De Belgische architectHenricus Joseph Huygh, beter gekend onder de Vlaamse variant van zijn naam: Jef Huygh (Reet, 29 maart1885, Antwerpen, 4 december1946), tekende ontwerpen voor religieuze gebouwen, scholen en woningen, vaak in art-decostijl, “Amsterdamse School” of in een zeer persoonlijke stijl die een mengsel was van historische vormgeving, plaatselijke traditie en eigentijdse bouwkundige neigingen. In zijn monumentale Sint-Laurentiuskerk aan de Markgravelei te Antwerpen (1932) combineerde hij de Neo-Byzantijnse stijl met art deco.
Biografie
Opleiding & loopbaan
Jef Huygh werd geboren in 1885 te Reet als zoon van Jan Victor Huygh (1854-1925) en Maria Theresia Slachmuylders (1856-1910). Zijn vader, een ondernemer en timmerman, nam de 13-jarige Jef mee in zijn werkplaats aan de Kapelstraat, waar hij hem het beroep leerde.
Na in de avondschool te Boom tekenles te hebben gevolgd, begon Jef Huygh op 17-jarige leeftijd te werken als technisch tekenaar, vooreerst bij architect Wagemans en nadien bij architect Ernest Dieltiens te Antwerpen. Tegelijkertijd bleef hij -vanaf 1902 tot 1906- avondles “Architectuur” volgen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen. Bij het beëindigen van deze studie met onderscheiding, wachtte hem een feestelijk onthaal in zijn geboortedorp. In 1911 was hij laureaat van de Prijs van Rome voor architectuur.
In de Eerste Wereldoorlog was hij sergeant bij het 14e linieregiment. Hij ontving de Overwinningsmedaille en de Herinneringsmedaille.
Een jaar na deze oorlog, op 23 september 1919, terwijl Jef Huygh in Borgerhout woonde, trad hij in het huwelijk met de elf jaar jongere Helena Boen (Antwerpen, 19 juni 1896 - Alken, 8 mei 1969). Uit dit huwelijk ontsproten acht kinderen. Een zoon, Herman Theophiel Anna Huygh (Borgerhout, 6 april 1923 - Wilrijk, 18 februari 1977) volgde vaders voorbeeld en werd eveneens architect.
Vanaf 1920 begon Jef Huygh een samenwerking met architect Flor Van Reeth, voor de inrichting van een tuinwijk “Zuid-Australië” in de omgeving van Lier.
Zelfstandig vanaf 1923, ontwikkelde hij woningen, appartementen, kerken en scholen, die -op enkele uitzonderingen na- alle gelegen waren in het oosten of in het centrum van Antwerpen.
Alhoewel hij herhaaldelijk de art-decostijl toepaste, slaagde hij er niettemin in, om een eigen architecturale stijl te ontwikkelen waar -in de tendenzen van de jaren 1920 en 1930- een waaier van historische stijlen verweven was: Byzantijnse kunst, primitieve Italiaanse architectuur, regionale traditionele bouwkunst...
Prijzen
In 1911 bekwam architect Huygh de Prijs van Rome en tijdens de reizen die hij zich als gevolg van dit succes kon veroorloven, betoonde hij veel interesse voor de primitieve christelijke architectuur in Italië. Tevens verbleef hij lange tijd in het zuiden van Spanje.
Functies
Huygh was stagebegeleider van architect Walter Van den Broeck.
In 1921 werd Huygh aangesteld als professor “Architectuur” aan de Koninklijke Academie te Antwerpen. Hij gaf er onder meer les aan Renaat Braem en Joseph de Lange, en bleef aan de academie professor tot aan zijn overlijden in 1946.
Vanaf 1924 tot aan zijn dood in 1946[1] leefde Jef Huygh samen met zijn echtgenote en kinderen in zijn woning genaamd “Lianahal” aan de Boekenberglei 176 te Deurne (Antwerpen).
1924-1925: De kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand, gelegen te Deurne (Merksemsesteenweg), is een relatief klein gebouw bestaande uit een schip met acht traveeën en een koor met platte sluiting. De gecementeerde voorgevel is versierd met bas-reliëfs die de vier evangelisten voorstellen. Deze kerk wordt thans niet meer gebruikt voor religieuze diensten maar doet dienst als sportzaal ten behoeve van de naburige lagere school.
1932-1941: De monumentale Sint-Laurentiuskerk aan de hoek van de Van Schoonbekestraat met de Markgravelei te Antwerpen is ongetwijfeld Huygh’s absolute meesterwerk. Dit bakstenen gebouw in Neo-Byzantijnse stijl, op een onderbouw in ruwe natuursteen, is zeer bezienswaardig.
1933-1936: De Sint-Jozefskerk aan de Boekenberglei 211 te Deurne is uiteindelijk een ontwerp van alleen Jef Huygh. Zij is geïnspireerd op de kerk van de Heilige Familie te Tilburg die enkele jaren vroeger gebouwd werd (in 1925) en inmiddels (in 1972) gesloopt werd.
1936-1939: De vrijstaande Sint-Jozefskerk aan de Kerkplaats te Gooreind (Wuustwezel) is opgetrokken in neo-gotische stijl en is erkend als bouwkundig erfgoed. Opvallend zijn de zware torenbasis en de merkwaardige vorm van het koor, omringd door bijgebouwen.
Andere
1909: Bayt al-Andalus. Sint Hubertusstraat, Berchem (Antwerpen). Burgershuis gebouwd door Ernest Dieltiens, interieur geïnspireerd door het Alhambra in Granada, uitgemeten en nagebouwd door Huygh. In 1921 werd nog een ommuurde tuin toegevoegd: een hertekening van de binnentuin van het Generalife paleis.
1912: Bejaardentehuis “De Vaeren”, Eikenstraat 219, Reet (Rumst). Het oudste gedeelte (de zuidelijke vleugel) werd gebouwd door Huygh.
1921-1923: Burgershuis “De Harp”, Van Breestraat 23, Antwerpen. Vroege art-decostijl. Wederopbouw naar ontwerp van Maurice Dieltiens en Jef Huygh.
1922: Burgerswoning “Lianahal”, Boekenberglei 176, Deurne. Neomoorse stijl, Wiener Sezession en Amsterdamse School. Eigen woning van architect Jef Huygh, door hem en zijn familie bewoond.
1922-1924: Psychiatrisch ziekenhuis en klooster: Bethaniënhuis. Handelslei 167, Zoersel.
1924: Gildehuis Sint-Rochus, Karel Govaertsstraat 53, Deurne. Gebouwd in vroeg-modernistische stijl.
~1925: Burgershuis, Willem Geetsstraat 25, Mechelen. Art-decostijl.
1925-1926 & 1929: Sint-Gummaruskapel (Mechelen) en uitbreiding van de meisjesschool (Kerkhoflei 45-49) in samenwerking met S. Van Craen (Mechelen).
1927. Nottebohm Kliniek, Antwerpen, gebouwd door Jos Bascourt van 1899 tot 1900. Uitbreiding met een ziekenhuisvleugel door Huygh.
1927: Villa in art-decostijl. Ter Rivierenlaan 54, Deurne.
1928: Burgershuis “‘t Scild”, Hazelarenstraat 14, Antwerpen. Art deco met elementen van de jugendstil en de Amsterdamse School.
1929: Pastorie, Boekenberglei 207-209, Deurne. Grote woning in cottage- en art-decostijl.
1929-1930: Jezuïetencollege, Frankrijkei 91, Antwerpen. Inwendige verbouwingen van het neoclassicistische collegegebouw.
1929-1932: Sint-Lievenscollege, Kasteelpleinstraat 17-31, Antwerpen. Late art-decostijl. In samenwerking met Jan Smits en Flor Van Reeth.
1931: Appartementsgebouw, Pieter Jozef Nauwelaertsstraat 31-33, Antwerpen. Stijl: Nieuwe zakelijkheid.
1937-1938: Sint-Bartholomeüskerk (17-de eeuws), hoek van de Bredabaan en het Burgemeester Jozef Nolfplein te Merksem. Vergroting van het schip en het koor.
↑Jef Huygh werd ter aarde besteld op de begraafplaats ‘’Sint-Rochus’’ te Deurne, maar mettertijd werd zijn grafmonument overgebracht naar de begraafplaats van Borsbeek.