Kronen en stifttanden-arrest
Het arrest Kronen en stifttanden (HR 25 juni 1946, NJ 1946/503) is een arrest van de Nederlandse Hoge Raad dat betrekking heeft op diefstal van gouden kronen en stifttanden uit een lijk. Casus en procesgangEen lijkknecht werd aangeklaagd wegens diefstal van gouden kronen en stifttanden uit een lijk. De man stelde, dat de gouden kronen en stifttanden die hij van lijken haalde een res nullius waren, dat wil zeggen aan niemand toebehoorden. De man is door de feitenrechter veroordeeld wegens diefstal. Het cassatieberoep is verworpen. RechtsvraagLaten de gouden kronen en stiften in een stoffelijk overschot zich kwalificeren als "enig goed dat aan een ander toebehoort" in art. 310 Sr? (Ja.) Hoge RaadDe Hoge Raad heeft geoordeeld, dat de erven of nabestaanden van een overledene een zodanige zeggenschap over het lijk van hun overleden familielid hebben — zij het beperkt door wat de wet gebiedt en door wat voortvloeit uit godsdienstige en zedelijke opvattingen, alsmede door wat door de overledene zelf met inachtneming van een en ander is bepaald — dat van een toebehoren in de zin van art. 310 Sr kan worden gesproken. Tot besluit
Zie ook
|
Portal di Ensiklopedia Dunia