Joannes Antonides van der GoesJoannes Antonides van der Goes (Goes, 3 mei 1647 – Rotterdam, 18 september 1684) was een zeventiende-eeuwse dichter, toneelvertaler en toneelschrijver. Zijn naam wordt ook gespeld als Johannes of Johan. Hij staat ook bekend als Jan Antonisz. of Jan Antheunisz of kortweg Antonides. LevensloopJoannes Antonides van der Goes, zoon van Antoni Jansen en Magdalena Stenaerts, werd geboren in Goes. Zijn ouders verhuisden een paar jaar na zijn geboorte naar Amsterdam. Hier ging hij naar de Latijnse school van Franciscus van den Enden en hij leerde zowel Latijn als Grieks; vanaf 1664 begon hij met het schrijven van Nederlandstalige gedichten. Hij werd leerling in een apotheek in Amsterdam, maar ging alsnog Geneeskunde studeren in Utrecht en werd in 1674 doctor in de geneeskunde. Hierna ging hij in Rotterdam wonen en werd hij lid van de admiraliteit te Rotterdam. In 1678 trouwde hij met Suzanna Bormans (zuster van predikant Petrus Bormans). In 1684 kreeg hij echter tering (er wordt melding gemaakt van "bloedbraking") en hij overleed datzelfde jaar in Rotterdam, nog maar 37 jaar oud. Hij werd in de Grote Kerk te Rotterdam begraven, als "Docter Jan Antonides". SchrijverschapUit bewondering voor de Nederlandstalige toneelstukken van Hooft en met name Vondel begon Antonides van der Goes werken van onder meer Horatius, Ovidius en Silius Italicus naar het Nederlands te vertalen. In 1666 schreef hij zijn eerste treurspel, Trazil of overrompelt Sina. Vondel was hier zeer van onder de indruk en er ontstond een vriendschap, waarbij Vondel hem zelfs zijn "zoon in de kunst" noemde. Antonides van der Goes kwam tevens in contact met dichters als Diderick Buysero, Francius, Laurens Bake, Joan Six, Broekhuizen en Pluimer. Joannes Antonides van der Goes was korte tijd lid van het Amsterdamse kunstgenootschap Nil Volentibus Arduum (dat in 1669 werd opgericht). Hij vertaalde enkele treurspelen en blijspelen (Agrippa en Het huwelijk van Orondates en Statira; het blijspel De gelyke tweelingen van Plautus). Hij schreef hier tevens zijn blijspel Het spookend weeuwtje. Door onenigheid echter met Andries Pels (1631-1681), onder meer over diens kritiek op Vondel, verliet hij het genootschap. Hij schreef hierna de satire Marsyas, gericht tegen Pels, Meijer en Johannes Bouwmeester. Zijn bekendste werk was (en is nog steeds) zijn zeer uitgebreide dichtwerk De Ystroom (1671). Hierin beschrijft Joannes Antonides van der Goes een wandeling langs het IJ in Amsterdam. Hij komt daarbij langs de houttuin, de vismarkt, de woning van Michiel de Ruyter, het West-Indisch Huis, het Zeemagazijn, de Scheepstimmerwerf, hij beschrijft de geschiedenis van het Sandelhout, de walvisvangst, het schaatsenrijden en nog veel meer - uiteindelijk het Muiderslot van Hooft en zijn aankomst in Zaandam (in een hedendaagse uitgave beslaat het werk meer dan honderd bladzijden). Na zijn dood in 1684 schreven vele dichters lijkklachten op Antonides van der Goes (waaronder Pluimer, G. Brandt en Broekhuysen, Constanter, Buysero, J. Vollenhove, J. Oudaen, Laurens Bake, Kasper Brandt, D. v. Hoogstraten, P. Rabus, F. de Haes, T. Arends, J. van Hoogstraten en K. Verlove). De Amsterdamse dichteres Katharyne Lescailje schreef een lofdicht op zijn werk. Een jaar na zijn dood gaf zijn vader zijn verzamelde gedichten uit: Gedichten (1685). David van Hoogstraten maakte in 1714 een levensbeschrijving. Joannes Antonides van der Goes werd als een van de grootste dichters van zijn tijd beschouwd. In de 19e eeuw zou Bilderdijk (1756-1831) een herdruk van zijn werken uitgeven. Enkele fragmenten van Antonides van der GoesEnkele fragmenten uit De Ystroom (1671).
Uitgaven (selectie)
Externe links |
Portal di Ensiklopedia Dunia