Lingua Franca Nova
Lingua Franca Nova is een eenvoudige kunsttaal ontworpen door dr. C. George Boeree, bedoeld voor internationale communicatie. Ze is geïnspireerd door het Frans, Italiaans, Portugees, Spaans en Catalaans. Lingua Franca Nova wordt gebruikelijk afgekort tot LFN en wordt soms ook wel Elefen genoemd. Zoals de meeste creooltalen heeft LFN een sterk vereenvoudigde spraakkunst. KarakteriseringDe woordenschat van LFN is gebaseerd op Romaanse talen en de eenvoudige spraakkunst op die van de creooltalen. Het heeft geen naamvallen of verschillen in geslacht en dus geen bijbehorende vervoegingen van werkwoorden, lidwoorden, zelfstandige naamwoorden of persoonlijke voornaamwoorden, zoals gebruikelijk is in andere talen. Zo blijft scrive hetzelfde in "schrijft", "schreven", "schrijven" en "geschreven". De woordvolgorde staat wel vast. De taal wordt fonetisch gespeld en maakt gebruik van 21 letters van het Latijnse alfabet of het Cyrillische alfabet. De a is de meest centrale klank in de taal (in tegenstelling tot de klank ə in het Nederlands bijvoorbeeld). In het spectrum van talen wordt LFN vaak geplaatst tussen Interlingua (vanwege het natuurlijke karakter) en Esperanto (vanwege de eenvoudige spraakkunst). Deze drie talen zijn echter zelfstandig. De ontwikkeling in de ene taal is onafhankelijk van ontwikkelingen in de andere. GeschiedenisDr. C. George Boeree (werkzaam aan de Shippensburg Universiteit van Pennsylvania in de Verenigde Staten) begon te werken aan LFN in 1965. Hij wilde een eenvoudige, creoolachtige internationale hulptaal maken. Hij werd geïnspireerd door de lingua franca, een pidgin dat in voorbije eeuwen in het Middellandse Zeegebied werd gebruikt. Hij gebruikte het Frans, Italiaans, Portugees, Spaans en Catalaans als basis voor deze nieuwe taal. LFN werd voor het eerst in 1998 op internet getoond. In 2002 werd een Yahoo! Group gevormd door Bjorn Madsen. Stefan Fisahn maakte in 2005 een wiki voor de taal (zie onderaan). Veel groepsleden hebben bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van de taal. Inleidingen in de taal en ander materiaal zijn in 12 talen beschikbaar. Er zijn enkele woordenboeken beschikbaar, een leerboek, een aantal vertalingen en origineel materiaal. De belangstelling is afgelopen jaren toegenomen met meer dan 100 groepsleden. LFN is niet gepatenteerd maar kent een Creative Commons-licenctie (CC BY-SA), en wordt gebruikt als de basis voor enkele andere projecten. Een verschil met vroegere projecten is dat het niet een gesloten systeem is en dat de bedenker en de groepsleden open staan voor suggesties. UitspraakLFN klinkers a, e, i, o, en u worden als in het Spaans uitgesproken (als in aap, en, zien, oor en moet). De klinkers i en u worden ook gebruikt voor het geluid van respectievelijk j en w. De tweeklanken zijn ai, au, eu en oi (haai, vrouw, nieuw en zooi). De meeste medeklinkers worden uitgesproken als in het Nederlands, behalve de c die altijd wordt uitgesproken als de k in kat, de g altijd als in het Engelse go, de j wordt stemhebbend uitgesproken als in journaal en de x als de stemloze ch in chagrijnig. De letters h, k, q, w en y mogen worden gebruikt in eigennamen en in woorden uit een andere taal als die woorden niet volledig in het LFN zijn geassimileerd. De klemtoon ligt op de klinker voor de laatste medeklinker, of als dat niet mogelijk was op de eerste klinker. Bijvoorbeeld la casa de me tio ("het huis van mijn oom ") wordt uitgesproken als "la CAsa de me TIo." Hieronder volgen de Lingua Franca Nova letters, hun Cyrillische vorm, en hun IPA-waarden (Internationaal Fonetisch Alfabet).
SpraakkunstWoordvolgordeLFN heeft een strikte woordvolgorde. De algemene volgorde is:
Onderwerp en lijdend voorwerp hebben deze orde:
Een gezegde heeft deze orde:
Zelfstandige naamwoordenOm van een zelfstandig naamwoord meervoud te maken, voegt men -s toe als het eindigt op een klinker, of -es als het eindigt op een medeklinker. Nooit verandert dit de originele klemtoon van het woord.
Er zijn twee lidwoorden: la (de, het) en un (een).
Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoordenAnders dan bij de natuurlijke Romaanse talen, hangen de bijvoeglijke naamwoorden in het LFN niet af van geslacht of getal. Ze hebben altijd dezelfde vorm.
De trappen van vergelijking worden gemaakt met behulp van plu (meer) en min (minder). Het meeste wordt la plu en het minste wordt la min.
LFN heeft geen expliciete bijwoorden. In plaats daarvan, kan elk bijvoeglijk naamwoord ook als bijwoord dienen door het achter het werkwoord te plakken of helemaal aan het begin van de zin te zetten.
Bijvoeglijke naamwoorden kunnen ook als zelfstandig naamwoorden dienen. Bijvoorbeeld bela is "mooi", zodat un bela "een mooie" of "een schoonheid" betekent. Een bijvoeglijk naamwoord kan tot een abstract zelfstandig naamwoord gevormd worden door -ia toe te voegen. Bela wordt op deze manier belia dat "schoonheid" betekent. Dit kan ook met concrete zelfstandige naamwoorden: madre (moeder) wordt madria (moederschap). Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoordenLFN heeft zeven persoonlijke voornaamwoorden:
Het onbepaalde voornaamwoord "men" is on. Er is geen onderscheid naar geslacht tussen hij, zij en het. Het persoonlijke voornaamwoord in de derde persoon is voor personen el, ongeacht of er "zij" of "hij" bedoeld wordt. Indien nodig, kan men woorden als la fema, la om, la fia en la fio (de vrouw, de man, het meisje en de jongen) gebruiken. Ook kan men gebruikmaken van esa en esas, respectievelijk de enkelvouds- en meervoudsvorm van "dit/dat/deze/die". Het wederkerende voornaamwoord derde persoon (zichzelf, hemzelf, haarzelf, henzelf ...) is se. Er zijn ook geen naamvallen. De bezittelijke voornaamwoorden zijn mea, tua, sua, nosa en vosa. "Mijn kat" kan vertaald worden als mea gato of la gato de me. Het bezittelijk voornaamwoord voor alle vormen van de derde persoon (el, lo, on, los, se) is sua Werkwoorden en de tijdsbepalingEr zijn geen vervoegingen van werkwoorden in LFN. De vorm blijft hetzelfde ongeacht de persoon, het aantal of de tijd. De tegenwoordige tijd wordt aangeduid met de basisvorm:
De verleden tijd wordt aangeduid met de tijdsbepaling ia:
De toekomende tijd wordt aangeduid met de tijdsbepaling va:
De tijdsbepaling ta geeft de onwerkelijkheid of voorwaardelijkheid van het werkwoord aan. In het Nederlands gebruiken we daar "zou, zouden" voor:
Het bijwoord ja betekent "al, reeds" en wordt gebruikt om de voltooide tijd uit te drukken:
Net als bijvoeglijk naamwoorden kunnen ook werkwoorden onveranderd als zelfstandige naamwoorden gebruikt worden. Bijvoorbeeld dansa betekent "dansen" (werkwoord) maar dient ook als "een dans" of "het dansen" (zelfstandig naamwoord).
Werkwoorden kunnen ook omgevormd worden tot bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandige naamwoorden. Het actieve deelwoord wordt gevormd door de toevoeging -nte aan het werkwoord, en het passieve deelwoord wordt gevormd door de toevoeging -da. Dus come kan verbogen worden tot comente (etend) en tot comeda (gegeten).
Deelwoorden kunnen net als bijvoeglijk naamwoorden volgen op het werkwoord eser (zijn) om een continu proces of passieve ondervinding uit te drukken.
Voor- en achtervoegselsLFN heeft een klein aantal regelmatige suffixen die helpen bij het maken van nieuwe woorden. De meest gebruikelijke zijn -or, -ador en -eria die verwijzen naar respectievelijk een persoon, een apparaat en een plaats. Ze kunnen aan elk zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoord worden toegevoegd. Zo kunnen we van het woord carne dat "vlees" betekent, carnor (slager) en carneria (slagerij) maken. Op dezelfde manier kan van het woord lava dat "was" betekent, een laveria (wasserette) en lavador (wasmachine) afgeleid worden. Een ander nuttig suffix is -i dat achter een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord wordt geplakt om het werkwoord "...worden" of "...maken". Zo betekent calda wordt "warm", zodat caldi de betekenis heeft van "warm worden" of van "warm maken" als er een lijdend voorwerp achter staat. Het suffix wordt ook gebruikt om omgekeerde te maken, zoals cuatri dat "[een] vierde" of "kwart" betekent en als werkwoord "delen door vier" betekent. Andere suffixen zijn onder andere -eta dat een kleine versie van iets aanduidt (boveta is kalf), en -on dat een grote versie van iets aangeeft (bovon betekent buffel of bizon). Er zijn ook drie prefixen. De toevoeging non- betekent "niet" of "on-" zodat nonfelis hetzelfde is als "ongenoegen". Prefix re- betekent "wederom" of "in de tegenovergestelde richting" zodat repone staat voor "vervangen". En des- betekent "terugdraaien" zodat desinfeta de betekenis heeft van "desinfecteren". Woorden mogen ook gemaakt worden door twee bestaande woorden samen te voegen. Zo krijgen we bijvoorbeeld portacandela (kandelaar) en pasatempo (tijdverdrijf) uit een werkwoord en zijn lijdend voorwerp. VoorzetselsHier de basisvoorzetsels:
Voorzetselvoorwerpen volgen op het onderwerp, voorwerp of werkwoord waar ze betrekking op hebben. Voegwoorden
Betrekkelijke en vragende voornaamwoordenBetrekkelijke en vragende voornaamwoorden zijn identiek in LFN:
Bepalingen volgen de woorden waarop ze betrekking hebben.
Een vraag mag een vragend voornaamwoord bevatten, maar kan ook aangeduid worden met een verhoogde intonatie alleen. Men mag ook vragen formuleren door de zin te beginnen met Esce...? of door aan het einde no? (niet?) of si? (toch?) toe te voegen na een komma.
Getallen
Hogere getallen worden als volgt gemaakt:
Getallen die de volgorde van dingen aanduiden zijn hetzelfde, alleen staan ze dan achter het zelfstandig naamwoord.
Breuken worden geconstrueerd met suffix -i.
LiteratuurSinds zijn ontstaan kent de LFN een literatuur die is samengesteld uit originele en vertaalde teksten.
VoorbeeldenNuttige zinnen
Lingua Franca Nova luister
O Compatia (Cat Stevens)
Externe links
Zie ookZie de Lingua Franca Nova uitgave van Wikipedia.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia