Het Utrechts Psalter is een geïllumineerdhandschrift uit de negende eeuw, vervaardigd in de abdij van Hautvillers in Frankrijk. Het wordt algemeen beschouwd als een topstuk van de Karolingische handschriftenproductie. Dit psalter of psalmboek bevat de teksten van alle 150 psalmen en van zestien zogenaamde cantica, hymnes uit de Bijbel, die in de middeleeuwen vaak aan het psalter werden toegevoegd.[1] Dit boekwerk is vernoemd naar en in bezit van de Universiteitsbibliotheek Utrecht, waar het in de 19e eeuw is herontdekt en bewaard wordt als Bibl. Rhenotraiectinae I Nr. 32. In oktober 2015 voegde de UNESCO het Utrechts Psalter toe aan het Memory of the World-programma, om de bijzondere erfgoedstatus te onderstrepen.[2]
Beschrijving
Het handschrift bestaat uit twee delen van verschillende herkomst, enerzijds het psalter en anderzijds fragmenten van een evangeliarium.
Het psalter telt 92 perkamentenfolia van 330 x 225 mm samengesteld uit katernen van vier bifolia dus 8 folia of 16 bladzijden per katern. Het is geschreven in 3 kolommen van 32 lijnen. De tekst is in het Latijn. De tekst is geschreven in een capitalis rustica. Het tekstblok meet 244 x 222 mm. De rubrieken en de eerste lijn van elke psalm of kantiek zijn geschreven in een unciaal. Elk vers van de psalm begint op een nieuwe lijn, de eerste letter (versaal) staat links van de kolommarge en is eveneens geschreven in een unciaal schrift. De versalen worden gekleurd. De beginletter van een psalm is geschreven in een capitalis quadrata van ongeveer anderhalve lijn hoog en blijft ongekleurd. De woorden worden aan elkaar geschreven en er worden geen leestekens gebruikt, op de puntkomma en de omgekeerde puntkomma na. De laatste wordt gebruikt om pauzes aan te duiden, de eerste voor het einde van een vers, maar niet systematisch. De onderverdeling van de psalmen in verzen stemt niet overeen met de onderverdeling in de Hebreeuwse versie en de Griekse en Latijnse vertalingen daarvan.[3]
Het psalter bevat 166 pentekeningen in bruine (origineel zwarte?) inkt, één bij het begin van elke psalm en één bij het begin van elke kantiek. De aflijning voor het schrijven van de tekst is niet uitgevoerd op de ruimtes die bestemd waren voor de pentekeningen. De penteksten zijn niet omkaderd en gebruiken de volledige vrije ruimte op de bladzijde.
Het tweede deel bevat fragmenten uit een evangeliarium, geschreven in de abdij van Wearmouth en Jarrow in Engeland, omstreeks ca. 690-720. Dit deel bevat 12 perkamenten folia met dezelfde afmetingen. Het is geschreven in het Latijn. De tekst bestaat uit twee kolommen van 27 à 30 lijnen en is geschreven in unciaal. Het tekstblok is 243 x 195 mm groot.
Beide delen zijn ingebonden in een 17e-eeuwse binding van rood marokijn met de wapens van Robert Cotton op het voor- en achterplat. Deze Britse verzamelaar liet wel meer handschriften die volgens hem gelijkaardig waren, samen inbinden.
Geschiedenis
Het psalter werd waarschijnlijk gemaakt in de abdij van Hautvillers bij Reims tussen ca. 820 en 835. Het handschrift is gebaseerd op het Gallicaanse psalter,[4] dezelfde versie als de Vulgaat. De stijl van het schrift en van de pentekeningen leunen zeer sterk aan bij het Ebbo-evangeliarum[5] waardoor men sterk vermoedt dat het ontstond tijdens het episcopaat van Ebbo, de aartsbisschop van Reims, wat een datering tussen 816 en 835 zou opleveren.[6][7] Het psalter is dus duidelijk een product van de Karolingische renaissance en het werd misschien gemaakt voor Lodewijk de Vrome, de zoon van Karel de Grote.
Van de abdij van Hautvillers kwam het boek waarschijnlijk terecht in Metz, misschien aan het hof van Karel de Kale. Men baseert zich hiervoor op de invloed die het manuscript zou gehad hebben op kunst uit Metz van die periode. Omstreeks 1000 duikt het psalter op in de Kathedraal van Canterbury (Canterbury Christ Church). Het handschrift zal in Engeland driftig gekopieerd worden en het zal de Engelse boekverluchting gedurende meer dan 200 jaar beïnvloeden.
Na de opheffing van de kloosterordes komt het psalter terecht in de verzameling van de kunstverzamelaar Robert Bruce Cotton (22 januari 1570/1 – 6 mei 1631), waar het eerst gecatalogiseerd wordt als nummer 207 en achteraf als Claudius C.VII., het nummer waaronder het beschreven wordt in een catalogus van Cotton van 1621. Cotton leende het handschrift uit aan zijn goede vriend Thomas Howard, 21e graaf van Arundel, die het psalter meeneemt naar de Nederlanden wanneer hij rond 1642 Engeland verlaat, op vlucht voor de burgeroorlog.
Na het overlijden van Thomas Howard, in 1646, wordt het handschrift vermoedelijk door zijn erfgenamen verkocht. In 1716 is het handschrift in het bezit van de Utrechter Willem de Ridder (1649-1716), die het op zijn sterfbed aan de universiteit van Utrecht legateert.
Het Utrechts Psalter wordt in 1859 als het ware herontdekt door professor Westwood.[9]
Kopieën
Tijdens de periode dat het handschrift in Engeland verbleef, werden er een aantal kopieën van gemaakt, waarvan er enkele bewaard zijn gebleven.
Dit handschrift, bewaard in de British Library als Harley MS 603, werd gemaakt rond ca. 1010-1030. Het werd ook geschreven in drie kolommen, maar voor dit psalter werd de zogenaamde Romeinse versie[10] van het psalter gebruikt in plaats van de Gallische. In dit psalter zijn sommige van de pentekeningen verlevendigd door gebruik van kleurinkt.
Dit handschrift, dat zich nu in Cambridge in de Trinity College Library bevindt als Ms R.17.1, werd gemaakt omstreeks 1150 à 1160 en verder afgewerkt tussen 1160 en 1170. Het werd ook geïnspireerd door het Utrecht psalter. Men kan niet echt van een kopie spreken, want dit boek bevat vijf verschillende versies van de psalmen, de drie Latijnse namelijk de Gallische, de Romeinse en de Hebreeuwse[11] en daarnaast een versie in het Oudengels, tussen de Romeinse versie en een Anglo-Normandische versie tussen de Hebreeuwse. Elke psalm heeft daarenboven een proloog en een collecta (afsluitend gebed). In dit boek werden de pentekeningen in kleurinkt gemaakt.
Dit handschrift bevindt zich nu in de BnF als Ms. Latin 8846. Het werd gekopieerd in Canterbury tussen ca. 1180 en 1200. De kopie kwam waarschijnlijk niet direct van het Utrecht psalter maar veeleer van het Eadwine psalter. Het bevat namelijk de Romeinse, de Gallische en de Hebreeuwse versies van het psalter. De verluchting is gedeeltelijk van een Engelse verluchter, een tijdgenoot van de scribent. Dit psalter bevat geen pentekeningen maar echte, op een gouden achtergrond geschilderde miniaturen. In de veertiende eeuw, ca. 1340, duikt dit handschrift op in Spanje, waar de verluchting wordt afgewerkt door meerdere Catalaanse kunstenaars. Ook al is dit handschrift eerder een kopie van het Eadwine Psalter, is het overduidelijk dat een aantal van de miniaturen teruggaan op het Utrechts psalter.
Inhoud
Psalter
Het Utrecht psalter bevat vooreerst de 150 psalmen van de Vulgaat in de volgorde zoals ze in de Vulgaat voorkomen. De tabel hieronder geeft ook de nummers die gebruikt werden in het handschrift om de psalmen te nummeren (kolom “Utrecht”),[12] in deze nummers komen trouwens enkele fouten voor.
Fol.
Utrecht
Nr.
Incipit
f2r
--
Psalm 1
Betaus vir qui
f2r
--
Psalm 2
Quare fremuerunt
--
Psalm 3
Domine quid multi
f3r
--
Psalm 4
Cum inuocarem
f3r
v
Psalm 5
Verba mea auribus
f3v
vi
Psalm 6
Domine ne in furore
f4r
vii
Psalm 7
Domine Deus meus.
f4v
viii
Psalm 8
Domine dominus noster.
f5r
viiii
Psalm 9
Confitebor tibi Domine
f6r
x
Psalm 10
In Domino confido.
f6v
xi
Psalm 11
Saluum me fac.
f7r
xii
Psalm 12
Vsquequo Domine.
f7v
xiii
Psalm 13
Dixit insipiens in corde.
f8r
xiiii
Psalm 14
Domine quis habitabit
f8v
--
Psalm 15
Conserua me Domine
f9r
--
Psalm 16
Exaudi Domine iustitiam.
f9v
--
Psalm 17
Diligam te Domine.
f11r
xviii
Psalm 18
Celi enarrant.
f11v
xviiii
Psalm 19
Exaudiat te Dominus.
f12r
xx
Psalm 20
Domine in virtute.
f12v
xxi
Psalm 21
Deus Deus meus respice.
f13r
xxii
Psalm 22
Dominus regit me
f13v
xiii
Psalm 23
Domini est terra.
f14r
xxiiii
Psalm 24
Ad te domine leuaui.
f14v
xxv
Psalm 25
Iudica me Domine.
f15r
xxvi
Psalm 26
Dominus illuminatio mea.
f15v
xxvii
Psalm 27
Ad te Domine clamabo.
f16r
xxviii
Psalm 28
Afferte Domino.
f16v
xxviiii
Psalm 29
Exaltabo te Domine.
f17r
xxx
Psalm 30
In te Domine speraui.
f18r
xxxi
Psalm 31
Beati quorum remisse.
f18v
xxxii
Psalm 32
Exultate iusti.
f19r
xxxiii
Psalm 33
Benedicam Dominum in omni.
f19v
xxxiiii
Psalm 34
Iudica Domine nocentes me.
f20v
xxxv
Psalm 35
Dixit iniustus
f21r
xxxvi
Psalm 36
Noli emulari.
f22r
xxxvii
Psalm 37
Domine ne in furore.
f22v
xxxiii
Psalm 38
Dixi custodiam.
f23v
xxxiiii
Psalm 39
Expectans expectaui.
f24r
xl
Psalm 40
Beatus qui intelligit.
f24v
xli
Psalm 41
Quem admodum desiderat.
f25r
xlii
Psalm 42
Iudica me Deus.
f25v
xliii
Psalm 43
Deus auribus nostris.
f26r
liiii
Psalm 44
Eructauit.
f27r
xlv
Psalm 45
Deus noster refugium.
f27r
xlvi
Psalm 46
Omnes gentes.
f27v
xlvi
Psalm 47
Magnus Dominus
f28r
xlviii
Psalm 48
Audite haec omnes gentes.
f28v
xlviiii
Psalm 49
Deus Deorum.
f29v
l
Psalm 50
Miserere mei Deus.
f30r
li
Psalm 51
Quid gloriaris.
f30v
lii
Psalm 52
Dixit Insipiens.
f31r
liii
Psalm 53
Deus in nomine tuo.
f31r
liiii
Psalm 54
Exaudi deus orationem.
f32r
lv
Psalm 55
Miserere mei Deus quoniam.
f32v
lvi
Psalm 56
Miserere mei Deus miserere.
f33r
lvii
Psalm 57
[S]i vere vtique iustitiam.
f33v
lviii
Psalm 58
Eripe me de inimicis.
f34r
lviiii
Psalm 59
Deus reppulisti nos.
f34v
lx
Psalm 60
Exaudi Deus depreationem.
f35r
lxi
Psalm 61
Nonne Deo subiecta.
f35v
lxii
Psalm 62
Deus Deus meus
f35v
lxiii
Psalm 63
Exaudi Deus orationem.
f36r
lxiii
Psalm 64
Te decet hymnus
f36v
lxv
Psalm 65
Iubilate Deo omnis terra.
f37v
lxxi
Psalm 66
Deus misereatur.
f38r
lxxii
Psalm 67
Exurgat Deus.
f38v
lxviii
Psalm 68
Saluum me fac Deus.
f39v
lxviiii
Psalm 69
Deus in adiutorium meum intende.
f40r
lxx
Psalm 70
In te Domine speraui.
f41r
lxxi
Psalm 71
Deus iudicum.
f41v
lxxii
Psalm 72
Quam bonus Israel Deus.
f42v
lxxvii
Psalm 73
Vt quid Deus.
f43r
lxxiii
Psalm 74
Confitebimur tibi.
f43v
lxxv
Psalm 75
Notus in Iudea Deus.
f44r
lxxvi
Psalm 76
Voce mea.
f45r
lxxvii
Psalm 77
Attendite popule meus.
f47r
lxxvii
Psalm 78
Deus venerunt gentes.
f47v
lxxviiii
Psalm 79
Qui regis Israel.
f48r
lxxx
Psalm 80
Exultate Deo.
f48v
lxxxi
Psalm 81
Deus stetit in Sinagoga.
f49r
lxxxii
Psalm 82
Deus quis similis erit.
f49v
lxxxiii
Psalm 83
Quam dilecta tabernacula.
f50r
lxxxiiii
Psalm 84
Benedixisti Domine
f50v
lxxxv
Psalm 85
Inclina Domine aurem tuam
f51r
lxxxvi
Psalm 86
Fundamenta eius.
f51r
lxxxvii
Psalm 87
Domine Deus salutis.
f52r
lxxxviii
Psalm 88
Misericordias Domini.
f53r
lxxxviii
Psalm 89
Domine refugium.
f53v
xc
Psalm 90
Qui habitat.
f54r
xci
Psalm 91
Bonum est confiteri.
f54v
xcii
Psalm 92
Dominus regnauit.
f55r
xciii
Psalm 93
Deus vlcionum.
f55v
xciiii
Psalm 94
Venite exultemus.
f56r
xcv
Psalm 95
Cantate Domino canticum.
f56v
xcvi
Psalm 96
Dominus regnauit exultet.
f57r
xcvii
Psalm 97
Cantate Domino canticum.
f57r
xcviii
Psalm 98
Dominus regnauit irascan.
f57v
xcviiii
Psalm 99
Iubilate Deo.
f58r
c
Psalm 100
Misercordiam et iudicium.
f58r
ci
Psalm 101
Domine exaudi orationem.
f59r
cii
Psalm 102
Benedic anima mea.
f59v
ciii
Psalm 103
Benedic anima mea.
f60r
ciiii
Psalm 104
Confitemini Domino, et inuoc.
f61r
cv
Psalm 105
Confitemini Domino.
f62v
cvi
Psalm 106
Confitemini Domino
f63v
cvii
Psalm 107
Paratum cor meum.
f64r
cviii
Psalm 108
Deus laudem meam.
f65r
cviiii
Psalm 109
Dixit Dominus Domino.
f65r
cx
Psalm 110
Confitebor tibi Domine.
f65v
cxi
Psalm 111
Beatus vir qui timet.
f66r
cxi
Psalm 112
Laudate pueri.
f66v
cxiii
Psalm 113
In exitu Israel de AEgypto.
f67r
cxiiii
Psalm 114
Dilexi quoniam exaudiet.
f67v
cxv
Psalm 115
Credidi propter quod.
f67v
cxvi
Psalm 116
Laudate Dominum omnes gentes.
f68r
cxvii
Psalm 117
Confitemini Domino.
f68v
cxviii
Psalm 118
Aleph. Beati immaculati.
f68v
Psalm 118
Beth. Domus/In quo corrigit.
f68v
Psalm 118
Gimel. Plenitudo/Retribue.
f69r
Psalm 118
Daleth. Tabulam/Adhesit.
f69r
Psalm 118
Hc. Legem pone.
f69r
Psalm 118
Vau. Et veniat.
f69v
Psalm 118
Zain. Memor esto.
f69v
Psalm 118
Heth. Portio mea.
f69v
Psalm 118
Teth Bonitatem.
f70r
Psalm 118
Ioth Manus.
f70r
Psalm 118
Caph. Defecit.
f70r
Psalm 118
Lamech. In aeternum Domine.
f70r
Psalm 118
Mem. Quomodo.
f70v
Psalm 118
Nun. Lucerna.
f70v
Psalm 118
Samech. Iniquos odio.
f70v
Psalm 118
Ain. Feci iudicium.
f71r
Psalm 118
Phe. Mirabilia.
f71r
Psalm 118
Sade. Iustus es.
f71r
Psalm 118
Coph. Clamaui
f71r
Psalm 118
Res. Vide humilitatem.
f71v
Psalm 118
Sin. Principes.
f71v
Psalm 118
Thau. Appropinquet.
f72r
cxiiii
Psalm 119
Ad Dominum cum tribularer
f72r
cxx
Psalm 120
Leuaui oculos meos.
f72v
cxxi
Psalm 121
Letatus sum.
f72v
cxxii
Psalm 122
Ad te leuaui.
f73r
cxxiii
Psalm 123
Nisi quia Dominus.
f73r
cxxiiii
Psalm 124
Qui confidunt.
f73v
cxxv
Psalm 125
In conuertendo.
f73v
cxxvi
Psalm 126
Nisi dominus aedificauerit.
f74r
cxxvii
Psalm 127
Beati omnes qui timent.
f74r
cxxviii
Psalm 128
Sepe expugnauerunt.
f74v
cxxviiii
Psalm 129
De profundis
f75r
cxxx
Psalm 130
Domine non est exaltatum.
f75r
cxxxi
Psalm 131
Memento Domine.
f75v
cxxxii
Psalm 132
Ecce quam bonum.
f76r
cxxxiii
Psalm 133
Ecce nunc benedicite.
f76r
cxxxiiii
Psalm 134
Laudate nomen Domini.
f76v
cxxxv
Psalm 135
Confitemini Domino.
f77r
cxxxvi
Psalm 136
Super flumina.
f77v
cxxxvii
Psalm 137
Confitebor.
f78r
cxxxviii
Psalm 138
Domine probasti.
f78v
cxxxviiii
Psalm 139
Eripe me Domine.
f79r
cxl
Psalm 140
Domine clamaui.
f79v
cxli
Psalm 141
Voce mea.
f80r
cxlii
Psalm 142
Domine exaudi.
f80v
cxliii
Psalm 143
Benedictus dominus Deus.
f81r
cxliiii
Psalm 144
Exaltabo te Deus.
f81v
cxlv
Psalm 145
Lauda anima mea etc.
f82r
cxlvi
Psalm 146
Laudate Dominum.
f82r
cxlvii
Psalm 147
Lauda Ierusalem.
f82v
cxlviii
Psalm 148
Laudate Dominum de.
f83r
cxlviiii
Psalm 149
Cantate Dominum canticum.
f83v
cl
Psalm 150
Laudate Dominum
Kantieken
Het boek bevat de volgende kantieken:
f83v: Kantiek van Jesaja, Jesaja 12:1-6 Confitebor tibi domine qui iratus es …
f84r: Kantiek van Hizkia, Jesaja 38:10-12: Ego dixi in dimidio …
f84v: Kantiek van Hanna, 1 Samuel 2:1-10: Exultavit cor meum in domino et exaltatum
f85r: Kantiek van Mozes, Exodus 15:1-13,17-20: Cantemus domino gloriose
f85v: Kantiek van Habakuk, Habakuk 3:2-19 Domine auditum
f86v: Kantiek van Mozes, Deuteronomium 32:1-44: Audite celi quae loquor…
f91v: Apocriefe psalm: Pusil luscram inter fratres
Evangelieteksten
Het tweede deel van het boek dat waarschijnlijk door Robert Cotton samen met het psalter als een boek werd ingebonden, bevat fragmenten uit een evangeliarium, namelijk:[13]
Brief van Hiëronymus aan Paus Damasus, Incipit prologus beato papae damaso hieronymus novum opus facere me cogis …
Het einde van de proloog van Hiëronymus bij de vier evangelisten
De proloog bij het evangelie volgens Mattheus met een inhoudsbeschrijving van de hoofdstukken
Een titel-medaillon bij de vier evangeliën met een aanroeping van de maagd Maria (in het Grieks).[14]
Het begin van het evangelie volgens Mattheus, hoofdstuk 1 tot 3:4;
Een deel van het eerste hoofdstuk van het evangelie volgens Johannes 1:1-21
Verluchting
Het Utrechts psalter is een van de vroegste en het meest overvloedig geïllustreerde handschrift uit de Karolingische periode. De beelden zijn innovatief en levendig, sterk verschillend van de iconografie die men kan terugvinden in de werken gemaakt voor het hof. Men neemt aan dat de miniaturen gebaseerd waren op de illustraties van een laat antiek handschrift dat verloren is gegaan.
De illustraties geven een afbeelding van de letterlijke tekst van de psalmen zoals dat in de middeleeuwen vrij gebruikelijk was. Gezien de psalmteksten geen verhaal vertellen baseert de miniaturist zich op woorden en zinnen uit de psalmtekst om een passende miniatuur te creëren. De tekst is dus onontbeerlijk bij het interpreteren van de tekeningen.
Een mooi voorbeeld hiervan is de illustratie van psalm 10 op f6r. In het eerste vers van de psalm vinden we de tekst: “… mijn ziel vliegt op de berg als een musje.”, wat we letterlijk geïllustreerd zien. De zondaars die hun boog spannen om te schieten op de rechtvaardigen uit vers 2 zien we eveneens afgebeeld. Vers 3 wordt geïllustreerd met het afbreken van een tempel en we zien het vuur en de zwavelregen en de hagel uit vers 6 neerdalen op de slechten. Tegenover dit tafereel zien we de Heer zitten in zijn hemelse tempel en de goeden die met opgeheven handen bidden tot de Heer als illustratie van vers 7.
Een ander mooi voorbeeld hiervan is de illustratie van psalm 148 waar alle elementen van de schepping worden opgeroepen om de heer te loven: de zon, de maan, de sterren, de aarde, de zee met alles wat erop of erin leeft, koningen, prinsen, maagden, jongelingen, ouderlingen en kinderen, ze zijn er allemaal bij in de lofzang voor God.
↑ W. De Gray Birch, The history, art and palaeography of the manuscript styled the Utrecht Psalter. London 1876.
↑ Het Psalterium Gallicanum (gallicaans psalter) wordt geacht de tweede herziening te zijn van het oude psalmboek door Hiëronymus gemaakt tussen ca. 386 en 391. Bij zijn vertaling steunde hij op de Hexapla. Het Gallicaans psalter werd de versie die gebruikt werd in de Vulgaat. Het werd de standaard in West-Europa vanaf de tijd van Karel de Grote en bleef dat tot in de 20e eeuw.
↑Paul Durrieu, L’Origine du manuscrit célèbre dit Psautier d’Utrecht, Paris 1895, Ernest Leroux.
↑ Koert van der Horst et al. (ed.), The Utrecht Psalter in Medieval Art. Picturing the Psalms of David. 't Goy, 1996.
↑ Celia Chazelle (October 1997). "Archbishops Ebo and Hincmar of Reims and the Utrecht Psalter". Speculum (Speculum, Vol. 72, No. 4) 72 (4): 1055–1077. DOI:10.2307/2865958. JSTOR 2865958.
↑Estwood, Archeological Notes of a Tour in Denmark, Prussia and Holland in de Archeological Journal, Vol. XVI pp. 132-145 en 236-252.
↑ Het Psalterium Romanum (Romeins psalter) wordt beschouwd als het resultaat van de eerste revisie van de psalmen uit de Vetus Latina die in 384 door de kerkvader Hiëronymus op verzoek van paus Damasus I werd uitgevoerd om het psalmboek meer in lijn te brengen met de Griekse versie. Deze versie van het psalter raakte zeer snel in onbruik na het verschijnen van de Gallische versie. In Engeland bleef het in gebruik tot bij de Normandische verovering in 1066.
↑De Versio juxta Hebraicum is de derde herziening van het Psalter gemaakt door Hiëronymus omstreeks 392. Hij maakte deze derde versie door de Hebreeuwse tekst opnieuw te vertalen naar het Latijn en gebruikte daarbij pre-Masoretische bronnen.