Resolutie 1445 Veiligheidsraad Verenigde Naties
Resolutie 1445 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 4 december 2002. Achtergrond Zie Congolese Burgeroorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In 1994 braken in de Democratische Republiek Congo etnische onlusten uit die onder meer werden veroorzaakt door de vluchtelingenstroom uit de buurlanden Rwanda en Burundi. In 1997 beëindigden rebellen de lange dictatuur van Mobutu en werd Kabila de nieuwe president. In 1998 escaleerde de burgeroorlog toen andere rebellen Kabila probeerden te verjagen. Zij zagen zich gesteund door Rwanda en Oeganda. Toen hij in 2001 omkwam bij een mislukte staatsgreep werd hij opgevolgd door zijn zoon. Onder buitenlandse druk werd afgesproken verkiezingen te houden die plaatsvonden in 2006 en gewonnen werden door Kabila. Intussen zijn nog steeds rebellen actief in het oosten van Congo en blijft de situatie er gespannen. InhoudWaarnemingenDe Veiligheidsraad herinnerde alle landen eraan dat ze geen geweld mochten gebruiken tegen de territoriale integriteit of onafhankelijkheid van een ander land. De Veiligheidsraad bevestigde ook de soevereiniteit van de Democratische Republiek Congo over haar natuurlijke rijkdommen. HandelingenDe Raad verwelkomde het akkoord van Congo met Rwanda op 30 juli en met Oeganda op 6 december en de beslissing van alle buitenlandse partijen om hun troepen uit Congo terug te trekken. Alle gewapende groepen werden opgeroepen vrijwillig te ontwapenen en demobiliseren. De Raad autoriseerde de uitbreiding van de MONUC-vredesmacht tot 8700 manschappen zoals door de secretaris-generaal was voorgesteld. Dat moest gebeuren in twee task forces, waarbij de tweede pas zou worden ingezet als de eerste niet voldoende capaciteit bleek te hebben. De partijen moesten een oplossing voor het conflict zoeken en daarom werd opgeroepen om:
Verwante resoluties |
Portal di Ensiklopedia Dunia