Orchideae zijn met meer dan 1300 soorten de grootste van de vier tribus van de onderfamilie.
Vele van de in België en Nederland inheemse orchideeën, waaronder de orchissen (Orchis) en de spiegelorchissen (Ophrys), vallen onder deze tribus.
Kenmerken
Kenmerkend voor Orchideae zijn de ‘wisselknollen’: tijdens de bloei ontstaat reeds een wortelknol voor het volgende jaar, met daarop de knop voor de nieuwe bloemstengel. Tijdens of direct na de winter ontwikkelt zich de nieuwe stengel, kort daarop wordt de nieuwe knol gevormd, en gelijktijdig verwelkt de oude. De plant heeft dus steeds twee knollen, die wel van grootte kunnen verschillen.
De bloem van Orchideae bezit een gynostemium met één rechtopstaande helmknop met aan het einde een kleefschijfje of viscidium en een uitsteekseltje of rostellum. De pollinia vormen een zachte, kleverige massa, in verschillende zakjes verdeeld.
Orchideae zijn waarschijnlijk ontstaan in Zuidoost-Azië en van daar uit in twee richtingen, zuidelijk Afrika enerzijds en Europa anderzijds, gemigreerd, waar de verschillende geslachten en soorten zich verder ontwikkeld hebben. Maar ook een verspreiding vanuit Afrika naar Europa en Azië is denkbaar.
Net zoals bij de meeste andere orchideeëngroepen is bij recent DNA-onderzoek gebleken dat vele van deze groepen niet monofyletisch zijn, dus zal de beschrijving en het aantal geslachten waarschijnlijk nog wijzigen.