Orinx (op verschillende manieren gespeld; ook als Orins, Oriens, Hoerix, Oerenx, Oerens, Orinckx, Orincx, Orincxs, Orings, Aurinx, Orens, Orrens, Oreins, Orains, Orenge)[1] (1200-1903) vormt een eeuwenoud geslacht van molenaars in het Pajottenland, Henegouwen, Oost-Vlaanderen en Waals-Brabant.[2]
Betekenis van de familienaam
Volgens Dr. Jozef Van Overstraeten (1896-1986), erevoorzitter van de Vlaamse Toeristenbond-Vlaamse Automobilistenbond is de meest waarschijnlijke verklaring het Middelnederlandse woord "oorrinc", dit wil zeggen oorring. Dit zou de bijnaam zijn van iemand die een opvallende oorring droeg of die oorringen maakte. Minder kans is er voor een verminking van het Middelnederlandse "horic", dit wil zeggen hoek, namelijk een afgelegen woonplaats van het dorp. Er is een familienaam Hoorickx = Van Hoorick. De x op het einde van de naam is een afstammingsletter: zoon van Orinc.[3] Dr. Frans Debrabandere, secretaris-generaal Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie, houdt het bij de verklaring plaatsnaam "horik of "hoek".[4][5]
Schrijfwijzen
De naam Orinx wordt op verschillende manieren geschreven. De oorzaken daarvan zijn:
De lage alfabetiseringsgraad[6] bij de toenmalige bevolking. Weinig mensen konden lezen en nog minder konden schrijven. Algemene leerplicht werd in België pas in 1914 ingevoerd.
Het gebruik van het Frans, Waals in een ander landsgedeelte waardoor dezelfde naam anders werd uitgesproken. De naam Orinx verbasterde daardoor naar Oreins.
Ten gevolge van de inlijving van België in de Franse Republiek in 1795 werd hier ook de burgerlijke stand ingevoerd met onder meer geboorteregisters. Voordien bestonden er alleen de parochieregisters: doop, huwelijk, begrafenis. De borelingen moesten bij de geboorte letterlijk aan de bestuurders worden getoond. Veel mensen konden de naam alleen zeggen, maar nog niet schrijven, omdat er veel ongeletterd waren. Naargelang het geval moest dan de pastoor of de ambtenaar bepalen hoe de naam het beste kon worden geschreven.
De verwarring tussen de verschillende schrijfwijzen gebeurde bij onder anderen Simon Orinx (Herfelingen, 27 oktober1757 -Asse (Vlaams-Brabant), 24 mei1820).[7] Op het einde van de 18e eeuw verhuisde Simon van Herfelingen (in het zuiden van het Pajottenland) meer naar het noorden naar Asse waar hij molenaar werd op de Watermolen van Asbeek. Het eerste kind van Simon werd geregistreerd als Anne-Marie Orickx (17 april1797)[8] Hijzelf tekende met een kruisje, zoals gewoonlijk was bij analfabeten. Het tweede kind werd ingeschreven met de naam Antoinette Orix (22 april1799) en Simon tekende Orinx, maar in een stuntelig omgekeerd schrift. In 1808 werd onder het Nederlandse bewind de naam van Antoinette Orix veranderd in Orinx,[9] dit ingevolge een arrest van de Raad van State in België, die aldus de fout in de spelling van de naam rechtzette.[10] Het derde kind kreeg de naam Jeanne Orickx (21 juni1801).[11] Simon hield het bij Orinx. Het vierde kind werd Jeanne-Petronelle Orikcx (21 juni1802), maar stierf als ze 10 amper tien jaar oud was.[12] De volgende kinderen Petronille, Jean en Felix kregen de familienaam Orinx.[13]
Aktedatum 22-01-1834 Het laatste kind werd Joannes Alexander Orincx.[14]
In het jaar 4 van de Franse republikeinse kalender (1795) werden de vermogenden van elke gemeente gedwongen een bepaald bedrag aan het Franse bestuur te lenen, dit volgens de grootte van hun geschatte fortuin. Dit bedrag moest betaald worden in baar geld (goud of zilverstukken). Een terugbetaling hebben ze nooit gekregen. In Asse stond notaris P.J. Van Innis op kop van de lijst, op plaats 36 dokter P. Van Overloop, Simon Orinx op plaats 47 en pastoor J. Van der Saecken op 54.[15]
Verspreiding volgens de schrijfwijze
Er zijn verschillende schrijfwijzen die voorkomen in het Belgischrijksregister gedurende het jaar 2008:[16]
In de 18e eeuw waren er in het Henegouwse een aantal personen met de naam Orenge en zelfs Orange. De Orinxs in Brussel-hoofdstad zijn grotendeels ingeweken Pajotten.
Verspreiding van de molens waar een molenaar van de familie actief was
De oudste molenaars Orins/Orinx , over wie gegevens bestaan waren actief in de gemeente Hove (Henegouwen). Zij verspreidden zich vervolgens voornamelijk naar het zuidelijk deel van het Pajottenland, het noordelijk Pajottenland naar Oost-Vlaanderen, Waals-Brabant en Henegouwen
De molenaars waren actief als eigenaar of pachter. In het Ancien régime (Feodalisme) behoorde het windrecht en het stuwrecht (waterrecht) enkel aan de landheren en de geestelijke instellingen. Pas na de Franse revolutie konden gewone (bemiddelde) burgers wind- en watermolens oprichten.
Henegouwen
De oudste vermeldingen van molenaars van de stam Orinx situeren zich in het Edingse. Eris reeds spraak van een Jan Hoerix die ca 1465 molenaar was in Hove.[17]
Op 11 februari 1794 wordt Jan-Baptist Orins geboren in de Henegouwse gemeente Twee-Akren, gelegen aan de Dender en grenzend aan de Oost-Vlaamse stad Geraardsbergen. Zijn grootvader Judocus Orinx was molenaar op de Heetveldemolen te Tollembeek. In 1817 huwt hij op 23-jarige leeftijd met Lucia De Bilde uit de Oost-Vlaamse gemeente Opbrakel, zij is een jaartje jonger dan Jan-Baptist. Hij vestigt zich als molenaar in Schorisse en ligt daardoor aan de basis van de molenaars Orins in Vlaamse Ardennen.[19]
Molenaars leerden doorgaans het vak van vader op zoon. Wel was iedere molenaar niet in de mogelijkheid om al zijn zonen werk te geven. Andere molenaars waren dan bereid om ze aan te werven vermits ze toch een minimale kennis hadden van het vak, waarbij ze gelegenheid hadden om kennis te maken met de dochters. Het gevolg hiervan was dat er nogal wat huwelijken afgesloten werden tussen molenaarsfamilies. Een opmerkelijk voorbeeld gebeurde in de 18e eeuw tussen de molenaars Orinx en de eveneens prominente molenaars Van Lierde. In 1711 huwde Jacobus Orins, molenaar te Neigem met Elisabeth Van Lierde, hun dochter Catharina Orins huwt in 1754 met Michiel Van Lierde eerst molenaar van de molen van Terhagen in Gooik en later van de molen van Opalfene in Ternat.
Hieronder een lijstje van molenaars die verwant waren met de familie Orinx-Orins.
De molen, reeds bestaande sinds 1347 op de Zenne, kwam in de 17de eeuw samen met het prinsdom Rebecq in het bezit van de hertogen van Arenberg. De hertogen hadden de gewoonte de molen om de zes jaar te verhuren aan de meestbiedende. In 1756 had Jean-François Wyvekens het hoogste bod gedaan. Hij was geboren in 1722 in Tollembeek. Zjjn vader Jacobus was gehuwd met Anna-Maria Orins de dochter van de Tollembeekse molenaar Arnold Orins die aan de basis lag van zowel de molenaars Orins in de streek van Asse als in de Vlaamse-Ardennen. Jean-François stelde aan de hertog voor om aan de overkant van de Zenne eveneens een molen de bouwen waarbij de hertog zou instaan voor het gebouw en Jean-François voor de inrichting: de “kleine molen”. Zo geschiedde. Gedurende meer dan een eeuw werden beide molens uitgebaat door de afstammelingen van J.F. Wyvekens. Zij werden befaamd voor de kwaliteit van hun productie. Zo kwam Henricus De Veuster (van der Vorst), de grootvader van pater Damiaan, zelfs vanuit het 60 km verre Tremelo. Constantin (1813-1887) was de laatste Wyvekens die op 1 mei 1860 een huurovereenkomst tekende.[19]
R. DE WOLF. De molenaars Orinx en Orange I de stamvader van het Belgisch trekpaard (2023), p.68. geraadpleegd 10/04/2023
(fr) HYNDERICK DE THEULEGOET, Monographie Du Cheval de Trait Belge (Classic Reprint), 1911, (reprint), Forgotten Books, 2018, 188s, ISBN 978-02-822481-6-1[45], bezocht 24 aug 2020.
H. HOLEMANS, Kadastergegevens: 1835-1985 Brabantse wind- en watermolens(1991). Ons Molenheem
J. OCKELEY, De gedwongen lening van het jaar IV in de kantonnale municipaliteit Asse in Eigen schoon en De Brabander, 1983 (deel 3). p.531-577.
J. PEREMANS, De familie Orins te Tollembeek, in Het Oude Land van Edingen en Omliggende, 1992, 20 - 4.
J. PEREMANS, Genealogische schetsen uit onze streek (De familie Orins), in Het Oude Land van Edingen en Omliggende, 2000, april-mei-juni, p. 137.
(fr) H. TEMPERMAN, Le moulin à vent de Hoves et ses meuniers (1200-1903), in Annales du Cercle archéologique d'Enghien, 1976-'78 (deel 18). pp. 317-332.
(fr) H. TEMPERMAN, Les finances et la population de Hoves-Graty (1504-1664), in Annales du Cercle archéologique d'Enghien, 1976-'78 (deel 18). pp. 365-408.
B. ROOBAERT, De molenaarsfamilie Orins, in Het Oude Land van Edingen en Omliggende, 1992, 20 - 2.
↑(fr) TEMPERMAN, H. Le moulin à vent de Hoves et ses meuniers (1200-1903), Cercle Royal Archéologique d'Enghien, Annales Tome 18, 1978, p.326 [1]
↑Reeds in 1465 was sprake van een Jean Hoerix woonachtig in Hove (Henegouwen) die een aanzienlijke Taille (belasting) betaalde. TEMPERMAN, H. Le moulin à vent de Hoves et ses meuniers (1200-1903), Cercle Royal Archéologique d'Enghien, Annales Tome 18, 1978, pp.318-331. [2]. Bezocht 29 aug 2020
↑ DE WOLF, R., De molenaars Orinx en Orange I de stamvader van het Belgisch trekpaard, 2023, 2e druk, p.21, D/2023/Raoul De Wolf.
↑ DE BRABANDERE, Fr. Verklarend woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk, 1993, p. 1059.
↑In de parochieregisters van Sint-Bavo (Zellik) werd er in 1635 melding gemaakt van het gehucht "de Oerinck". Tegenwoordig is daar het cultuurcentrum "Den Hoorinck" gevestigd. (Algemeen Rijksarchief. Kerkregisters van de provincie Brabant. Parochieregisters Zellik (Sint-Bavo))
↑ BOOMSTR, O.W., De waardij van een vroege opleiding, 1920. proefschrift, 39% van de mannen en 63% van de vrouwen in België konden in 1778 de doopboeken niet ondertekenen.
↑Gemeente Asse, Burgerlijke stand, 24 mei 1820 02:00, Overlijdensakte nr. 72. Geraadpleegd 8 april 2024
↑L'épouse a declaré conjointement avec sa mère que c'est par erreur que dans son acte de naissance son nom est écrit Orickx au lieu de Orincx qui est le véritable nom. Burgerlijke Stand / Huwelijksakte. Gemeente Brussel. Aktedatum 04-05-1831. Geraadpleegd 8 april 2024
↑ Burgerlijke stand Huwelijksakten, Gemeente Asse, nr. 17, 14-07-1830. Geraadpleegd 8 april 2024
↑ abcdH. Temperman H., Le moulin à vent de Hoves et ses meuniers (1200-1903.Annales du Cercle archéologique d'Enghien, 1976-78 (deel 18, pp. 365-408). Geraadpleegd 16 Oct 2020.
↑[3] Denewet L. & Smeyers A., Moulin du Châpitre de Saint Vincent in Molenechos. Geraadpleegd 7 mei 2024.
↑[4]Moulin de la Hunelle, Molenechos. Geraadpleegd 8 mei 2024.
↑[5]Moulin de Gibecq, Molenechos. Geraadpleegd 8 mei 2024.
↑Aan de molen waren landbouwgronden verbonden van ca. 8 bunders (8 ha).fr Temperman H., Histoire des communes rurales de Hoves et de Graty. p.169 [6]. Geraadpleegd 16 sept 2020
↑[7] Bavay G., Moulin de Naast Molenechos. Geraadpleegd 8 mei 2024.
↑[8]Denewet L. & Roobaert R., Moulin du Prince, Molenechos. Geraadpleegd 8 mei 2024.
↑ ab[21] Denewet L. & Holemans H., Tombergmolen in Molenechos. Geraadpleegd 12 april 2024
↑[22] Denewet L. & Holemans H., Orinsmolen in Molenechos. Orinsmolen genoemd naar de oprichtersfamilie die de molen in 1816 bouwden. Geraadpleegd 12 april 2024
↑.[23]Orins, Orinx, Orinckx. Een bekende molenaarsfamilie.in LeeuwLeeft, pp., 12-13, mei 2022. Geraadpleegd 12 april
↑[31]Deweerdt H. & Holemans H., Heetveldemolen, Molenechos. Geraadpleegd 13 april 2024.
↑GOFFIN, René - Généalogie de la famille Pouwels dite De Vroede. in: Cl.-R. Paternostre de la Mairieu (red.) - Tablettes du Brabant. Tom III, 1958
↑[32] Graux A., Le Stordoir, Molenechos. Geraadpleegd 8 mei 2024.
↑[33] Denewet L. & Holemans H., Neigemmolen in Molenechos. Geraadpleegd 12 april 2024
↑Van den Abeele-Bellon R., Neigem in het Pajottenland in Toerisme Oost-Vlaanderen 1969/5, p. 85-87.
↑ abcd[34], Denewet L. & Holemans H., Orinsmolen in Molenechos. Geraadpleegd 1 mei 2024
↑Jan-Baptist was de kleinzoon van Judo Orins uit Tollembeek en was in 1824 de eigenaar van de Biezelenbergmolen in Sint-Lievens-Esse. Bij zijn overlijden verbleef hij in Bos Ter Rijst en mag dus beschouwd worden als de stamvader van de familie Orins in Schorisse. De Wolf, R., De molenaars Orinx en Orange I de stamvader van het Belgisch trekpaard, D/2023. Geraadpleegd 01 mei 2024.
↑De Wolf, R., De molenaars Orinx en Orange I de stamvader van het Belgisch trekpaard, D/2023. Geraadpleegd 01 mei 2024.
↑ abcd[35] Denewet L. & Holemans H., Biezelebergmolen in Molenechos. Geraadpleegd 1 mei 2024.
↑ abDenewet L. & Holemans H., Plankeveldmolen in Molenechos. Geraadpleegd 1 mei 2024.
↑ ab[36] De Ro J. & Holemans H. Mertensmolen in Molenechos. Geraadpleegd 1 mei 2024
↑Theodore huurde eveneens de achterliggende windmolen
↑ ab[37]Denewet L. & Holemans H., Molen op de Kasteelberg in Molenechos. Geraadpleegd op 1 mei 2024.
↑[38]Denewet L. & Holemans H., Koereitmoelen, Molenechos. Geraadpleegd 8 mei 2024.
↑[39]Denewet L. & Holemans H., Tombergmolen, Molenechos. Geraadpleegd 8 mei 2024.
↑[40] ,Denewet L. & Holemans H., Molen van Rukkelingen, Molenechos. Geraadpleed 8 mei 2024.
↑Van Dalem Joannes Josephus was als lid van de kerkraad nauw betrokken bij de bouw van de nieuwe parochiekerk van Schepdaal van 1849 tot 1853. Hij was ook burgemeester van Schepdaal van 1859 tot 1860 ('d'reepput-Schepdaal)
↑Huwelijksakte van dochter Anna Catharina (13-06-1855) te Beert
↑Huwelijksakte van zoon Emilius Nerinckx (18-10-1898) te Beert
↑Huwelijksakte van dochter Antonetta Nerinckx(18-10-1898) te Beert
↑van 1859 tot 1860,lid van de kerkraad Van Dalem Joannes Josephus was als lid van de kerkraad nauw betrokken bij de bouw van de nieuwe parochiekerk van Schepdaal van 1849 tot 1853. (https://www.dreepput.be/verhalen/koutermolen.php)
↑1900-1927 en 1933-1938. Was brouwer, de vroegere Plankenstraat werd hernoemd in Jan De Trochstraat
↑De vierde van het geslacht De Vroede. B. ROOBAERT,Een overzicht van de molens van het oude land van Edingen en hun oudste vermeldingen, Het Oude Land van Edingen en Omliggende,apr - jun, 1993
↑Huwelijksakte van dochter Maria Elisabeth (7-7-1903) te Sint-Martens-Lennik