Guy Luypaerts Dit artikel gaat over een Franse componist, dirigent en pianist, voor zijn zoon, eveneens componist, dirigent, muziekpedagoog en fluitist zie Guy-Claude Luypaerts en voor de Belgische componist, dirigent, pianist en muziekpedagoog (directeur van het Conservatoire de Verviers), zie Guy-Philippe Luypaerts
Guy Luypaerts (Parijs, 29 september 1917 - 19 september 2015) was een Frans componist, dirigent en jazzpianist. Hij is de vader van de componist, muziekpedagoog, dirigent en fluitist Guy-Claude Luypaerts. LevensloopLuypaerts werkte voor de Tweede Wereldoorlog als jazzpianist. Tijdens de oorlog werkte hij aan het legertheater en werd muzikaal begeleider van Charles Trenet. In deze periode schreef hij ook zijn eerste lied met de titel Près de toi mon amour. Verder begeleidde hij in deze tijd ook orkesten bij plaatopnames. In 1940 gedurende de bezetting van de zuidelijke zone, richt hij in Toulouse een orkest op en begeleid ermee de festiviteiten in het muziekgebouw aan de Plaza. Aldaar komt hij samen met Jo Bouillon en werd diens arrangeur. In Marseille schrijft hij op het tafelkleed in een restaurant het werk Métamorphose, dat later een van zijn mooiste melodieën zal worden. Het wordt geïnterpreteerd door Camille Maurane, docent voor zang aan het Conservatoire national supérieur de musique in Parijs. In hetzelfde jaar componeerde hij ook Monde. In 1942 ging hij terug naar Parijs en werd pianist en arrangeur voor Richard Blareau. Hij gedreven van het idee een eigen kwintet op te richten met een toen merkwaardige bezetting: altviool, celesta, accordeon, contrabas en gitaar. Maar hij heeft van begin aan met deze formatie succes met titels zoals Ballade des Petits Lutins, Rêver, Libellule ezv. Hij maakte plaatopnames voor het label Polydor en begeleidt Edith Piaf bij haar recitals en haar plaatopnames. Hij ontwikkeld een zeer persoonlijke stijl en manier om te orkestreren; een authentiek muzikant, componist en buitengewone "songwriter", die nu samenwerkt met Georges Ulmer. Het resultaat uit deze samenwerking is een internationaal succes Pigalle. Naar de bevrijding wordt hij door de heer Bervily van de Radiodiffusion-télévision française (RTF) gevraagd, werken en arrangements voor een reeks uitzendingen met de titel Musique Symphonique Légère voor een orkest met 50 muzikanten te schrijven en het te dirigeren. Intussen zeer bekend geworden, begon hij twee jaar later een lange tournee door het buitenland. Voor het platenlabel "Capitol" nam hij vier albums met muziek van George Gershwin, Richard Rodgers, Irving Berlin en Cole Porter in een serie op met de respectievelijke titel Portraits Symphoniques de .... Van Cole Porter ontvangt hij een hartelijke en persoonlijke felicitatie voor de kwaliteit en zijn interpretatie. Gemotiveerd door dit succes kwam hij in 1950 naar Frankrijk terug en gaf een recital met hulp van de RTF in het Palais de Chaillot. Het slot zich een hele reeks van concerten in binnen- en buitenland aan, bijvoorbeeld twee concerten met het Symfonisch Orkest van de Radio Monte Carlo in Monte Carlo, 33 concerten met het Nationaal Orkest van België en het Orkest van de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel, 6 concerten in het Théâtre de la Gaîté-Lyrique met een bijzonder orkest, dat was samengesteld met bekende musici zoals Maurice André, Maurice Suzan ezv., 3 concerten in de Belgische omroep Radio-Télévision belge de la Communauté française (R.T.B.F.), 2 concerten in de Opera van Rijsel en 2 concerten in het Capitool in Toulouse met als solist Daniël Wayenberg. Hij werd door Jean Martinon uitgenodigd het eerste deel van het concert op 8 maart 1952 tijdens de Concerts Lamoureux te dirigeren. Door radio Stockholm was hij uitgenodigd voor 2 concerten. De van hem gecomponeerde Rapsodie sur des Thèmes Juifs ging door Daniël Wayenberg tijdens de Concerts Colonne in het Théâtre du Châtelet in Parijs in première. Hij schreef eveneens de muziek voor de film Etoile sans lumière, met onder anderen Édith Piaf in de hoofdrol; het was het begin van een serie van 39 films voor de Amerikaanse televisie. In 1971 richtte hij de L’Association Symphonique de Musique Légère (Loi 1901) op en organiseerde concerten in de buitenwijken van Parijs. Opnieuw verzorgde hij als begeleider optredens van Charles Trenet en nam met hem de titel La Mer in het gewand van een nieuwe orkestratie op. In 1976 won hij de Castlebar International Song Contest met zijn titel Jeux de Dames; tijdens de wedstrijd dirigeerde hij het Orkest van Dublin. Een jaar later won hij de 1e prijs in de sectie Light Music met de titel Seagulls eveneens in Castlebar. Op 8 mei 1977 verzorgde hij in de Cathédrale de Saint-Louis-des-Invalides in samenwerking met het Choeurs de L’Ile de France een indrukwekkend concert. Heel enthousiast reageerden de toenmalige burgemeester van Parijs Jacques Chirac en de huisheer (Aumônier des Invalides) Père Fougerousse als luisteraars van dit concert. Uit financiële redenen werd het Orchestres Symphoniques de Musique Légère opgeheven. Sindsdien componeerde hij meestal werken voor harmonieorkest. In 1984 werd hij bekroond als laureaat van de 10e compositiewedstrijd voor werken voor harmonieorkest van de Europese Radio Unie met zijn titel L’Union fait la force. In 1987 ontvangt hij de prijs in de categorie Musique Symphonique Légère van de Société des Auteurs, Compositeurs et Éditeurs de Musique (SACEM), de Franse auteursrechtmaatschappij. CompositiesWerken voor orkest
Werken voor harmonie- of fanfareorkest
MuziektheaterBalletten
Vocale muziekLiederen
Kamermuziek
Werken voor piano
Filmmuziek
Bibliografie
Externe links
Bronnen, noten en/of referenties
|
Portal di Ensiklopedia Dunia