De Ravenhof dateert waarschijnlijk uit de 15e eeuw. Het dankt zijn naam aan de familie Rave, die tot 1730 het kasteel in eigendom had. De eerst bekende eigenaar was jonkheer Johan Rave van Amby, die in 1570 als eigenaar werd genoemd.
In 1632 werd Maastricht belegerd door Staatse troepen. De Ravenhof heeft hierbij vermoedelijk schade opgelopen.
In 1730 kwam eigenaar Johan Alexander Rave kinderloos te overlijden. Na drie jaar werd de Ravenhof door zijn erfgenamen verkocht aan Jacob van Mewen.
De laatste eigenaar uit deze familie was Maria Josephina van Mewen van Leuth. Zij trouwde in 1783 met Theodoor Joseph baron de Billehé de Valensart. Nadat Maria in 1817 was overleden, kwam de Ravenhof aan de achtergebleven weduwnaar en uiteindelijk bij hun dochter Pauline. Dankzij het huwelijk van Pauline met Charles Vilain XIIII werd deze Belgische familie eigenaar van de Ravenhof. Zij lieten het kasteel in 1856 afbreken. Sindsdien wisselde het landgoed nog enkele malen van eigenaar.
In 1875 werd een boerderij gebouwd. In 1905 liet H. Hermens op de kasteellocatie het herenhuis Ravecamp optrekken.[1] Dit herenhuis is een gemeentelijk monument.
Beschrijving
Het kasteel Ravenhof bestond uit een voorburcht en een hoofdburcht. Dankzij de lage ligging van het huis, onderaan een plateau, was het mogelijk om het complex te voorzien van een dubbele gracht.
De hoofdburcht was een rechthoekig gebouw van drie bouwlagen met een zadeldak. Mogelijk had het gebouw oorspronkelijk arkeltorentjes. Over het bouwmateriaal zijn de bronnen niet eenduidig: een tekening uit 1840 laat muren zien van diverse soorten natuursteen en vermoedelijk ook baksteen.
Op de voorburcht stonden twee langgerekte dienstgebouwen. Haaks op het zuidelijke gebouw was de toegangspoort tot het complex.
Bronnen, noten en/of referenties
Wim Hupperetz, Ben Olde Meierink en Ronald Rommes (2005). Kastelen in Limburg. Matrijs, Utrecht, "Maastricht", p. 371-372.
↑Ravecamp. www.maastrichtdigitaal.com. Geraadpleegd op 16 augustus 2023.