Resolutie 310 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties was de tweede van vier resoluties die door de VN-Veiligheidsraad werden aangenomen op 4 februari 1972. De goedkeuring gebeurde met dertien stemmen voor en twee onthoudingen van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De Veiligheidsraad veroordeelde Zuid-Afrika opnieuw omdat het Zuidwest-Afrika bezette en vroeg om er de mensenrechten te respecteren.
Achtergrond
Zuid-Afrika had na de Eerste Wereldoorlog een mandaat gekregen om Zuidwest-Afrika, het huidige Namibië, te besturen. Daar kwam tegen de jaren zestig verzet tegen. Zeker nadat Zuid-Afrika een politiek van apartheid begon te voeren, kwam er ook internationaal verzet, en in 1968 beëindigde de Verenigde Naties het mandaat. Zuid-Afrika weigerde Namibië te verlaten en hun verdere aanwezigheid werd door de VN illegaal verklaard.
Inhoud
De Veiligheidsraad:
- Neemt akte van de verklaring van de President van Mauritanië als voorzitter van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid.
- Neemt akte van de verklaring van de voorzitter van de VN-Raad voor Namibië.
- Is erg bezorgd over de huidige situatie in Namibië, de repressieve maatregelen van Zuid-Afrika na de staking van Afrikaanse arbeiders en het toenemende verzet tegen de illegale bezetting.
- Vindt dat hij zelf dringend manieren moet vinden om de bevolking (van Namibië) aan zelfbeschikking en onafhankelijkheid te helpen.
- Kent de noodzaak van volledige medewerking van alle lidstaten, vooral de permanente leden van de Veiligheidsraad en de belangrijkste handelspartners van Zuid-Afrika.
- Herinnert aan zijn vorige resoluties en die van de Algemene Vergadering.
- Kent de speciale verantwoordelijkheden van de VN voor het volk en territorium van Namibië.
- Denkt aan zijn taak om te zorgen dat de lidstaten zich strikt aan hun VN-verplichtingen houden.
- Herbevestigt het recht van het Namibische volk op zelfbeschikking en onafhankelijkheid in overeenstemming met resolutie 1514 (XV) van de Algemene Vergadering.
- Herbevestigt ook de nationale eenheid en territoriale integriteit van Namibië.
- Veroordeelt Zuid-Afrika sterk voor de weigering om aan de VN-resoluties te voldoen.
- Herbevestigt dat de blijvende bezetting illegaal is en strijdig met het belang van het Namibische volk.
- Verklaart dat de Zuid-Afrikaanse moedwilligheid de autoriteit van de VN ondermijnt.
- Veroordeelt de repressieve maatregelen tegen Afrikaanse arbeiders en roept Zuid-Afrika op deze onmiddellijk te beëindigen alsook elk arbeiderssysteem dat in strijd is met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. (UVRM)
- Roept landen waarvan de burgers en bedrijven ondanks resolutie 283 in Namibië werken op om te zorgen dat deze zich aan de UVRM houden.
- Komt tot de overweging dat de blijvende bezetting van Namibië door Zuid-Afrika slecht is voor de vrede en veiligheid in de regio.
- Roept Zuid-Afrika op zich onmiddellijk terug te trekken.
- Beslist verdere maatregelen te overwegen als Zuid-Afrika zich niet aan deze resolutie houdt.
- Vraagt secretaris-generaal Kurt Waldheim om tegen 31 juli over de uitvoering van deze resolutie te rapporteren.
Verwante resoluties
Resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties uit 1972