Arrest Wirth
Het arrest Wirth is een uitspraak van het Europees Hof van Justitie van 7 december 1993 (zaak C-109/92), inzake het niet toekennen van een studietoelage voor studie in een andere lidstaat:
CasusStephan-Max Wirth[2] woonde in Duitsland en verzocht daar om een studietoelage voor studie in Nederland.
Toepasselijke wet- en regelgeving – het Bundesausbildungsförderungsgesetz van 26 juli 1971 (hierna: "BAföG"), na een laatste wijziging op 22 mei 1990 – stelde voorwaarden aan het toekennen van een dergelijke studeren-in-het-buitenland studietoelage. Bij de wijziging van 22 mei 1990 werden de voorwaarden aangescherpt. ProcesverloopHet verzoek van verzoeker om een studietoeslage is afgewezen. Bezwaar is afgewezen. Een beroep ingesteld bij het Verwaltungsgericht Sigmaringen, is doorverwezen naar het Verwaltungsgericht Hannover. Deze rechter heeft het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing. Rechtsvraag
Uitspraak Hoffinanciering uit openbare middelenAls een hogeschool uit de openbare middelen wordt gefinancierd terwijl studenten slechts schoolgeld betalen, dan is het volgen van onderwijs aan zo'n hogeschool (in een andere lidstaat) niet te verstaan als dienstverrichting.
In zo'n geval vormt het niet toekennen van een studietoelage, en de regelgeving die daaraan ten grondslag ligt, geen belemmering van het vrije verkeer van diensten. financiering uit particuliere middelen
ConclusieHet maakt dus verschil of een hogeschool (behoudens schoolgeld) uit de openbare middelen wordt bekostigd, of dat sprake is van een particuliere hogeschool die een winstoogmerk nastreeft en die hoofdzakelijk uit particuliere middelen worden gefinancierd. In dit laatste geval is het onderwijs een dienstverrichting, zodat een vrij verkeer van diensten – onderwijs volgen in een andere lidstaat – niet mag worden belemmerd door nationale regelgeving. Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia