonië
Nannoscincus rankini Sadlier, 1987 Nieuw-Caledonië
Nannoscincus slevini Loveridge, 1941 Nieuw-Caledonië

Bronvermelding