Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 1936De Wereldkampioenschappen kunstschaatsen 1936 werden gevormd door drie toernooien die door de Internationale Schaatsunie werden georganiseerd. Voor de vierde keer (na New York 1930, Berlijn 1931 en Montreal 1932) werden de drie kampioenschappen in dezelfde gaststad georganiseerd. Voor het eerst was Parijs gaststad, Frankrijk voor het eerst gastland. Voor de vrouwen was het de 24e editie. Dit kampioenschap vond plaats op 21 en 22 februari. Voor de mannen was het de 34e editie, voor de paren de 22e editie. Deze kampioenschappen vonden een week later plaats op 28 en 29 februari. Tot dit kampioenschap hadden nog maar vijf personen met de Franse nationaliteit aan negen WK toernooien deelgenomen. In 1912 waren Mw. Del Monte en Louis Magnus de eersten, zij namen deel bij de paren. In 1925 volgde het paar Andrée Joly / Pierre Brunet. Ze namen eveneens in 1926, 1928, 1930 en 1932 deel. Elk deelnemend jaar werd ook een medaille behaald. Pierre Brunet nam in 1931 deel in het mannentoernooi. Jean Henrion was in 1927 de vijfde persoon, in 1933 volgde zijn tweede deelname. DeelnameEr namen deelnemers uit twaalf landen deel aan deze kampioenschappen. Zij vulden het recordaantal van 40 startplaatsen in. Dit aantal was mede te danken aan de OS van 1936 die van 9 tot en met 13 februari in Garmisch-Partenkirchen (Duitsland) werden gehouden. Uit België nam Yvonne De Ligne-Geurts voor de vijfde keer deel aan het WK en was Freddy Mésot na Robert Van Zeebroeck (1926) de tweede Belg die bij de mannen deelnam.
MedailleverdelingBij de mannen prolongeerde Karl Schäfer de wereldtitel, het was zijn zevende titel op rij. Hiermee evenaarde hij de prestatie van Sonja Henie die de titel van 1927-1933 zeven keer op rij won. Het was zijn tiende medaille, in 1927 werd hij derde en in 1928 en 1929 tweede. De mannen op de plaatsen twee en drie, respectievelijk Graham Sharp en Felix Kaspar, behaalden hun eerste medaille. Bij de vrouwen prolongeerde Sonja Henie de wereldtitel, het was haar tiende titel op rij. Ze vestigde hiermee een uniek record, Ulrich Salchow won zijn tien titels bij de mannen met een onderbreking (1901-1905 + 1907-1911). Megan Taylor won met de zilveren medaille haar tweede medaille, ook in 1934 won ze de zilveren medaille. Vivi-Anne Hultén behaalde net als in 1935 de bronzen medaille, eerder won ze in 1933 de zilveren medaille. Bij de paren veroverden Herber / Baier als tiende paar de wereldtitel. Ze waren het tweede Duitse paar, in 1908 en 1910 behaalden Anna Hübler / Heinrich Burger de wereldtitel. Voor Herber / Baier was het hun tweede medaille als paar, in 1934 behaalden ze de bronzen medaille. Voor Baier was het zijn zesde medaille, hij won ook nog vier medailles in het mannentoernooi. Broer en zus Pausin behaalden net als in 1935 de zilveren medaille, het was hun tweede medaille. Het echtpaar Cliff behaalde met de bronzen medaille hun eerste medaille.
Uitslagen
Bronnen, noten en/of referenties
|