Juvenalis
Juvenalis of Decimus Iunius Iuvenalis (Aquinum (Latium), ca. 60 - † ?, tussen 133 en 140) was een groot Romeins dichter, de laatste van de Latijnse satiredichters, die tevens aan de satire haar definitieve vorm heeft gegeven. De uitdrukkingen Panem et circenses, "Brood en spelen" en Mens sana in corpore sano, "Een gezonde geest in een gezond lichaam" worden aan hem toegeschreven. BiografieVan zijn leven is weinig met zekerheid bekend. Op basis van zijn geschriften wordt soms aangenomen dat hij aanvankelijk arm en hulpbehoevend was, maar het feit dat hij enkele slaven bezat spreekt dat tegen.[1] Juvenalis begon met een militaire carrière en bracht het tot tribunus militum. Onder keizer Domitianus trad hij op als declamator te Rome. Hij werd gestraft met verbanning (naar Egypte?), omdat hij de draak had durven steken met een vermaarde toneelacteur, de favoriet van de keizer. Op middelbare leeftijd is hij begonnen met het schrijven van satiren, die een sterk retorische inslag hebben. Tussen 98 en 128 dichtte hij zestien satiren, verdeeld over vijf boeken. Juvenalis wordt herhaaldelijk genoemd in het werk van zijn vriend en geestesgenoot Martialis. Literaire betekenisEvenals zijn tijdgenoot Tacitus heeft hij een duidelijk pessimistische kijk op het Rome van de 1e eeuw. Zijn satiren schilderen op brutale, realistische wijze de zedelijke toestanden in de hoofdstad onder de keizers Nero en Domitianus. Zij hekelen het wangedrag, de ondeugden, de misbruiken en buitensporigheden van een desintegrerende Romeinse maatschappij. De felheid van zijn pen is daarbij in de Latijnse literatuur niet geëvenaard. Vooral de vorige generatie droeg in zijn ogen schuld aan de huidige wantoestanden, die hij be- en veroordeelt als een plattelandsbewoner die in de grootstad verzeild is geraakt en ervan overtuigd was dat hij in een afschuwelijk leefmilieu was terechtgekomen. Zijn dichtkunst houdt het midden tussen realisme en retoriek en draagt het merkteken van bittere ironie, sarcasme zelfs, heftige invectieven en kortzichtig pessimisme. Juvenalis' Satiren verraden een diepe afkeer voor de rijken en de "winners" en een warme sympathie voor de "losers", de armen en marginalen. Na zijn dood werd Juvenalis gauw vergeten. Pas de christelijke moralisten haalden hem weer uit de kast en waardeerden hem als aanklager van de "heidense" verdorvenheid. In de middeleeuwse kloosterbibliotheken werd hij veel gelezen en overgeschreven. De eerste gedrukte uitgave verscheen te Rome in 1467 tot '69. Sindsdien vond en vindt hij veel navolgers en bewonderaars, vooral in de 17e en 18e eeuw in Frankrijk (Boileau) en Engeland (Dryden, Pope, ...). Overzicht van zijn werk
Zijn laatste satiren zijn aanmerkelijk minder van kwaliteit en inspiratie dan zijn eerste. Nederlandse vertalingen
Zie ookExterne linksVoetnoten
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Iuvenalis op de Latijntalige Wikisource.
De Latijntalige Wikiquote heeft een of meer citaten van of over Decimus Iunius Iuvenalis.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia