De eerste halve eeuw van het bestaan van de abdij is goed gedocumenteerd. De abdij werd gesticht in 640 door Sint-Amandus[1] en Itta of Ida van Nijvel, de weduwe van Pepijn van Landen en haar dochter Gertrudis van Nijvel, de eerste abdis. Deze stichting had ook als doel de familiale bezittingen te bewaren en de machtspositie van beide vrouwen te consolideren. De abdij lag in een groot domein en ook na hun dood bleef het klooster in handen van de Pepiniden.
De abdij werd in 650 of 651 een dubbelklooster (waar twee gemeenschappen woonden: een voor mannen en een voor vrouwen). Dit gebeurde na de komst van een groep Ierse monniken onder leiding van Foillan. Zij werden opgevangen door Gertrudis en Ida. Een deel van de monniken kon een eigen abdij stichten in Fosses-la-Ville op een domein van de Pepiniden. Een ander deel bleef in Nijvel en elke gemeenschap kreeg een eigen kerk. Bij de dood van Gertrudis werd zij al snel als heilige vereerd.[2]
Tijdens de hoge middeleeuwen stond de benedictijnenabdij van Nijvel als rijksabdij rechtstreeks onder het gezag van de Duitse keizer. In de loop van de 11e eeuw ging de voogdij over aan de graven van Leuven, voorvaderen van de hertogen van Brabant.
In 1795, na de Franse Revolutie, werd de abdij, evenals de titel van de abdis opgeheven.
Archeologisch onderzoek
Deze abdij is een van de weinige uit de Merovingische tijd waarvan de topografie door archeologen is onderzocht. Hierbij kwam aan het licht dat er drie kerken aanwezig waren, elk georiënteerd op het oosten maar met elk hun eigen functie:
de Onze-Lieve-Vrouwekerk, centraal gelegen, waarin liturgische diensten werden gehouden van het vrouwenklooster. Deze relatief grote had een schip met drie beuken waarvan de middelste 14 op 6 meter mat. Het koor met abside had een diameter van 5,5 meter.
de Sint-Pauluskerk, ten noorden, voor de diensten van het mannenklooster. Het schip van deze kerk bestond uit één beuk van 10 op 7 meter en het rechthoekige koor mat 3 op 3,5 meter.
de Sint-Petruskerk, een kleine zaalkerk van 23 op 6,8 meter, ten zuiden, zonder koor en gebouwd als grafkerk. Nadat Gertrudis hier werd begraven verdrong haar verering die van Petrus en kreeg de crypte geen nieuwe begrafenissen. Deze kerk ligt aan de basis van de grote romaanse basiliek, de huidige Sint-Gertrudiskerk
Lijst van de abdissen
De abdissen hadden de religieuze en politieke leiding over Nijvel, de stad die rond hun abdij was gegroeid:[4]
↑(fr) Alain Dierkens in Patrick Périn, L'art mérovingien, permanences et innovations, Feuillets de la cathédrale de Liège, 25-26, 1996, p. 10
↑(de) Schilp, Thomas (1998) Norm und Wirklichkeit religiöser Frauengemeinschaften im Frühmittelalter. Die Institutio sanctimonialium Aquisgransensis des Jahres 816 und die Problematik der Verfassung von Frauenkommunitäten, p. 154, (Veröffentlichungen des Max-Planck-Institus für Geschichte (Göttingen)
↑(fr) François Lemaire (1848), Notice historique sur la ville de Nivelles, et sur les abbesses qui l'ont successivement gouvernée depuis sa fondation jusqu‛à la dissolution de son chapitre - Lees op Google Books. Gearchiveerd op 1 december 2021.