Resolutie 388 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 6 april 1976 met unanimiteit van stemmen aangenomen.
Achtergrond
De voormalige Britse kolonie Zuid-Rhodesië verklaarde zich in 1965 onafhankelijk. Het blanke minderheidsregime en de onafhankelijkheid werden door de VN illegaal verklaard. Zuid-Rhodesië begon ook geweld te gebruiken tegen zijn buurlanden. Er werden economische sancties ingesteld die al een paar keer aangescherpt waren.
Inhoud
De Veiligheidsraad:
- Herbevestigt zijn resoluties 216, 217, 221, 232, 253 en 277.
- Herbevestigt dat de genomen maatregelen van kracht blijven.
- Houdt rekening met de aanbevelingen van het comité opgericht met resolutie 253.
- Herbevestigt dat de situatie in Zuid-Rhodesië een bedreiging vormt voor de internationale vrede en veiligheid.
- Handelend onder hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties:
- Beslist dat de sancties ook van toepassing zijn op:
- a. Goederen die na deze resolutie uit Zuid-Rhodesië werden uitgevoerd die in overtreding zijn met resolutie 253.
- b. Goederen die na deze resolutie voor Zuid-Rhodesië bestemd zijn in overtreding zijn met resolutie 253.
- c. Goederen, producten en andere eigendommen in Zuid-Rhodesië voor commercieel, industrieel of publiek gebruik en in overtreding zijn met resolutie 253.
- Beslist dat alle VN-lidstaten hun burgers moeten verbieden een onderneming in Zuid-Rhodesië het gebruik van hun merknaam of franchise toe te staan.
- Dringt erop aan dat ook niet-VN-lidstaten in overeenstemming met deze resolutie handelen.
Verwante resoluties
Resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties uit 1976