Franz Drappier
Franz Drappier (Charleroi, 11 juni 1948 - Parijs, 8 januari 2003) was een Belgische striptekenaar. Zijn werk omvatte een scala aan stijlen en genres, maar hij is vooral bekend geworden door zijn historische strips, waarin hij vaak elementen van avontuur en drama wist samen te voegen. BiografieFranz Drappier begon al jong met tekenen. Hij doorliep de kunstacademie Institut Saint-Luc te Mons. In 1967 verscheen zijn eerste stripverhaal in het stripweekblad Kuifje op een scenario van Yves Duval; al gauw volgden er meer. Drappier staat bekend als een productief striptekenaar. Een groot aantal stripverhalen ontstonden aan zijn tekentafel. Hij heeft aan verschillende tekenseries gewerkt, waarvan sommige maar uit één, twee of drie delen bestaan, en soms werkte hij wel aan twee of drie series tegelijk.[1] Naast tekenaar heeft hij ook aan verschillende series meegewerkt als scenarioschrijver. Zijn belangrijkste en populairste series zijn: Jugurtha, Lotusbloem, Lester Cockney en Thomas Noland. TekenwerkDrappier wordt geprezen om zijn veelzijdigheid, zowel als tekenaar als verhalenverteller. Zijn stijl is herkenbaar en werd gekenmerkt door dynamische actie, gedetailleerde achtergronden en een sterke narratieve structuur. Met zijn werken droeg hij bij aan de Vlaamse stripcultuur en zijn strips hebben een blijvende impact gehad, vooral bij fans van historische en avontuurlijke strips. Volgens Drappier zelf is hij niet door een specifiek tekenaar beïnvloed, maar hij heeft wel altijd veel bewondering gehad voor de Amerikaanse kunstenaar Fred Harman[2] Het werk van Drappier valt op door zijn realistische tekeningen, waarin veel actie voorkomt met bereden paarden, die getekend zijn vanuit verschillende gezichtspunten. Wat verder opvalt in zijn verhalen is, dat de vrouwen vaak een sterke persoonlijkheid hebben en evengoed kunnen vechten als de mannen. In zijn laatste grote serie waar hij aan werkte, "Poupée d'ivoire" (Nederlands: Lotusbloem), wordt het geweld meer expliciet in beeld gebracht. Oorspronkelijk tekende Drappier in een drukke, humoristische stijl. Bij het overnemen van de serie Jugurtha in 1978 van Hermann ging hij over naar een realistische manier van tekenen. Hiermee kwam zijn tekentalent nog veel beter tot zijn recht. Hij verliet de stijve bladverdeling en gooide de boel open met ruimer opgezette pagina's en een lossere manier van tekenen.[3] Drappier met zijn eigen kenmerkende stijl, biedt realisme met een poëtische, bijna dromerige kwaliteit. Zijn werken bevatten soms een sterke emotionele lading en zijn zorgvuldig ontworpen om de kijker bij het verhaal te betrekken die meestal sterk zijn geïnspireerd door menselijke ervaringen en emoties. Drie thema's kunnen als typisch Franz beschouwd worden; de vrouw gelijkwaardig (en in sommige opzichten beter) aan de man; de natuur die verheven is boven technische ontwikkelingen; interesse voor niet westerse culturen en de waardering van de mystiek.[4] PostuumNa zijn dood is in 2006 postuum van hem verschenen het laatste deel (nummer 9) van Lotusbloem. Dat deel was nog niet klaar toen hij in 2003 plotseling kwam te overlijden. Het is door twee andere striptekenaars, vrienden van hem, afgemaakt. PaardenNaast het tekenen, waren paarden Drappiers zijn grootste passie. Tijdens zijn leven heeft hij er wel dertig gehad. Op een zeker moment beschikte hij over een kudde van wel zeventien paarden. Paarden om mee koersen, merries om mee te fokken en diverse veulens. Drappier is ook drie jaar amateur jockey geweest, maar dat bleek uiteindelijk te duur voor hem te zijn. Zijn ervaringen met de wereld van het koersen heeft hij uitgebeeld in het album Captain Tom. ReeksenJugurtha i.s.m. Jean-Luc Vernal
Korte reeksenThomas Noland i.s.m. Daniel Pecqueur
Lester Mahoney
Captain Tom
Hannah i.s.m. Jean Annestay
Losse albumsJockey Kris i.s.m. Yves Duval, 1973 Brussel i.s.m. Jean-Luc Vernal, 1979 De Belgische revolutie, i.s.m. Jean-Luc Vernal, 1980 Hyperion i.s.m. André-Paul Duchateau, 1981 Volbloeden i.s.m. André-Paul Duchateau, 1985 Jerry Spring i.s.m. Festin, 1991 Wyoming Doll, 1999 Kaliber 38, 1991 De laatste soera, i.s.m. Frank Giroud, 2003 Bronnen, noten en/of referenties
Referenties:
|
Portal di Ensiklopedia Dunia