Nadat Kuijer een keer was blijven zitten op een basisschool, en een keer op het lyceum, werd hij naar een internaat in Zutphen gestuurd. Dit was voor hem de ergste tijd van zijn leven. Na het internaat volgde hij in Doetinchem een opleiding tot onderwijzer. Van 1967 tot 1973 was Kuijer onderwijzer in Didam.
Vanaf 1973 richtte Kuijer zich helemaal op het schrijven van boeken. In eerste instantie schreef hij boeken voor volwassenen. Hij debuteerde in 1971 met Rose, met vrome wimpers. In 1975 verscheen zijn eerste kinderboek: Met de poppen gooien. Hij schreef dit boek voor Madelief, een dochtertje van vrienden. De hoofdpersoon uit het boek is naar haar vernoemd. Het boek werd meteen een succes en leverde hem zijn eerste Gouden Griffel op. In totaal heeft Guus Kuijer vijf Madelief-boeken geschreven. In 2001 schreef Guus Kuijer het kinderboekenweekgeschenk, Ik ben Polleke hoor!.
Kuijers boeken slaan evenals die van Annie M.G. Schmidt een nieuwe richting in. Ze zijn minder 'braaf' dan de kinderliteratuur die tot dan toe verscheen. Kuijer schuwde een aantal zaken niet, die tot dan toe in de kinderliteratuur als taboe werden beschouwd, zoals brutaliteit tegenover volwassenen, verkapte verwijzingen naar tienerzwangerschap en seksualiteit, orwelliaanse uitdrukkingen en verwijzingen naar foltering, en rokende kinderen. Om deze redenen waren uitgevers er aanvankelijk huiverig voor om zijn vertaalde werk uit te geven.
In datzelfde jaar verscheen ook het eerste deel van De Bijbel voor ongelovigen. In deze reeks vertelt Kuijer de verhalen uit de Bijbel op geheel eigen wijze na, omdat ze tot 'de oerverhalen van de mensheid' behoren. Hij hoopt hiermee zijn fascinatie voor deze verhalen over te brengen op mensen die de Bijbel als literatuur willen lezen. In 2015 verscheen het vierde deel en tot dan toe waren er in totaal ruim 45.000 exemplaren van verkocht.
1979 – Ik woonde in een leunstoel, een autobiografie in illustraties van Mance Post met tekst van Guus Kuijer, (Querido) ISBN 90-214-7845-5. Digitale versie.