Historia ecclesiastica gentis AnglorumDe Historia ecclesiastica gentis Anglorum, in het Nederlands: Kerkelijke geschiedenis van het Engelse volk (Kerkgeschiedenis van de Engelsen) is een Latijns werk van de Eerbiedwaardige Beda over de geschiedenis van Angelsaksisch Engeland en in het bijzonder de kerstening van Engeland, met name het conflict binnen de Katholieke Kerk tussen de Romeinse dogmatici en het Keltische christendom. Het boek wordt als een van de belangrijkste historische bronnen van de Angelsaksische geschiedenis beschouwd. Men gaat ervan uit dat het in 731 is voltooid, toen Beda ongeveer 59 jaar was. IntroductieVerdeeld over vijf boeken en vierhonderd pagina's, beschrijft de Historia de politieke en kerkgeschiedenis van Engeland vanaf de tijd van Julius Caesar tot 731, het jaar van zijn voltooiing.[1] De eerste tweeëntwintig hoofdstukken, tot aan de zending van Augustinus van Canterbury, zijn gebaseerd op eerdere schrijvers: Plinius, Solinus, Eutropius, Orosius, de Britse historicus Gildas, Prosper van Aquitanië, de brieven van Paus Gregorius I, en anderen.
Het verhaal over Germanus van Auxerre en Lupus van Troyes is gebaseerd op Het leven van Germanus (480), een heiligenleven geschreven door Constantinus van Lyon.[2]
Beda heeft tevens legendes en overleveringen ingelast. Plaats van handelingDe Historia is geschreven in het tweelingklooster van Wearmouth-Jarrow Abbey waar Beda, toen hij zeven jaar oud was, door zijn familie aan de kloostergemeenschap werd toevertrouwd. Hier heeft hij zijn opleiding ontvangen en zijn hele leven gewoond en gewerkt. Wearmouth-Jarrow Abbey was een Engels tweelingklooster te Monkwearmouth en Jarrow in het toenmalige koninkrijk Northumbrië, nu in de regio North East England. De twee kloosters waren zo nauw verbonden dat ze als één geheel werden gezien. Het belang van Wearmouth-Jarrow wordt weerspiegeld in de kandidatuur voor een plaats op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.[3] In de tijd van zijn stichting stond de abdij bekend als het enige centrum van eruditie benoorden Rome in Europa. De bibliotheek, die de oprichter en eerste abt Benedictus Biscop had opgebouwd met de boeken die hij uit Rome had meegebracht, zorgde ervoor dat het klooster de bakermat werd van de Engelse kunst en literatuur en daarmee toonaangevend werd in noordwest Europa. De bibliotheek werd door Ceolfried, Benedictus' opvolger en leermeester van Beda, verder uitgebreid. Dankzij deze bibliotheek kon Beda in de vroege middeleeuwen uitgroeien tot de meest gezaghebbende theoloog en historicus van Engeland. Zijn postume invloed, in het bijzonder de Historia, bleek van vitale betekenis voor de voorspoed van het klooster. De monniken waren constant bezig met het maken van kopieën van het werk van Beda, die naar het buitenland werden gestuurd.[4] InhoudDe Historia dient een polemisch en didactisch doel. De opzet van Beda is niet alleen maar het verhaal van de Engelsen te vertellen maar ook om zijn standpunten over politiek en godsdienst te ventileren. Edities
Bronnen, noten en/of referenties
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Historia Ecclesiastica gentis Anglorum op Wikisource.
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Historia Ecclesiastica gentis Anglorum op de Latijntalige Wikisource.
Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina Ecclesiastical History of the English People op de Engelstalige Wikisource.
|
Portal di Ensiklopedia Dunia