Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 1932De Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 1932 werden gevormd door drie toernooien die door de Internationale Schaatsunie werden georganiseerd. Voor de mannen was het de 30e editie, voor de vrouwen de twintigste en voor de paren de achttiende editie. De toernooien vonden plaats van 17 tot en met 20 februari in Montreal in de provincie Quebec, Canada. Het was voor het derde opeenvolgende jaar dat de drie kampioenschappen tegelijkertijd in een gaststad plaatsvonden, de tweede keer dat dit in Noord-Amerika plaatsvond. De drie kampioenschappen vonden een week na het Olympische schaatstoernooi plaats dat van 8 tot en met 12 februari in Lake Placid, Verenigde Staten plaatsvond. DeelnameEr namen deelnemers uit twaalf landen deel aan deze kampioenschappen. Zij vulden een recordaantal van 32 startplaatsen in. Voor het eerst namen er deelnemers uit Japan deel aan het WK. Japan was het vijftiende land waarvan ten minste een deelnemer aan een van de WK kampioenschappen deelnam. Kazyuoshi Oimatsu en Ryoichi Obitani namen deel in het mannentoernooi, zij verbleven in Noord-Amerika vanwege hun deelname aan de Olympische Winterspelen. Van alle deelnemers op de drie kampioenschappen waren Robin Lee (mannen) en Maud Smith / Jack Eastwood, Theresa Weld Blanchard / Nathaniel Niles en Isobel Rogers / Melville Rogers de enigen die niet aan de OS hadden deelgenomen. België werd voor de vierde keer vertegenwoordigd op een WK toernooi, Yvonne De Ligne-Geurts nam voor de derde keer deel in het vrouwentoernooi.
MedailleverdelingBij de mannen prolongeerde Karl Schäfer de wereldtitel, het was zijn derde titel oprij. Het was zijn zesde medaille, in 1927 werd hij derde en in 1928 en 1929 tweede. Montgomery Wilson behaalde de zilveren medaille, het was de eerste Canadese medaille bij de mannen, in 1930 won Cecil Smith middels de eveneens zilveren medaille bij de vrouwen de eerste. Ernst Baier legde net als in 1931 beslag op de bronzen medaille, het was zijn tweede. Bij de vrouwen prolongeerde Sonja Henie de wereldtitel, het was haar zesde titel oprij. Ze vestigde hiermee een uniek record, Ulrich Salchow won zijn eerste zes titels bij de mannen met een onderbreking (1901-1905 + 1907). Fritzi Burger veroverde met de zilveren medaille haar vierde medaille, in 1929 won ze ook zilver en in 1928 en 1931 brons. Constance Wilson-Samuel won middels de bronzen medaille haar eerste medaille. Bij de paren veroverden Brunet-Joly / Brunet voor de vierde keer de wereldtitel, in 1926, 1928 en 1930 behaalden ze de eerste drie titels. Het was hun vijfde medaille, in 1925 werden ze tweede. De wereldkampioenen van 1931, Rotter / Szollás, eindigden dit jaar als tweede, het was hun tweede medaille. Als paar behaalden Loughran / Badger hun tweede medaille, in 1930 wonnen ze ook brons. Voor Loughran was het haar derde WK medaille, in 1924 won ze de bronzen medaille in het vrouwentoernooi.
Uitslagen
Bronnen, noten en/of referenties
|