Resolutie 398 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 398 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 30 november 1976 aangenomen door twaalf leden van de VN-Veiligheidsraad. De leden Benin, China en Libië namen niet deel aan de stemming. De resolutie verlengde de UNDOF-waarnemingsmacht in de Golanhoogten met een half jaar. Achtergrond Zie Jom Kipoer-oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Volgend op de Jom Kipoeroorlog kwamen Israël en Syrië in twee akkoorden overeen om de wapens neer te leggen. De VN stuurden een waarnemingsmacht naar de regio om op de uitvoer van de akkoorden toe te zien. Tijdens de oorlog bezette Israël de Golanhoogten, die het in 1981 annexeerde. InhoudDe Veiligheidsraad had het rapport van secretaris-generaal Kurt Waldheim over de VN-waarnemingsmacht overwogen. De Veiligheidsraad bemerkte de inspanningen om duurzame vrede te bewerkstelligen in het Midden-Oosten en de dringende nood om die inspanningen voort te zetten en te vergroten. De Veiligheidsraad was bezorgd over de spanningen in de regio. De Veiligheidsraad besloot:
Verwante resoluties
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 398 op de Engelstalige Wikisource.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia