Mike Hailwood had geen enkele moeite om de Belgische GP te winnen. Het publiek moest bijna twee minuten wachten totdat Alan Shepherd zijn Matchless G50 over de streep bracht, voor Tony Godfrey met zijn Norton. Voor Alan Shepherd zou het een keerpunt zijn: hij klom ineens van de achtste naar de tweede plaats in het wereldkampioenschap en zou die plaats ook vasthouden.
Bob McIntyre won de 250cc-race mede omdat Jim Redman technische problemen kreeg. Dat maakte de strijd om de tweede plaats nog spannend, want Redman bleef teamgenoot Luigi Taveri slechts 0,1 seconde voor.
De strijd in de 125cc-race ging alleen tussen de teamgenoten Jim Redman en Luigi Taveri. Die laatste wist Redman op de streep met slechts 0,2 seconde verschil te verslaan. Paddy Driver wist met zijn EMCMike Hailwood net voor te blijven, maar verloor ruim 2½ minuut op de Honda RC 145's.
Na een moeilijke seizoenstart won Ernst Degner zijn derde Grand Prix op rij. Alleen Hans Georg Anscheidt kon nog enigszins tegenstand bieden, maar hij moest Degner laten gaan.
Voor het eerst sinds 27 juni1959 won Florian Camathias weer eens een Grand Prix, ruim voor Fritz Scheidegger en Max Deubel. Deubel behield de eerste plaats in het WK, maar Camathias klom van de vierde naar de tweede plaats.