Soera De Mensheid
Soera De Mensheid (Arabisch: ٱلنَّاس, an-nās) is de laatste, honderdveertiende soera van de Koran. Deze soera is vernoemd naar de mensheid, genoemd in de eerste aya. De soera is een gebed om bescherming tegen het kwaad. Verzen en vertalingVertaling: Malak Faris Abdalsalaam بِسْمِ ٱللَّهِ ٱلرَّحْمَـٰنِ ٱلرَّحِيمِ Bismi l-lāhi r-raḥmāni r-raḥīm(i) In de naam van Allah, de meest Barmhartige, de meest Genadevolle.
1 Qul ’a‘ūdhu birabbi n-nās(i) Zeg: “Ik zoek mijn toevlucht tot de Heer der mensen.
2 Maliki n-nās(i) De Koning der mensen.
3 ’ilāhi n-nās(i) De God der mensen.
4 Min sharri l-waswāsi l-khannās(i) Tegen het kwaad van de wegsluipende fluisteraar (d.w.z. Sjaitaan, deze trekt zich terug zodra Allah wordt herdacht). ٱلَّذِى يُوَسْوِسُ فِى صُدُورِ ٱلنَّاسِ ٥ 5 ’al ladhī yuwaswisu fī ṣudūri n-nās(i) Degene die in de harten van de mensheid fluistert.
6 Mina l-jinnati wannās(i) Vanuit het midden der Djinn en mensen.” BijzonderhedenSamen met Soera De Doorbraak, de voorlaatste soera van de Koran, staat deze soera bekend als Mu'awwidhatayn: het zijn de twee soera's waarin de toevlucht tot God wordt gezocht. Volgens de overlevering zijn ze direct na elkaar geopenbaard aan Mohammed. Externe link |