Patty Loveless
Patty Loveless, geboren als Patricia Lee Ramey (Pikeville (Kentucky), 4 januari 1957)[1][2][3], is een Amerikaanse countryzangeres en tweevoudig Grammy Award-winnares, die in de jaren 1990 een van de meest succesvolle countryartiesten in haar vaderland was met meer dan zes miljoen verkochte cd's. BiografieLoveless groeide op in een bescheiden gezin in het kleine stadje Pikeville in de Appalachen. Haar vader werkte in een kolenmijn. Via hem kwam ze in aanraking met country en bluegrass. De muziek van The Stanley Brothers, Lester Flatt & Earl Scruggs en Bill Monroe vormden de zangeres als kind. Loveless trad op als duo met haar broer Roger, voordat ze als tiener de kans kreeg om te zingen met de Wilburn Brothers[4][5]. Ze trouwde met de drummer van de broers, Terry Lovelace, en verhuisde in 1976 met hem naar North Carolina. Daar zong ze jarenlang in een lokale coverband en deed ze ervaringen op met alcohol en andere drugs. In 1985, hetzelfde jaar dat ze scheidden, nam ze haar eerste demotape op. Ze verhuisde naar Nashville (Tennessee) en werd al snel ontdekt door MCA Records, waarbij ze tekende. In hetzelfde jaar had ze haar eerste kleine hit in de country hitlijsten met Lonely Days, Lonely Nights, die in 1986 werd gevolgd door meer. In 1987 bracht ze haar debuutalbum Patty Loveless uit. Gedurende deze tijd werd het al geproduceerd door Emory Gordy jr.[6], met wie ze in februari 1989 trouwde. Patty Loveless brak pas in 1988 door na een managerwissel met het album If My Heart Had Windows. Haar mix van traditionele geluiden, rock-'n-roll-fragmenten en buitenlandse composities maakten de zangeres niet alleen populair bij het publiek, maar ook een favoriet van de critici die haar zagen als onderdeel van de nieuwe traditionalistische beweging van de jaren 1980. Met If My Heart Had Windows, het Steve Earle-nummer A Little Bit in Love en Blue Side of Town, had ze in 1988 haar eerste toptienhits in de country hitlijsten. In hetzelfde jaar werd ze een permanent lid van de Grand Ole Opry. Het jaar daarop stond ze voor het eerst op nummer 1 met Timber I'm Falling in Love. Het begeleidende album Honky Tonk Angel (1988) bleef meer dan 100 weken in de hitlijsten, werd platina voor een miljoen verkochte platen en behaalde opnieuw een #1 met Chains (1990). Loveless bleef tot 1992 trouw aan het MCA-label en had daar nog een paar toptienhits. Gedurende deze tijd bemerkte ze al problemen met haar stem. In het najaar van 1992 waren de problemen tot een hoogtepunt gekomen en werd er een aneurysma op haar stembanden gevonden. Loveless werd geopereerd en na maanden zonder spreken, laat staan zingen, kon ze haar carrière als zangeres hervatten. In de zomer van 1993 speelde ze het album Only What I Feel in, dat werd uitgebracht door Epic Records. Het album verkocht goed en de eerste single Blame It on Your Heart klom terug naar #1. Haar grootste succes kwam in 1995, toen haar album When the Fallen Angels Fly de CMA Award won voor «Album of the Year». Het was pas de tweede keer dat een vrouw deze onderscheiding ontving (na Anne Murray in 1984). Het jaar daarop ontving ze nog een prijs, dit keer als beste zangeres. De singles You Can Feel Bad en Lonely Too Long van het album The Trouble with the Truth waren haar laatste #1-hits in de country hitlijsten. Loveless zong ook duetten met George Jones (You Don't Seem to Miss Me, 1997) en Vince Gill (My Kind of Woman, My Kind of Man, 1999), die in de top 30 van de hitlijsten terechtkwamen. Loveless kreeg in 2001 de beste recensies van haar carrière voor het bluegrassalbum Mountain Soul, dat niets te maken had met de hedendaagse popmuziektrend in de countrymuziek. In 2009 bracht ze het album Mountain Soul II uit met bluegrass-invloeden, dat een Grammy won in zijn categorie. Loveless blijft live optreden, maar heeft sinds 2009 geen nieuw album meer uitgebracht. Loveless is een verre nicht van Loretta Lynn en haar zus Crystal Gayle. DiscografieSingles
Albums
Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia